PERSVERSLAG 4e en 5e SYNODE-WEEK

Zitting van Maandagavond 8 November.

Na opening van deze zitting laat de praeses zingen Ps. 133 : 1 en 3, en leest hij II Cor. 12 : 1—9. Naar aanleiding van een rapport over „de naam der kerken" namens Commissie I, gelezen door Bs H. Veltman, spreekt de Synodel uit, dat zij m dezen geen besluit neemt, maar deze zaak verwijst naar de deputaten voor de correspondentie met de Hooge Overheid, die tn de behandeling hiervan rekening zullen hebben te houden met de over deze materie In de vergadering der Gen. Synode gehouden besprekingen, zulks onder nadere verantwoording aan de volgende Generale Synode.

De Part. Synode van Drenthe had t.a.v. deze zaak aan de Synode verzocht er bij de kerken nog eens nadrukkelijk op aan te dringen de postale aanduiding „onderhoudende art. 31 K.O.", overeenkomstig het besluit van de Generale Synode van Enschede 1945, niet" dan In noodzakelijke gevallen te gebruiken.

De Synode besluit aan dit verzoek van de Part. Synode van Drenthe te voldoen.

Nadat de praeses nog heeft laten zingen Ps. 75 : 1 gaat de assessor voor In dEinkgebed.

Zitting van Woensdag 10 November.

Nadat de morgen met Commissie-vergaderingen is heengegaan wordt 's middags te 2 uur de openbare zitting door den praeses geopend met het laten zingen van P? !. 33:10, waarna gelezen wordt Phillpp. 2:5—11 en de~ praeses voorgaat In gebed.

Bij het appèl nominaal blijkt de Synode voltallig, behoudens oud. Jasperse, die later ter vergadering komt. Ds Bosscha vraagt alsnog opname van zijn In de zitting van Donderdag ingediende en verworpen voorstel in de acta; hiertoe wordt besloten.

Het Moderamen stelt zich voor Donderdagmiddag het rapport over de Zending in behandeling te nemen. Ds Goossens en Ds van Ommen, alsmede de kerkeraad van Zwolle zullen tot die vergadering worden ultgenoodlgd, de 6rs van Friesland er mee In kennis gesteld.

Aan de orde wordt gesteld het rapport van Commissie IV inzake „Deputaten Kerkbouw". Ds Bosscha rapporteert. De kerk van Uithuizen en de Part. Synode van Groningen vragen deputaten om bij de overheid op te treden voor die kerken, welke tot kerkbouw wUlen komen. Ook bij dit rapport blijkt tegenstand tegen het benoemen van generale deputaten voor zaken die naar hun meening niet de kerken In 't gemeen raken. Door anderen wordt gewezen op de beperkingen die de overheid aan den bouw oplegt. Het rapport vraagt geen afzonderlijk deputaatschap, doch stelt aan de synode voor te besluiten:

a. Aan Deputaten voor de Correspondentie met de Hiooge Overheid op te dragen ook Inzake den kerkbouw op verzoek der kerken diligent te zijn bij de betrokken Instanties.

b. Bij de benoeming dezer deputaten zoo mogelijk ook een of twee aan te wijzen, die met de materie-kerkbojiw volkomen op de hoogte zijn.

Aldus wordt besloten.

Hierna komt het herziene rapport van Commissie I aan de orde Inzake het op te nemen contact met de Prot.

Ref. Churches to Noord-Amerika. De rapporteur br A. Zijlstra leest dit rapport voor. Bij de bespreking blijkt, dat sommige be: ^aren met ten volle zijn weggenomeïi door de wijzigingen m rapport en voorgestelde besluiten. Ook to de discussie worden deze bezwaren niet voor leder weggenomen. Nadat ta het besluit: ten derde door een amendement-Bosscha, dat door de commissie woAt overgenomen, er wijziging is aangebracht, worden de t> esluiten to dezen vorm aangenomen:

Ie. ter beantwoording van en to overeenstemmtog met den to 't schrijven van de Prot. Ref. Churches gedanen voorslag deputaten voor de correspondentie met bultenlandsche kerken te machtigen met deze kerken to contact te treden, teneinde het scheppen van de relaties voor correspondeerende kerken voor te bereiden.

2e. dat deze deputaten ten aanzien dezer zaak de volgende Generale Synode van advies zullen hebben te dfenen. •

3e. dat to afwachttog van het tot stand komen eener definitieve regeltog, de vraag of de predikanten der Prot. Ref. Churches zullen mogen worden toegelaten tot het spreken van een stichtelijk woord to de Geref. Kerken In Nederland in de vrijheid der kerken zal worden over-, gelaten.

Vervolgens komt aan de orde het rapport van Commissie III Inzake de geestelijke verzorging der Militairen. Rapporteur is br van Spronsen. Deze leest het rapport voor, waarna de zitttog wordt geschorst tot half zeven.

De avondzitttog wordt door den praeses geopend met het laten ztogen van Ps. 89 : 8. Deze zitting wordt besteed Elan de besprektog In eerste ronde van het rapport over de geestelijke verzorgtog der Militairen en na het ztogen van Ps. 79 : 7 en dankgebed van den assessor door den praeses gesloten.

Zitting van Donderdag 11 November.

De praeses opent te 9 uur de zitttog-met het laten zingen van Psalm 106 : 1, leest Efeze 4 : 22 en v.v. en gaat voor to gebed.

Bij het appèl blijkt, dat prof. Holwerda en Oud. Jasperse nog niet aanwezig zijn; deze komen later.

Een tweetal togekomen stukken worden gelezen, doch komen wegens te laat liikomen niet in behandeltog.

De bespreking van het rapport van Commissie III Inzake de geestelijke verzorgtog der militairen wordt voortgezet.

Ds den Boeft meent, dat wij bij het inslaan van een nieuwen weg tozake de geestelijke verzorging wel de kosten moeten berekenen, niet slechts in financieel opzicht, maar ook ten aanzien van de moeite en tegenstand die we zullen krijgen te overwinnen. Spreker is voor zichzelf bereid dien weg te gaan.

Het veldpredikerschap in zijn tegenwoordigen vorm acht hij onaanvaardbaar. Overheidssteun moeten we niet aanvaarden. Ook br Koolstra wil dezen weg gaan al ziet ook hij den strijd die ons wacht. Eigen offervaardigheid make overheidssteun, waar ook hij tegen is, overbodig. Ds van Bruggen meent, dat wel vele veldpredlkers voor ons onaanvaardbaar zijn, maar niet het veldpredikerschap. Spreker ontwUckelt verschillende bezwaren tegen de gedachte van Batavia. Ook Ds Doornbos heeft bezwaren, inzonderheid voor het werk van den veldprediker.

Br Oosterom geeft eenige wenken uit de practgk, die vooral het werk in kazernes en onder de militairen hier te lande betreft. Nadat nog verschillende broeders hierover het woord hebben gevoerd, en de rapporteur van antwoord heeft gediend, wordt de bespreking over dit onderwerp opgeschort.

In behandeling-komt thans eerst een rapport van Commissie I inzake een verzoek van de Part. Synode van Utrecht om aan te hevelen het door de Kerk van Utrecht op verzoek der gelijknamige classis ondernomen werk om adviezen te verstrekken aan emigranten inzake kerkelijk leven enz. Ds H. Veltman rapporteert hierover. Commissie I m.eent dat de Synode uit gebrek aan de noodige gegevens moeilijk aan dit verzoek kan voldoen. Zij meent, dat elke plaatselijke kerk tn dezen waakzaam dient te zijn. De Commissie stelt daarom voor te besluiten:

Aan het door de Part. Synode van Utrecht gedane verzoek niet te voldoen en het vertrouwen uitte spreken, dat de kerken waakzaam zullen zijn met betrekking tot de kerkelijke positie van him naar het buitenland vertrekkende leden.

Naar aanleiding van dit voorstel werd door verschillende leden de noodzakelijkheid naar voren gebracht om toch iets te doen in het belang van onze emigranten. Hier is inderdaad groote nood. De instelling van een deputaatschap of aanwijzing door de Synode van een kerk zou een zaak zijn, die buiten de vastgestelde agenda valt, naar veler meening. Een voorstel in dien geest wordt dan ook door den voorsteller teruggenomen. Het voorstel der Commissie wordt daarop aanvaard.

De zitting wordt hierop geschorst tot twee uur.

In de middagzitting, die met het zingen van Ps. 87 : 3 wordt begonnen, komt het rapport van Commissie in inzake de zending aan de orde. Rapporteur is Ds de Goede, die het rapport leest. Op dit rapport volgt een uitvoerige bespreking, die heel de middagzitting in beslag neemt. Te halt zes is de Synode met de eerste ronde gereed en schorst de praeses de vergadering.

Zitting van Maandag 15 November.

'a Middags om 2 uur opent de praeses de vergadering. Gezongen wordt Ps. 27 : 2; de praeses leest Ps. 27 : 1—5 en gaat voor in gebed.

Na het appèl nommaal wordt de bespreking voortgezet van het rapport over de zendingszaken. Deze besprektagen nemen den geheelen middag tn beslag.

In de daarop volgende avondvergadering wordt de bespreking beëindigd.

De voorstellen van Commissie III, waarmede het rapport besluit, worden aangevuld met een enkel amendement van Ds den Boeft, daarna aangenomen. Zö luiden als volgt:

A. Inzake den principieelen opzet van het zendingswerk spreekt de synode uit:

1. de opvatting der zending, welke bekend staat als „comprehensive approach", is In strijd met de Heilige Schrift en valt daarom voor heel ons zendingswerk af te wijzen;

2. de gangbare onderscheiding tusschen „hoofddiensten en hulpdiensten", welke steunt op de besluiten der synode van Middelburg 1896, voorts is vastgelegd in de zendingsorde, en tenslotte in de practijk van het zendingswerk in toepassing is gebracht, behoeft dringend herziening;

3. de opdracht aan deputaten, te benoemen volgens art. 65 der acta dezer synodes, wordt uitgebreid in dezer voege, dat het hun taak ook zal zijn de volgende synode van advies te dienen inzake de wijze, waarop de herziening onder 2 bedoeld, moet geschieden, met toezending van hun rapport aan de kerken binnen den termijn, in dat artikel genoemd.

4. Inzake zendingsterrelnen spreekt de synode uit:1. het eigenlijke zendingswerk op Oost-Soemba moet geacht worden ten einde te loopen;

2. het eiland Savoe, waar de zendingsarbeid van de kerk van Zwolle reeds een aanvang nam, zal zijn zendlngsterretn van „De Gereformeerde Kerken In Nederland", zooals ze in deze synode zijn vertegenwoordigd, zoolang de kerken op Oost-Soemba niet in staat zijn dit terrein zelfstandig te bearbeiden;

3. de Daerah Istemewa Kalamantam Barat (West-Borneo) zal zijn zendingsterrein van „De Gereformeerde Kerken In Nederland", zooals ze in deze synode zijn vertegenwoordigd;

4. indien onverhoopt West-Borneo als zendingsterrein aan onze kerïien mocht ontgaan, en een ander terrein beschikbaar mocht komen op een moment, dat er geen generale synode vergadert, zullen de hierna onder D, b bedoelde deputaten gemachtigd zijn, om in afwijking van art. 1 der zendingsorde dit terrein aan te wijzen als zendingsterrein van „De Gereformeerde Kerken tn Nederland", gelijk ze in deze synode zijn vertegenwoordigd. 'C. Inzake zendende kerken besluit de synode:

1. de kerk van Zwolle zal zijn „zendende kerk" voor de terreinen Oost-Soemba en Savoe;

2. zoolang niet een bepaalde kerk in Friesland als „zendende kerk" optreedt, zullen de kerken In Friesland worden beschouwd als „zendende kerken" voor het terrein West-Bomeo (of eventueel ander terrein);

3. aan alle kerken te advlseeren, zoowel met de kerk van Zwolle als met de kerken In Friesland samen te werken, tot een volgende generale synode een beslissing zal hebben genomen inzake eventueele, uit de kerken opkomende, concrete voorstellen omtrent samenwerking van bepaalde ressorten voor één zendingsterrein;

4. er bij de kerken op aan te dringen de komende jaren in ieder geval f 1.75 en zoo mogelijk f 2 per ziel per jaar voor het zendingswerk op te brengen, en at te dragen aan den Quaestor der generale zendingsdeputaten;

5. de kerk van Zwolle voor haar zendingswerk een steun toe te zeggen van ten hoogste f 117.000 per jaar; 6. de Friesche kerken voor haar zendingsarbeid een steun toe te zeggen van voorlooplg f41.500 per jaar;

7. de onder 5 en 6 bedoelde toezeggingen te binden aan het volgende voorbehoud:

a. deze kerken informeeren regelmatig de samenwerkende kerken over alle plannen, beslissingen, kosten en stand van het zendingswerk;

b. deze-kerken nemen geen beslissingen dan na goedkeuring van het college der generale zendingsdeputaten; c. bizonder btj de voorbereiding van benoemingen en beroepingen en het vaststellen van instructies ondernemen zfl geen stappen dan met medewerking en goedkeuring van dit college;

d. bg al haar zendingsarbeid binden ze zich aan wat de synode sub A uitsprak omtrent den principieelen opzet van het zendingswerk, en ze geven ook tn dien geest aan de uit te zenden arbeiders nauwkeurige Instructie, met uitdrukkelijke bepaling, dat afwijking van de Instructie onmiddellijk terugroeping tengevolge zal hebben, aan welke terugroeping zij hebben te voldoen.

D. Inzake Generale Zendingsdeputaten besluit de synode:

a. de huidige deputaten te déchargeeren onder dank voor den door hen verrichten arbeid;

b. opnieuw deputaten te benoemen met opdracht:

1. in overleg met de kerk van Zwolle na te gaan op welke wijze en tn welk tempo de zendingsarbeid op Oost-

Soemba dient te worden beëindigd; 2. In overleg met de Kerk van Zwolle na te gaan op welke wijze en tn welken omvang de kerken op Oost-Soemba alsdan moeten worden gesteund, In den geest van art. 11 van de'kerkenordentng;

3. ta overleg met de kerk van Zwolle zich te beraden op de vraag, op welke wijze het zendingswerk op Savoe het best kan worden voortgezet;

4. tn overleg met de kerken tn Friesland zich te beraden over de vraag, op welke wijze het zendingswerk op West-Bomeo (eventueel ander terrein) het hest kan worden opgezet, tnclusief aanwijzing van zendingsposten, naar art. 2 der zendingsorde;

5. zeer nauwlettend toe te zien bij het goedkeuren van benoemingen en Instructies, en voor alle zendtngsaangelegenheden, o.a. de vooropleiding, diligent te zijn;

6. van al hun werkzaamheden verslag en eventueel In verband daarmee advies uit te brengen aan de volgende Generale Synode.

Na de aanneming van deze voorstellen spreekt de praeses een verzoek uit, dat de besluiten der synode, die voor het zendingswerk van vérstrekkende beteekenis zijn, onder den zegen des Heeren aan het werk ten goede mogen komen.

Vervolgens leest ouderling Dr Jasperse een rapport van Commissie I Inzake een verzoek van de kerk van Sneek, dat in verband staat met de Oecumenische beweging en de verhouding van de zending tot deze.

De synode neemt in dezen het volgende besluit:

kennis genomen hebbende>

Ie. van een schrijven van de Gereformeerde Kerk van Sneek, „verzoekende, een uitspraak te doen over de oecumenische beweging, zooals deze zich presenteert in den Wereldraad van Kerken en den Internationalen Zendingsraad", en „tn de eventueel te wijzigen zendingsorde de principieel ongeoorloofde samenwerking af te wgzen";

2e. van de besluiten en uitspraken hierover der classes 's-Gravenhage en Schiedam en van de Particuliere synode van Noord-Holland;

overwegende:

a. dat de kerken geen behoefte hebben aan uitspraken over en bepalingen van meerdere vergaderingen aangaande geestelijke stroomtngen en bewegingen, zoolang de kerken door zulke stroomingen en bewegingen niet verhinderd worden haar arbeid te verrichten;

b. dat aan de synode niet gebleken Is, dat verhindering van eenig deel van haar arbeid door de oecumenische beweging reeds Ingetreden is;

c. dat haar ook door geen andere kerken, noch door generale deputaten voor de zending, zulk een verhindering van arbeid gemeld is;

d. dat er voor een uitspraak als door Sneek bedoeld in het tweede deel van haar schrijven, in de zendingsorde krachtens haar aard geen plaats is; besluit:

aan het verzoek van de Geref. kerk van Sneek niet te voldoen en hiervan aan die kerk mededeeling te doen, onder toezending van dit rapport.

Namens Commissie I rapporteert Ds den Boeft over een schrijven van curatoren der Theologische Hoogeschool, waarin deze verzoeken nader de verhouding te regelen tusschen het bestuur van de Stichting voor de flnancieele tnstandhoudtng van de opleiding tot den dienst des woords en het college van curatoren. (Bijlage.)

De synode aanvaardt het voorstel der Commissie.

De synode besluit:

een vijftal deputaten te benoemen om de geheele materie van „de Stichting" onder oogen te zien en de volgende generale synode van advies te dienen, die dan in deze zaak een definitief besluit dient te nemen.

Daarna wordt tn behandeling genomen het rapport dat Commissie IV heeft ingediend Inzake de verschillende binnengekomen voorstellen betreffende de invoering eener nieuwe psalmberijming. Als rapporteur treedt op Prof. Veenhof.

Prof. Veenhof leest eerst het uitgebreide rapport met de conclusies dïiaraan verbonden.

Er wordt ook nog een begin gemaakt met de bespreking van rapport en conclusies.

In de bespreking wordt door enkelen de vraag gesteld of de zaak van de psahnberijmtng en het gebruik daarvan eigenlijk niet de taak is van de plaatselijke kerk, die voor haar eeredlenst toch zelfstandig beslissen kan, welke berijming zij al of niet gebruiken wil.

Ook werd gevraagd of het voor een behandeling op de synode niet noodig geweest was, dat er uit de kerken meer concrete voorstellen ten dezen ingezonden waren.

De bespreking wordt afgebroken. De behandeling zal in een volgende zitting worden voortgezet.

De praeses laat nog zingen Ps. 89 : 13 en 14, waarna de assessor voorgaat in dankgebed.

Zitting van Dinsdag 16 November,

De praeses. Ds D. van Dijk, opent de zitting te negen uur met het laten zingen van Psalm 122 : 2, leest vervolgens Psalm 45 : 1—8 en gaat voor tn gebed.

Bij het appèl blijkt, dat br Van den Berg van Zwolle Is vervangen door zijn secundus, br Van der Vegt te Langeslag en br Jasperse van Lelden door br Rietkerk van. LIsse. Br v. d. Vegt, voor 't eerst ter synode, betuigt door op te staan zijn Instemming met de drie formulieren van eenigheid.

Aan de orde komt het rapport van Coriimlssie H tnzake agenda punt 10. Naar de opmerking van den rapporteur. Ds van Bruggen, verkeerdelijk genoemd: de zaak van Ds van Herwijnen. Zulk een zaak hebben wfl hier niet, maar alleen eenige bezwaarschriften tegen een besluit van de part. synode van het Zuiden.

De praeses spreekt als zijn meentng uit, dat In de thans voorliggende zaak de afgevaardigden der part. synode van het Zuiden, wie deze zaak in 't bizonder aangaat, naar art. 33 K.O. geen keurstem zullen hebben. De synode stemt hiermee tn.

Thans verkrijgt Ds v£in Bruggen het woord om genoemd rapport voor te lezen. In dit rapport wordt aangaande een ingekomen schrijven van Breda uitgesproken dat de commissie dit blijk van meeleven waardeert en zich met de bede aan het slot gaarne vereenigt; naar aanleiding van een door de classis Schiedam aan de synode voorgesteld verzoek, spreekt de synode uit, aan dit verzoek niet te zullen voldoen; wordt ten opzichte van de Ingebrachte bezwaren van de classis Enschede tegen de uitspraak van de part. synode van het Zuiden van 29 October 1947 betreffende Ds W. G. F. van Herwgnen op grond van een 18-tal overwegingen als oordeel aan de synode voorgelegd: dat de synode het bezwaarschrift der classis Enschede behoort terzijde te leggen, wijl het van de synode vraagt wat niet tot de taak eener Generale Synode behoort. Eveneens wordt een voorstel van de kerk van Slledrecht tot onderzoek door de synode van schorslngs-en afzetttngsgronden, vrijmaking-en erkenningsgronden der synode ter afwijzing voorgesteld, als niet tot haar taak behoorende. Ook van de Kerk van Maastricht is een bezwaarschrift tegen bovenvermeld besluit der part. synode van het Zuiden Ingekomen, zich grondend op het niet met voldoende eenparigheid genomen zijn van dit besluit en van het niet voldoende onderzocht zijn der bezwaren tegen leermgen en handelingen van Ds van Herwijnen Ingebracht. Ook deze bezwaren worden de synode In een 17-tal overwegingen als ongegrond aangewezen-en aan de synode voorgesteld zich in dien zin uit te spreken. Vervolgens komt het rapport tot de mededeeling van de classis Zeeland, dat deze de uitspraak der part. synode van het Zuiden van 29 October 1947 betreffende Ds W. G. F. van Herwijnen niet voor vast en bondig kan houden, als strijdig met de aangenomen Kerkenordening en daarom besloot bij de Generale Synode in beroep te gaan, daar deze zaak noch naar art. 30, noch naar art. 31 K.O. ter part. synode ter^sprake is gekomen en daarom de Generale Synode verzoekt uit te spreken, dat de part. synode van het Zuiden deze zaak ten onrechte aan zich getrokken heeft In strijd met de artt. 30 en 31 K.O. In een ~38-tal overwegingen wordt diep op dit bezwaarschrift ingegaan en ten slotte als oordeel uitgesproken, dat de Synode de bezwaren, die de classis Zeeland tegen bovenbedoelde uitspraak der part. synode van het Zuiden heeft Ingebracht, ongegrond heeft te verklaren.

In een uitvoerige discussie, die niet alleen het verdere deel van de morgenzitting, maar ook heel de mlddagzlttlng in beslag neemt, wordt door onderscheidene leden dankbaarheid voor en instemming met dit rapport uitgesproken, al hebben sommigen tegen het voorgestelde besluit nog eenige bedenking, die zich vooral richt tegen de daarin genoemde regeling van de positie van de Kerk van Rllland-Bath en van Ds van Herwijnen.

Andere leden meenen in het rapport een zekere eenzijdigheid tê moeten wraken. Inzonderheid de vraag naar de bevoegdheid van de part. synode van het Zuiden en voor haar van de classis Noord-Brabant en Limburg komen tn de discussie ter sprake. Ook het afwijzen van de bezwaren van Maastricht, inzonderheid omdat deze zich richten tegen de gronden voor het genomen besluit achten sommigen niet aannemelijk. In den breede komt de instelling der classis Zeeland in deze zaak telkens weer In bespreking. De houding van Zeeland tegenover Rilland-Bath, maar ook Zeelands aandringen op door Ds van Herwenen te vragen revisie In zijn afzettlngsvonnls. Ook vele andere kanten van deze kwestie en wat daarmede samenhangt worden ter sprake gebracht.

Nadat Ds van Bruggen in eerster Instantie eenige der spiekers heeft beantwoord, wordt de morgenzitting geschorst tot 2 uur, waarna met het zingen van Psalm 32 VS 7 de zitting wordt heropend en na het appèl dadelijk door den rapporteur wordt voortgegaan met het beantwoorden der gemaakte opmerkingen. Ook tn de tweede ronde nemen weer een aantal leden aan de bespreking deel. Waar door den rapporteur er op gewezen is, dat alleen formeele bezwaren zijn Ingebracht, terwijl men toch materieele bezwaren had, daar wordt tegenover die bewering gesteld, dat men het materieele nooit van het formeele kan los denken, terwijl ook wordt opgemerkt, dat de rapporteur zeer scherp op die formeele bezwaren ingaat, doch in de conclusies het materieele binnenhaalt. Ook het beweren, als zou in de conclusies eigenlijk een nieuw agendapunt aan de orde worden gesteld, doordat aan de classis Zeeland een verzoek wordt gericht, waarom niemand heeft gevraagd, wordt door den rapporteur bestreden.

Nadat te half zes de zitting weer is geschorst en te halt zeven met het zingen van Psalm 106 : 25 weer is heropend, krijgt eerst Prof. Deddens als toegevoegd praeadviseur der commissie het woord. Deze wees er op, dat hem uit het zeer omvangrijk dossier gebleken is, dat door alle Instanties, die met deze zaak te maken hebben gehad, fouten zijn gemaakt. Het meest ontstellend was voor Prof. Deddens de kennisneming van de gronden, waarop Ds van Herwijnen door de classis Tholen was geschorst en de wijze waarop een en ander is toegegaan.

Prof. Deddens acht de classis Noord Brabant-Llmburg als ook de part. synode van het Zuiden ten volle bevoegd tot het nemen der onderhavige besluiten. Art. 12 K.O. • had op dit geval heelemaal geen betrekking. Ook een vergelijking met het geval Ds Goossens gaat niet op. Verder beantwoordt Prof. Deddens de vraag, of er in Rllland-Bath sprake is van een kerk. Volgens Voetius zeker wel. Prof. Deddens haalt eenige uitspraken aan over flfcaiskerken, vroeger ook door Zeeland met zorg gezocht.

Ds van Bruggen brengt tn zijn conclusies een kleine wijziging aan en bespreekt nog enkele geuite bezwaren. Nadat nog enkele synodeleden hebben gesproken, sluit de praeses de discussie en stelt voor de stemming over de conclusies tot den volgenden morgen uit te stellen.

De synode is het hiermee niet eens. Hiet blijkt dat er een tegenvoorstel van Ds v. d. Bom, Ds de Goede ter tafel komt. Besloten wordt eerst over de (slot)-overwegingen en besluiten van het rapport te stemmen. Deze worden allen met een aantal stemmen, variëerend tusschen 20 en 22 stemmen en tegenstemmen van 5 tot 7 stemmen aangenomen, zoodat het tegenvoorstel niet In stemming komt.

Het aldus door de Generale Synode aanvaarde luidt:

De Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland Ac. Dl. 1948 te Amersfoort vergaderd; kennis genomen hebbende van:

a. een bezwaarschrift van de classis Enschede tegen het besluit der part. synode van het Zuiden van 29 October 1947 betreffende Ds W. G. F. van Herwijnen;

b. een bezwaarschrift van de Kerk van Maastricht tegen idem;

c. een bezwaarschrift van de classis Zeeland tegen idem idem;

d. van eenige andere te dezer zake bij haar ingekomen brieven;

overwegende:

1. dat het sub a genoemde bezwaarschrift van haar vraagt hetgeen niet tot de taak eener Generale Synode

behoort; 2. dat de sub b en c genoemde bezwaarschriften haar ongegrond zijn gebleken;

Constateerende: dat de positie ten aanzien van de kerkelijke samenkomsten van het zich als hulsgemeente aandienend overblijfsel der Kerk van Rilland-Bath en in verband daarmee die van Ds W. G. F. van Herwijnen ook na de besluiten der classis Noord-Brabant en Limburg van 21 November 1945 en 20 November 1946 en van de part. synode van het Zuiden van 29 October 1947 nadere regeling behoeft;

Besluit:

1. aan de verzoeken, vervat in de sub a, b en c genoemde bezwaarschriften niet te voldoen;

2. aan de classis Zeeland te verzoeken de positie van de kerkelijke samenkomsten van het overblijfsel der kerk van Rilland-Bath en in verband daarmee van Ds W. G. F. van Herwijnen ia goed overleg met dezen nader te willen regelen, of zoo zij daartoe niet besluiten kan, alsnog tegen het besluit der classis Noord-Brabant en Limburg van 21 November 1945, dat de kerkelijke positie van het overblijfsel der kerk van Rilland-Bath nadere regeling behoeft . en Ds W. G. F. van Herwijnen, wijl ten onrechte geschorst en afgezet, wederom als Dienaar des Woords behoort te worden ontvangen, bij deze classis c.q. bij de part. synode van het Zuiden haar bezwaren welomschreven goed gefundeerd in te dienen;

3. van dit besluit onder toezending van het advies der Commissie II kennis te geven aan de classis Enschede, de classis Schiedam, de classis Zeeland, de kerk te Breda, de kerk te Maastricht, de kerk te Slledrecht en mede voor het zich als huisgemeente aandienende overblijfsel der kerk van Rilland-Bath aan Ds W. G. F. van Herwijnen.

De praeses spreekt hierop nog een toepasselijk woord over deze beteekenisvolle beslissing en sluit daarop de vergadering na het gemeenschappelijk zingen van Psalm 89 : 7 en dankgebed, waarin de assessor voorgaat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen