GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een mededeeling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een mededeeling

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Volgende brief is verzonden: ROTTERDAM, 8 Januari 1949.

Aan de Redactie van EENIGHEID DES GELOOFS, p/a den Weid. Heer Ds A. Dondorp, HEEMSTEDE.

Zeer geachte redactie.

Zeer tot mijn spijt zie ik mij genoodzaakt mij terug te trekken uit den kring der medewerkers. Ge weet dat ik reeds van het begin af mijn bezwaren heb gehad om mijn naam te blijven verleenen aan uw blad. Bezwaren welke ook na samenspreking en correspondentie, niet geheel konden worden weggenomen. Ik besloot in den loop der jaren eens aan te zien hoe zich uw blad zou ontwikkelen. En tot mijn leedwezen moet ik zeggen: niet zooals ik gehoopt en verwacht had. Ik acht me op dit oogenblik ontslagen van de plicht om dat in den breede te motiveeren.

De laatste maanden echter zijn mijn bedenkingen toch toegenomen. De begonnen briefwisseling tusschen ds van Teylingen en dr Bos achtte ik een waardevolle bijdrage om te komen tot de eenigheid des gelopfs. Maar de afloop heeft me bijzonder teleu%esteld. Niet omdat ze elkander zouden gevonden hebben, maar juist de wijze waarop en de tijdsomstandigheden waaronder zij meenden elkander metterdaad te hebben gevonden. Indien uw redactie van meening mocht zijn, dat zij met hun laatste stellingen de eenheid des geloofs hebben naderbij gebracht, dan meen ik van meening met u te moeten verschillen. Ik ben van overtuiging dat de ware eenheid hierdoor niet gediend is geworden.

Maar ook daarover 2ou ik desnoods nog hebben willen heenstappen. Echter het nummer van 7 Jami^ri 1949 heeft me ertoe gebracht een officieel einde "te maken aan mijn medewerkerschap. Ge kunt terecht opmerken dat daarvan ook niet veel gebleken is, daar ge weinig artikelen van mijn hand hebt kunnen plaatsen, ik stem het volledig toe, maar juist mijn nog levende bezwaren hebben me weerhouden zoo daadwerkelijk mee te leven en mee te doen, als ik zoo graag gewild had. Een artikel als dr F. L. Bos nu geschreven heeft hadt ge nooit mogen plaatsen. De wijze waarop Prof. Dr Schilder daarin wordt aangeduid en bestreden, is beneden, verre* beneden het peil, waarop de artikelen van Uw blad zich in den regel bevinden. Maar dit is kortweg minderwaardig. Ik wensch mijn naam dan ook niet langer te verbinden aan Uw blad. Ik had niet durven denken dat een dergelijk artikel Uw redactie ongestraft en ongecorrigeerd had kunnen passeeren. Ik mag dan ook niet anders verwachten en zelfs eischen dat ge amende honorable doet tegenover Prof. Schilder, Uw medewerkers en lezers. .

Nu weet ik dat ik den schijn op mij laad, dat ik om bijkomstige redenen mijn afscheid neem uit Uw kring en dat ik uit geprikkeldheid en overgevoeligheid mij terugtrek Ik zal niet ontkennen, dat dit alles mede een rol speelt en zelfs de aanleiding is geweest tot mijn besluit. Dit zij dan zoo. Maar het komt niet te pas dat men mannen, met wie men van megning meent te moeten verschillen op deze wijze in het openbaar bestrijden gaat. Er zijn nog normen Voor persfatsoen. En indien de schrijver van het gewraakte artikel mocht opmerken, dat zijns inziens Prof. Schilder zioh mede daaraan schuldig maakt, wat ik voor mij ontken, dan geeft hem dat zeker niet het recht om dan in diezelfde zonde te vallen. Bovendien in Uw blad waar velen uit zoo zeer verschillenden kring .zich wellevend en correct jegens elkander hebben te gedragen, is het jammerlijk, wanneer een schrijver een broeder van' zijn eigen kerkelijk huis op deze wijze aanvalt. Uw lezers hebben dat niet verdiend, want met dit doel is Uw blad allerminst opgericht. En eindelijk, niemand uit den kring van redactie en medewerkers zou het gedoogen dat op dergelijke wijze werd geschreven over een van hun voormannen en vrienden. En dat terecht.

Mijn eenige vraag en laatste verzoek is of ge van mijn brief mededeeling wilt doen aan Uw lezers. Ik zal - Prof. Schilder verzoeken dezen brief te plaatsen in De Reformatie van 22 Januari 1949.

Met vriendelijke groeteuj^

Uw d.w. D. K. WIELENGA:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 januari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Een mededeeling

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 januari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's