GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Theologische Hoogeschool gedurende haar 94ste levensjaar 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Theologische Hoogeschool gedurende haar 94ste levensjaar 1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer we, voor we overgaan lot het verrichten van die handeling terwille waarvan deze samenkomst in eerster instantie werd belegd 't nu in het verleden verzonken Schooljaar nog even overzien, rijst boven alles, wat van het daarin geschiede in onze herinnering voortleeft, uit, die daad van onzen hemelsohen Vader, waardoor Hij Professor Doctor Saekle Greijdanus uit het lichaam onzer School losscheurde en overbracht in zijn heerlijkheid.

Inderdaad zoo hebben we het beleefd: Prof. Greijdanus werd op den 19den Mei van het vorig jaar uit de School losgescheurd. Voor ruim dertig jaar was hij als een vreemde in haar corpus ingelijfd. Greijdanus was immers een trouw zoon der Doleantie en de Vrije Universiteit was zijn alma mater. En daarom en zóó was de School voor hem en hij voor de School een vreemde. Ze hadden elkaar voorheen zelfs nimmer ontmoet! Maar zijn komst voorspelde door de wijze waarop zij een feit werd, aanstonds veel goeds.-Vooreerst werd in Greijdanus, met groote eenstemmigheid, tot hoogleeraar g e k o z e n een geloovig, zichzelf volkomen wegcijferend dienaar des woords, die, hoog begaafd doctor theologiae, rusteloos had gestudeerd. Hij nam voorts zijn benoeming aan de Theologische Hoogeschool niet a a n in de overweging, dat dit instituut noodgedwongen in het leven moest worden gehouden, zoolang een koppige minderheid zich aan het synodale besluit om haar op te heffen niet wilde conformeeren. Neen, hij zag voor onze Hoogeschool een eigen en onmisbare functie en roeping ten behoeve van de kerk Gods. En in die overtuiging zei hij rustig en krachtig j a tot de kerken, die hem voor deze nieuwe taak riepen. En toen hij in December 1917 zijn ambt aanvaardde was zijn inaugureele rede van het begin tot het eind een krachtig belijden van de waarachtigheid van het geschreven woord Gods • óók en juist in de wereld van de theologische wetenschap.

Zulk een inkomen en opgenomen worden in het leven der School gaf grond voor het koesteren van groote verwachtingen. En we mogen het nu in waarheid en oprechtheid verklaren: Greijdanus en de School zijn een eenheid geworden, zoo innig als misschien nimmer te voren één van de hoogleeraren met haar heeft gevormd. Hij heeft de School en in haar de kerken nimmer teleurgesteld. Ook niet in de jaren toen de zwaarste crisis, welke de School ooit heeft moeten doorworstelen, een crisis, waarin ontrouw aan de kerk en dus ondergang haar bedreigde. Greijdanus heeft hard, goed, trouw, geloovig gearbeid. En zoo is hij, dat nederige kind Gods, dat alleen maar dienaar van God en al diens kinderen begeerde te zijn een gróóte geworden in den kring der School en evenzoo in de wereld van de theologische wetenschap. Hij blijft ons onvergetelijk.

Een schoone en stijlvolle herinnering aan zijn arbeid en geloof heeft Prof. Greijdanus ons nagelaten vooreerst in zijn b i b 1 i o t h e e k, die hij aan de School legateerde en die als een eigen, afgerond onderdeel van onzen boekenschat zal blijven voortbestaan, maar niet minder, in de stichting: het Greijdanus-Kruithoffonds, die bij testamentaire beschikking in het leven werd geroepen. De kerken — zoo zei hij kort voor zijn sterven — hebben het mij mogelijk gemaakt de studie tot de promotie toe te voltooien. De kerken hebben mij altijd aan stoffeüjk goed gegeven wat voor mijn levensonderhoud en arbeid noodig was. Al wat bij mijn heengaan daarvan overig is'zal ik daarom aan die kerken teruggeven. En dan speciaal om ze te helpen bij de verwerving van predikanteii ook uit die broeders, welke de kosten van de voorbereiding daartoe zelf niet kunnen dragen.

Wij hebben dit aangehoord en eerbiedig gedacht: dat is Greijdanus!

Toen de scriba der Curatoren op een van de laatste vergaderingen van dat college zijn concept-verslag over het voorbijgegane cursusjaar voorlas, zei hij o.a.: Prof. Greijdanus zal moeilijk vervangen kunnen worden. Mogelijk zal hij onder Gods zegen wèl worden opgevolgd.

Het is mij een oorzaak van groote vreugde en dank thans te mogen gewagen van den zegen des HEEREN ons in het zoeken van den opvolger van Prof. Greijdanus geschonken. Zonder dat één enkele wanklank werd vernomen, mocht alle arbeid worden verricht. welke in de benoeming van Dr H. J. Jager tot hoogleeraar in de Nieuwtestamentische vakken door de Generale Synode van Amersfoort resulteerde. Wij heeten hem reeds in deze samenkomst hartelijk welkom, en hem de verzekering gevende van een open hart voor hem en zijn gezin, bevelen wij hem met het oog op zijn zeer gewichtigen arbeid Gode en zijn genade aan.

Wat voorts den gang van het Schoolleven gedurende het , voor ditmaal met een paar maanden verlengde, 94ste levensjaar betreft: we mochten ons met het oog daarop verheugen in de heerlijkheid van het alledaagsche — waarbij ik zoowel op verheugen als op heerlijkheid het ac9ent zou willen leggen.

In het Curatorium vonden enkele mutaties plaats. Ds B. A. Bos, die wegens verhuizing ophield curator te zijn, werd vervangen door Ds C. Vonk van Schiedam. Friesland, oorspronkelijk ook voor de curatoraanwijzing gecombineerd met Groningen, zond thans een eigen deputaat-curator in Ds J. Hettinga van Harlingen. In het Stichtingsbestuur dat met blijvende toewijding zijn arbeid verrichtte, vond geen wijziging plaats.

Gedurende het nu voorbijgegane jaar werden de namen van 21 studenten in het Album der School ingeschreven. Zeven candldaten meldden zich bij ons met het oog op de studie voor het doctoraal examen. Gerecenseerd werden 113 inschrijvingsbullen. Daaronder waren er 79 van adspiranten voor het candidaatsexamen, terwijl er 34 toebehoorden aan sollicitanten naar den doctorshoed. Het aantal studenten bedraagt derhalve momenteel 132.

Omtrent de bedoening der studenten, voor zoover die een moment van het leven der School uitmaakt, behoeft niets bizonders te worden gememoreerd, hetgeen steeds het beste is van wat daarover kan worden meegedeeld.

Een belangrijke wijziging in de personeelsbezetting vormde de aftreding van Prof. Schilder als bibliothecaris. Op zijn verzoek, ingediend onder den druk van te omvangrijken arbeid, ontving de grondlegger van onze bibliotheek een, om zijn persoon graag gegund, maar vanwege zijn verdiensten op dit gebied noode verleend, eervol ontslag. De curatoren benoemden op voorstel van het college van hoogleeraren tot zijn opvolger Prof. Deddens. Bibliophiel en bibliophaag van aanleg is het beheer over ons boekenkapitaal in zijn handen ongetwijfeld veilig. Voorts is de bibliotheek een voorwerp van aanhoudende vreugde in onze Schoolwereld. Gestadig groeit zij. En met boeken van groote waarde. Als ik memoreer, dat juist „Migne" werd besteld weet elk insider in welke richting en met welk een vaart ons boekenbezit wast. Het Dames-Comité doet met kleine middelen wonderen. Door den arbeid daarvan wordt onze bibliotheek in zeer bizonderen zin een „volksbibliotheek". Ze is immers geheel en al e^n geschenk van het Gereformeerde volk. En door den noesten arbeid van den conservator wordt ze ook een steeds bruikbaarder instrument in het Schoolbedrijf. Wanneer wij den conservator noemen, denken wij als vanzelf ook aan den anderen functionaris, die eveneens van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in het gebouw der School aanwezig is en zijn werk niet minder „van harte" verricht: niet graag zou ik vergeten den pedel te danken voor den velerlei arbeid, welken hij, met assistentie van zijn vrouw, ten bate der School verzet en den onwaardeerbaren steun, welken hij een onervaren rector bood.

Tenslotte moge ik nog vermelden, dat de rector op den Ssten September van het vorige jaar in de gelegenheid werd gesteld H.M. Koningin Juliana in het KoninkUjk Paleis te Amsterdam geluk te wenschen ter gelegenheid'van haar troonsbestijging.

De voor mij meest begeerlijke onder de vele plichten van een rector is die van het overdragen van zijn waardigheid aan zijn doo; ' de Curatoren benoemden opvolger in deze functie. Ik heb het rectoraat steeds als een schoon ambt beschouwd, wanheer en zoolang een ander daarmee was bekleed. Dat ik van die schoonheid thans weer mag gaan - genieten is mij een oorzaak van vreugde. En dat dit mag geschieden, nadat ik het rectoraat aan U, collega Holwerda heb overgedragen verdiept mijn vreugde niet weinig. Ik zal niet zeggen waarom wij, uw collega's, U met vreugde en vol vertrouwen deze „exousia" zien overnemen. Men zou terecht opmerken: zwijg gij maar stil, wij weten het ook wel. Ik moge U alleen verzekeren, dat de last die op U wordt gelegd een lichte is. Is het soms moeilijk leiding te geven in een gemeenschap van werkers, waarin ongedwongen steeds een sterke eenheid des.geestes openbaar wordt? Met de bede dat God, Die den weg van deze School heeft gemaakt tot een lichtspoor van zijn genade, haar in al haar arbeid ook onder Uw rectoraat moge houden in de gehoorzaamheid aan zijn woord, draag ik U het rectoraat over. — Ik heb gezegd.


1) Het hierna volgende is de vermelding van de lotgevallen van de Theologische Hoogeschool, zooals deze door Prof. Veenhof werd gegeven bij de overdracht van 'het rectoraat op 8 Februari j.l.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 maart 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

De Theologische Hoogeschool gedurende haar 94ste levensjaar 1)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 maart 1949

De Reformatie | 8 Pagina's