GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

MOEILIJKHEDEN OP MAATSCHAPPELIJK GEBIED.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MOEILIJKHEDEN OP MAATSCHAPPELIJK GEBIED.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heer Joh. de Boer te Utrecht zond mij een brief, waaxin hij zijne instemming betuigde met het stuk van den Heer A. N. G. .Bruynis in „De Reformatie" van 30 Aug. j.l. Hij schrijft: „Persoonlijk en gezamenlijk in allerlei combinaties wordt dagelijks het regeringskasteel bestormd door boeren, tuinders, groentehandelaars, bakkers, slagers en noem maar op". En als antwoord op de vraag naar „de resultaten van al deze bestormingen" zal men ontvangen, schrijft hij: „wij zijn geen stap gevorderd, integendeel".

„Of dan onze kamerleden van deze dingen niets weten? Of ze niet óp de hoogte zijn, kan ik niet beoordelen; wel zou het me verwonderen als dat het geval was. Maar in middenstandskringen heerst de droeve klacht, dat zelfs de A. R. kamerleden, zacht gezegd, zeer weinig notitie nemen van him moeilijkheden".

Hoe zit het er dan eigenlijk mee? „Hier komt het spook van de geleide economie om de hoek gluren en het staatsabsolutisme. Wij hebben een regering, helaas!, die, m.i. meer of minder bewust, aanstuurt op het likwideren van de middenstand als een overbodige, on-economische schakel in , het maatschappelijk leven. Ze lonkt in de richting van het groot-kapitaal, dat ze niet missen kan vooralsnog en eveneens in de richting van de grote arbeidersmassa, die ze, kost wat kost, tevreden moet houden. Het ideaal is de absolute staat, die alles kan, waarvoor ieder zich buigen moet. Die toekrfmststaat zal de productiemiddelen in zijn hand nemen, staatseenheidswinkels, banken, fabrieken, boerderijen enz. beheren en ieder, goedschiks of kwaadschiks, " dwingen in zijn dienst. 'Die staat, welke zich niet zal ontzien een eenheidsgodsdienst te proclameren tot zijn meerdere ere en glorie. Of dacht U, dat het z.g.n. Consxunentencrediet en de Noodvoorziening Ouden van dagen niet precies in dezelfde lijn liggen? "

Een somber vooruitzicht. En naar Openb. 13 gaan we die toekomst metterdaad tegen. De bewegingen , daarheen zijn reeds in onderscheiden opzicht duidelijk te merken. Wat moet nu gebeuren? In de eei: te plaats, dat ieder gehoorzaam blijft aan Gods gebod, ook om aan de overheid onderdanig te wezen tot de grens van Hand. 4 : 19, ook wanneer de overheidsmaatregelen niet goed zijn. Een ieder draagt in de eerste plaats niet de verantwoordelijkheid voor de Overheid en haar doen, maar voor zijn eigen doen. In de tweede plaats: lijven petitionneeren. En dat niet allereerst bij de Overheid, maar bij God, Ps. 37 VS 5. Hij is de Souverein, die over alles regeert, en zonder Wiens hand er n i e t s geschiedt, en die ook het hart der koningen neigt als waterbeken, Spr. 21 : 1. Maar ook blijven petitionneeren bij de Overheid. De weduwe kwam telkens weer terug bij den onrechtvaardigen rechter, en vond eindelijk toch gehoor, Luc. 18 : 1—8.

Wanneer de Heer de Boer schrijft, dat „wij met ongeduld uitzien naar goede voorlichting van onze mannen, die de „wijsheid" van God hebben ontvangen om licht te ontsteken in deze donkerheid", dan moeten wij er wel op letten, dat Jacobus schrijft, dat van God wijsheid gevraagd moet worden, en dat dit door ieder individueel moet geschieden: ndlien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begeere in geloof, Jac. 1 : 5—6. Men kan moeilijk van „De Reformatie" een vakblad wenschen dat 'op elk maatschappelijk terrein van arbeid de verschillende, laat mij zeggen, technische vragen bespreekt en daarover de noodige voorlichting geeft. De Heeren hebben toch op hun onderscheiden arbeidsgebied hun vereenigingen, bonden enz., met him vakbladen, waarin die „technische" quaestiés behandeld kunnen en moeten worden. En wat mogelijk den wensch mocht betreffen van een ontwerp christelijke maatschappij-inrichting, en ontwerpen voor christelijke wetgeving op handelsterrein, boeren-en tuinderszaken, winkelierswerkzaamheden, bankrelaties en - manipulaties, och, laat ons met dergelijke utopieën ons maar niet bezig houden. Dat zijn veelal maar wat projecten op papier, die eens aardig kunnen zijn om te lezen, maar practisch dikwerf geenerlei effect hebben. Voorts aangaande de Kamerleden: ndien de droeve klacht in middenstandskringen over hen, waarvan de Heer de Boer melding maakt, juist zou zijn, ware het wel noodig, dat deze Kamerleden zich te dezer zake bekeerden, en zouden we mogen zeggen, dat blijkbaar zeer verkeerde mannen als Kamerleden gekozen zijn, en dat dus de wijze van Candidaten-stelling voor Kamerleden gansch niet goed is. Dan zal het noodig zijn, dat ook daarin zoo spoedig mogelijk verbetering aangebracht wofde, waarbij niet gewacht behoeft te worden op'' wetswijziging, maar dat de A. R. partij zelve in eigen regeling en doen alvast voor eigen kring kan tot stand brengen.

S. GRBIJDANUS.

Juist had ik bovenstaande geschreven, toen ik nog twee stukken over deze zaak ontving, één van den Heer S. Ubels te Bedum, en een ander van den Heer Chr. Vreugdenhü te Rotterdam. Op beide is in het voorgaande al geantwoord. Dat van den Heer , Vreugdenhiil vlnde hier nog plaats, welke gevraagd werd.

Voorts is over deze zaak naar het mij voorkomt, voorloopig nu wel genoeg in „De Reformatie" geschreven. Als „De Reformatie" een dagblad was, zooals de Heer Vreugdenhü het zou wenschen, stonden de dingen er anders voor. Maar dat is thans het geval niet. En dat zal ook nog wel niet in de naaste toekomst te wachten zijn, en denkelijk wel nimmer. Maar in elk geval zou dat nu niets anders daji toekomstmuziek kimnen zijn. Daarom in dezen nu maar voorloopig een eindpunt.

S. GREIJDANUS.

Hooggeachte Redactie,

Het was met een juichkreet, dat ondergetekende in „De Reformatie" van 30 Augustus j.l. het schrijven van de Heer A. N. G. Bruynis te Bodegraven, zag opgenomen.

Reeds eerder heeft ondergetekende aan bekwame Leraren gevraagd, om ons heden leiding te geven bij het zaken doen. Én tevens om die reden „De Reformatie" als dagblad te doen verschijnen.

Deze dingen zijn reeds jaren urgent. Wel worden er vergaderingen gehouden in den lande ter bespreking van grote vraagstukken, maar de „volkszonde", door een 5-jarige Duitse bezetting gestimuleerd, tiert welig voort./

Daarom verheugt het mij zeer, dat er nu eindelijk in „De Reformatie" de aandacht op gevestigd wordt.

Daar ondergetekende ook in het zakenleven met deze dingen worstelt, wil hij gaarne het één en ander hierover schrijven.

Bedoeld artikel staat gelukkig en met recht onder: , , Kerkelijk leven".

Gelukkig, want nu kan en moet ik spreken. Vanuit een andere gezichtshoek zouden we alleen iets kunnen fantaseren, maar nu moeten wij profeteren in handel en wandel.

En dit wordt heden van ons geëist.

Juist nu er veel op corruptie gelijkt en ons schijnt tegen te werken in deze na-oorlogse tijd en onze wettige regering met haar vele bepalingen ons het bestaan zo moeilijk maakt.

Welke is nu de eerste vraag?

„Werk ik voor mijn brood? " of: „Ontvang ik brood om te werken? "

Hieruit volgt dus, brood voor onze taak in deze. Parad ij sopdracht!

Hebben wij al niet jaren „zaken" gedaan en „kerkje" gespeeld? .

Hiermede gelooft ondergetekende, de kern te belichten van de kwestie - door de Heer Br. aangesneden:

God heeft ons naar Zijn geopenbaarde wil, deze wettige overheid gegeven, om Hem, door gehoorzaam aan haar te zijn, daardoor te dienen. ;

En dienen dat is offeren.

Dus gehoorzamen bij het invullen van alle formulieren, bij alle in-en verkoop, en bij alle belastingen.

Om vandaag als gelovigen te leven (dat ik toch , , vroom" mag blijven. Uw dienaar te aller stond) is reformatie in en uit het hart.

Niet slechts een psalmvers als alles naar wens gaat, maar ook Hem dienen als het pad door een woestijn van voorschriften en bepalingen gaat.

Als zakenman, wanneer op eerlijke wijze haast niet meer te verdienen valt, te getuigen tegen sabotage en leugen of bedrog.

't Woord der Schrift, door Luther aangehaald: „De rechtvaardige zal uit het geloof leven", geldt ook hier, zowel bij „Kerk"-als „Zaken"-conflict.

Als wij zo uit Zijn hand leven worden we kerkhervormers (in 't klein).

Water en brood zijn gewis, naar Zijn Woord, om onze taak en roeping te vervullen.

Daarom, hooggeachte redacteur, geef ons gelegenheid in.Uw blad om als zakenmensen over deze dingen van gedachte te wisselen, opdat we elkander tot een hand en een voet mogen en kunnen zijn om alle 'stukken der goddeloosheid uit ons midden weg te doen.

Dat wij het liever wagen in het geloof met onze trouwe Vader in de hemel dan met allerlei bedriegerijen.

Hoogachtend,

C. VREUGDENHIL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 september 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

MOEILIJKHEDEN OP MAATSCHAPPELIJK GEBIED.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 september 1947

De Reformatie | 8 Pagina's