GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De modderpoel van de „groote politiek".

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De modderpoel van de „groote politiek".

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

- Ik moet in deze dagen voortdurend denken aan een merkwaardig artikel, dat de bekende prof. Van Hamel in Januari 1940 in „De Telegraaf" heeft geschreven.

Prof. van Hamel bespreekt daarin het probleem van de neutraliteit, toen een uitermate belangrijke kwestie.

Hij wijst er dan op, dat de neutrale volken een groote zelfbeheersching aan den dag moeten leggen. Maar dat beteekent niet, zoo zegt htj, dat de neutra-

len niet een „oprechte, bezonken meening" mogen uiten over wat hun goed of niet goed dunkt te zijn. 'Daaraan het zwijgen op te leggen — en nu citeer ik prof. Van Hamel letterlijk —

of er ora heen te praten, is geen neutraliteit, doch immoraliteit! Br zijn er in ons eigen midden genoeg, die daartegen zoeken bang te maken, ^-doch zij hebben het bij het verkeerde eind. En In zeer groote mate is de gezegde Innerlijke onzekerheid van zulk een bangheid schulJ.

Noemen wij de dingen'bij den naam. Er gebeuren in deze dagen zulke verschrlkkelijkheden, dat het tegennatuurlijk ware, te doen alsof ze den neutralen niet aangaat. Het zou verkeerd zijn, wanneer in een land als het onze, niet oprechtelrjk, zonder prikkeling beleden werd, hoe daarover wordt gedacht. Er heerschen onder ons Nederlanders Immers algemeen ontsteltenis - en afkeer over de striijdmethoden van bandeloos en niets ontziend geweld, tegen weerlooi^ê" offers. Onze ziel blijft in verzet tegen het greuzelooze lijden van verdrukking . en vervolging, onvrijheid en verjaging, dat in allerlei gebieden stelselmatig over tienduizenden en tiendulzen-' den wordt gebracht.

We kunnen in ernst geen Innerlijke voldoening heb-' ben met de verachting voor waarheid en betrouwbaar „^eclit met, , veroveringslust en, machtsvertoon, zonder rechtvaardiging, ten toon gespreid. En het gebed stijgt , : hier te lande volmondig omhoog, dat de wereld van ^ deze euvels moge worden verlost.

Dit alles kan des te klemmender worden gezegd wani'. neer men beseft, dat het zich niet tegen bepaalde meni schen of menschenwerk richt. Ik voor mij ben tot de : slotsom gekomen, voor menigeen klinkt zij «In onze 20ste eeuw misschien wat middeleöuwsch, maar ik ben. geheel bereid haar als modern denkend mensch nauw-' keurig en uitvoerig te verdedigen, — dat, wat op het oogenblik over de wereld losgebroken is, niet meer het eigenlijke werk van de betrokken personen Is, maar van den Booze en zijn demonische gezellen. Het zijn, niet m beeldspraak maar tn waarheid satanische machten, die zich zoeken meester te maken. Alleen In oprechten geest van verzet daartegen, zal de menschheid ze te boven kunnen komen. De verzuchting „verlos ons van den Booze", moet steeds weer van het hart, gepaard aan die andere schriftuurlijke bede: dat leiders / en machthebbers met goed inzicht mogen worden ge-' zegend, opdat hun volken een gerust en stil leven mogen leiden in alle godzaligheid en eerbaarheid......

En de verdere weg naar den vrede?

Ook hiervan kan men verzekerd zijn: een eenlgszlns bevredigende bieelndiglng van dezen wereldoorlog zal niet worden bereikt, zoo niet naar een krachtige klaarheid der geesten wordt gestreefd. Dit leert ook de recente, meest nuchtere en zakelijke aardsche ervaring. •Wie den Internationalen loop van zaken sinds de vredesslultlng van 1918 van dichterbij heeft medegemaakt, weet, dat de grondoorzaak der mislukking gelegen heeft in een ontzaglijk gebrek aan oprechtheid. Handigheid, •intrige, 'misleiding, comedle bepaalden'aan verschillenden . kant het geestelijk peil. Over de zuiverheid van houding gleed de wereld heen. Aan zorg, aan propaganda daar-.. voor is jarenlang geheel onvoldoende gedaan. En ziet, . Jiöe zich dit op het eind gewroken heeift!

Ondanks alle weldoordachte schema's en plannen zal het te zijner tijd wederom zoo gaan, wanneer niet onomwonden en onbetwist tusschen de volken het besef tot uiting is gebracht en volgehouden, van wat In het onder hen gebeurde verkeerd en uit den booze Is. Alleen op den grondslag van onbevangen en ruiterlijk kenbaar gemaakt besef op dit stuk, zal eenmaal, — o hoe moeizaam nog, — Iets van houdbaren vrede tot stand kunnen worden gebracht. Vóórdien en zónder dien, behoeft men er niet aan te denken.

Kan men een scherper oordeel vellen dan zoo?

En ^eldt dit woord van a-z ook niet voor vandaag ?

Alleen is voor het voorzichtigl-optimisme, i de getemperde hoop op een werkelijken vrede nog minder grond dan in 1940.

Men leze het volgende stuk, dat Z. in het „Groninger Kerkblad", onder het opschrift: „Het goed figuur" publiceerde.

Wij staan nu versteld over de houding van Engeland en Australië ten opzichte van de taak, die wij in ons Indlë op dit moment moeten verrichten. Ieder, die onbevooroorgieeld de dingen, die gebeuren, wil zien, kan opmerken, hoe de Indische volken met groote vreugde onze jongens zien komen. Gansche streken waren ont-', volkt, doordat de deugnieten der z.g.n. republiek hun terreur uitoefenden. Er was in het gebied, dat dan tot 'de republiek heette te behooren, geen gezag en geen ' recht. De misdaad regeerde. De z.g.n. republlkeinsche regeering had geenerlel gezag, kon alleen praten en liegen en doen alsof zjj heel wat beteekende.

Maar nu komt er, waar onze soldaten verschijnen, weer orde en rust en de geplaagde bevolking keert tot den arbeid terUg en Is blij.

Als ooit de waan der revolutie volkomen bleek dan was het hier.

Als ooit een overheid een duren plicht had té vers, vullen, dan was het hier.

Als ooit een veiligheidsraad voor de wereld zich had te verheugen, omdat waar anarchie heerschte, weer vrede werd gesticht, dan was het hier.

Maar zie — nauwelijks gaan wij bezig om orde en recht te waarborgen, om een arme geplaagde bevolking te hulp te komen, of Engeland biedt zijn arbitrage aan en Australië brengt de z.g.n. Indonesische'zaak voor den "Veiligheidsraad en de Rus juicht dat toe, die niet wil, dat er op den Balkan recht wordt gedaan.

Het geval moet aanstonds behandeld worden. Aan onze regering moet het halt worden toegeroepen, terwijl het een zuiver binnenlandschen toestand betreft.

Als de Veiligheidsraad, hier ons zou beletten de orde •te herstellen, zou hij alleen dienen om overal, waar i "Snlsdadige revolutlonnalren een terreur zouden gaan uitoefenen, die revolutie te steunen. Hfl zou een werktuig worden In de handen van Moskou.

Gelukkig, dat onze afgevaardigden kloek van zich af kunhen spreken.

Maar nu komt de vraag: wat bewoog Engeland om ons die republiek te bezorgen? Want zoo staan de feiten.

Wat beweegt Engeland om arbitrage aan te bieden ? .

Het regeerlngsorgaan in Engeland heeft het geheim verklapt.

De „Times" schreef: wat jammer, dat Nederland onze arbitrage niet heeft aanvaard, want wat konden wij daarin een goed figuur slaan tegenover de Aziatische volken!

Daar komt de aap uit de mouw.

Engeland wil een goed figuur slaan voor de Aziatische volken, en aan die bedoeling moeten wij worden opgeofferd.

Engeland heeft dus In heel dezen handel, ha de Ineenstorting van het Japansche geweld, zich zelf willen helpen ten onzen koste.

Echt democratisch. Een ruime blik — en de hand in den zak van een ander.

Engeland uit de moeilijkheden en wij betalen met ons Indlë.

De Aziatische volken zijn de revolutlonnalren. Als Soekarno en Sjahrlr en de heéren In Voor-Indlë.

Och, och, wat zijn de barmhartigheden der goddeloozen wreed.

Wij zouden een goed figuur kunnen slaan, zegt de , , Times".

En dat kosteloos. Nederland en de arme Indische bevolking zouden daarvoor moeten betalen.

En — als wij nu denken aan de reizen van den heer Schermerhom naar de Labourregeerlng en aan de bemiddeling van Lord KiUearn, dan hebben wl] zeker reden . ons met de vuist tegen het voorhoofd te slaan en van harte uit te roepen: wij stommelingen.

Maar met Australië staat het nog erger.

Toen het groot gevaar liep door den Jap te worden veroverd, waren wij zoo goed, onze vloot op te offeren en ons in het avontuur van den krijg met Japan te storten.

Toen Waren wij brave jongens. Zie eens, hoe goed Nederland zich houdt! - En wij waren het schild waarachter Australië veiüg geborgen werd. Hoe worden wij daarvoor met groote dankbaarheid betaald!

" Maar wat Is de zaak in Australië? Daar regeeren de arbeiders. Daar heeft de overheid zoo goed als niets te zeggen.

Zij heeft het moeilijk genoeg, dat is waar.

Maar hoe nu tegenover die revolutlonnaire arbeiders, die om elke kleinigheid staken, een goed figuur te slaan ?

Wel, door voor Soekarno op te komen. Door onze zaak voor den Veiligheidsraad te brengen.

Louter eigen belang. Het „goed figuur" Is hier de verklaring van het raadsel.

Het Is goed, dat de „Times" het ons nog eens weer . heeft duidelijk gemaakt, wat er In al die braafheid van Engeland en Australië wezenlijk aan de orde is.

Wij hebben met het goed figuur van anderen niets te maken. Laten zij daar zelf voor zorgen. Bijv. in Palestina, in Voor-Indlë en In den Stillen Oceaan.

Of Inzake de eigen economische moeilijkheden waar een regeering al den dag tot de eigen menschen zeggen moet, smeken moet: ga toch werken, want anders komen wij om! En zij luisteren niet!

Wij kunnen niet beter doen dan rustig voort te gaan. De waarheid zal de leugen wel achterhalen.

Ook in den Veiligheidsraad naar wij mogen hopen. De heer Van Kleffeus heeft niet ten onrechte gezegd, dat wij onze zaakjes voor heel de wereld durven laten zien.

Zij kunnen het licht verdragen.

Hier geldt de regel: doe wat uw plicht Is, en zie niet om.

Wij mogen eiken dag wel bidden, dat onze overheid, die zich hier gehinderd ziet door de Partij van den Arbeid en de Communisten, haar roeping moge verstaan, die wij tegenover de verdrukte Indische volken hebben te verrlclSen.

-Was het onjuist gezien, toen een Belgisch blad den Veiligheidsraad vergeleek bij een diender, die, nadat hij enkele malen blijk had gegeven een werkelijken bandiet niet aan te durven, nu met veel bombarie op den kleinen jongen afvliegt en tegenover hem zijn kwasi-hoogheid en macht demonstreert tot spot en verachting van allen, die dit minderwaardig gedoe door­ zien?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 oktober 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

De modderpoel van de „groote politiek

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 oktober 1947

De Reformatie | 8 Pagina's