GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds B. A. Bos onder de extremisten?

We hebben uitdrukkeUjk in ons blad gewaarschuwd tegen het woord „extremisten". Wij zijn er tegen, dien naam te gebruiken, en achten hem altijd lichtvaardig en onduidelijk en onzakelijk. Wij voor ons meenen dan ook dat noch ds B. A. Bos, noch iemand dergenen van wie hij meent te verschillen, extremist is.

Maar hoe gevaarlijk de naam is, kan een anecdote illustreeren. In „In de Waagschaal" van 3 Juni 1949 wordt fn de rubriek „Ter zijde" het verslag geciteerd van de vergadering, waar ds B. A. Bos den heer J. Schouten heeft toegesproken. Wij nemen uit „In de Waagschaal" de coupure over:

„Zeker, ook in de a.r. partij werken zondige menschen, doch ik ben Gode dankbaar, aldus spreker, dat het klare woord van de Schrift ook voor het staatkundige leven veilig Is in handen van de a.r. partij en haar leider Schouten (applaus)".

De redacteur van „In de Waagschaal" had daarbij opgemerkt:

„Het duizelt mij. Hoe staat het nu eigenlijk? Vindt het Woord van God zijn veiligheid bij ons of vinden wij onze veiligheid bij het Woord van God? Het Is toch wel een symptoor^ van een noodlottige verzakelijktog der geestelijke dingen en van een niet minder noodlottige verwereldlijking van het christendom, wanneer wij ons vertrouwen stellen op een partij en haar leider, omdat wij meenen, dat Gods Woord In hun handen veilig Is".

Aan het eind van zijn artikeltje roept de schrijver van „In de Waagschaal" uit:

„Vooruit dan maar: Het Woord Gods is veilig to de handen van de A.R. partij en haar leider Jan Schouten! Zoekt God, terwijl Hij te vinden is, roept Hem aan, terwijl Hij nabij is! Kiest het C.N.V.! Applaus! En nu zal ik het weer gedaan hebben en booze brieven ontvangen. Als men er dan maar aan denkt, dat ik niet beweer, dat het Woord van God in mijn handen veilig is".

Nu komt in het nummer van „In de - Waagschaal" van 17 Juni 1949 de schrijver op het geval terug. Hij schrijft:

, , Eeu Gereformeerd collega schreef mij naar aanleiding van mijn „Terzijde" van 3 Juni een brief, waaruit ik gaarne het volgende» aan onze lezers doorgeef:

, , Ik ben u dankbaar voor het signaleeren van geref.

en a.r. dwaasheden. U kunt er zeker van zijn, dat er zeer velen in de Geref. Kerken zijn, die even duizelig geworden zijn als u bij het hooren of lezen van de gewraakte nonsens Jammer vind ik het, dat u door te schrijven: laat niemand zeggen, dat deze wijze van spreken uitzondering is, de gedachte wekt, dat al wat gereformeerd of a.r. is, spreekt zooals die dominee spreekt. Ongewild werden wij dus allen min of meer geïdentificeerd met dien spreker en dat willen zeer velen beslist niet. In uw citaat was een extr e-mist aan het woord en niet een man, die als repraesentatief voor den gereformeerden predikant mag gelden. Door identlflceerlngen als in uw laatste „Terzijde" worden kloven aangewezen die er niet zijn, vervreemdingen onwettig geaccentueerd".

De schrijver van „Terzijde' antwoordt:

„Op de vraag van mijn geref. collega antwoord Ik met een overtuigend ja. Hoe meer wij elkaar vinden, hoe liever het mij is. Hij vergete echter niet, dat het extremisme zoowel in zijn als in mijn kerk een algemeen verschijnsel is".

Men zal ons niet ervan verdenken, dat het standpunt van „In è.e Waagschaal" het onze is. Maar het gevalletje illustreert toch, hoe dwaas een term als „extremist" is. Uit de gegeven citaatjes is (wij nemen aan, dat de „geref. collega" van den Terzijde-schrijver een synodocratische is) meer dan één leuk bizonderheidje op te diepen:

^) de synodocratische dominee noemt ds B. A. Bos een extremist; hij zal we! weten, dat deze onder de „vrijgemaakten" veel spreekt over „den weg tot elkander" en hem derhalve allicht veel beter achten dan b.v. ondergeteekende. Vermoedelijk zal hij dus alle „vrijgemaakten" extremist achten;

alle „vrijgemaakten" extremist achten; - ) de schrijver van „In de Waagschaal" constateert evenwel extremisme ook in de synodocratische gemeenschap (geUjk in de Ned. Herv. Kerk);

^) de synodocratische dominee constateert „gereformeerde èn a.r. dwaasheden". Hij vindt dus de bewering, dat het Woord Gods bij de A.R. partij en bij den Heer Schouten veilig is, dwaas. Dat is dus in de oogen van ds B. A. Bos waarschijnHjk een ander extremisme dan het ons toegedachte. Zoo staat in de oogen van den een ds Bos „in het midden'' en in die van den ander „aan den rand" (extreem). En vice versa. De warwinkel dus.

*) hij illustreert dus — zonder zijn naam te hebben onthuld — onze bewering van sympathie.

Conclusie: schaf het ondoordachte woord maar liever af.

Nogmaals: extremisten.

Nadat we de hierboven staande copie hadden verzonden, verscheen het nieuwe nummer van „In de Waagschaal". Daarin schrijft de rubricist van „Terzijde" :

De gereformeerde collega, die mij meedeelde, dat de uitlating van de gereformeerde dominé ook door hem veroordeeld wordt, maar dat die dominé een extremist Is en dus niet representatief voor de Gereformeerde Kerken, was oorzaak, dat een gereformeerd gemeente-Md mij schrijft:

, , Ik ben blij, dat dit zo is, maar Ik vraag: waar blijven de anderen? Ik merk er nooit iets van. Welke gereformeerde predikant heeft de moed te protesteren tegen de lelijke aanval van de extremist Zuidema op de zending? Ik ben blij, dat ik nu weet, dat ik niet alleen sta, maar Ik hoop, dat er nu eens iemand zal opstaan, die openlijk protesteert".

Ik vind het de moeite waard, dit getuigenis door te geven.

Het is maar al te waar, dat vele Gereformeerden m de Gereformeerde Kerken en ook in onze Hervormde Kerk de door ons gesignaleerde verschijnselen wel betreuren en veroordelen, maar dat zelden of nooit openlijk en publiekelijk doen. Honderden zijn verontwaardigd over wat prof. Zuidema schreef. Ook vele gereformeerde predikanten. Maar deze verontwaardigüig heeft geen mond. Het is een zwijgende, een stomme verontwaardiging. Maar het extremisme zet een heel grote mond op en zwijgt nooit.

Al jaren wacht ik op een bevrijdend woord van onze gereformeerde broeders, bevrijdend vooral voor duizenden eenvoudigen, die alleen maar de extremisten horen spreken.

De lijst der memorabili groeit derhalve (mét onze gespannen belangstelling voor de vraag, wat een WAAGschaal nog met WEGEN te maken zou hebben): a) ook „gemeenteleden", misschien ditmaal wel één die bhj is omdat ds B. A. Bos de „extremis.ten" onder óns aanpakt, rekenen hem zelf tot extremist (waarschijnlijk zonder te weten dat hij het is; één zinnetje is al genoeg (nog wel uit een krantenverslag) om ds B. A. Bos te hangen" aan de extremistengalg, inplaats van haar te bedienen; onze christeUjke wereld houdt van de profetie alleen maar het pathos over, maar „hooren" doet ze niet meer — zoover ze zoo haastig oordeelt;

b) wie nog „hooren" wil heet voorstander van het confessioneele gezag der openbaring, en dus extremist;

c) ook prof. Zuidema staat thans onder de extremisten — en die heeft zich toch niet vrijgemaakt;

d) vele „synodocratische" dominees blijken hem evenals ons „extremist" te noemen, wat wij (het gaat over het feit van dit hiin noemen) onmiddellijk als feit toegeven;

e) „HET" „extremisme" zet volgens dezen schrijver een grooten mond op. Een „ernstig woord" heet vandaag een „groote mond"; hebt u pathos, meneer? best, maar dan toch het mijne? Het forme e 1 e respect voor de pathetische profeten is een mooie leus om het materieele respect voor alle andere beweerde profeten te loochenen ten gunste van het m a t e r i e e l e respect voor den grooten-mond-opzetter: losgeslagen individu, dat aan de orthodoxie het land heeft;

f) deze schrijver krijgt zijn „smaldeel" uit Ridderloos' mede-excommunicanten pour besoin de la cause even zeker als Ridderbos het zijne, 'n Kwestie van tijd.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 juli 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 juli 1949

De Reformatie | 8 Pagina's