GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Op verstrooidenreis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op verstrooidenreis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI

Dien avond heb ik opnieuw tot diep In. den nacht geboomd met dokter Sihombing. Vandaar dat ik niet al te frisch ontwaakte in den vroegen ochtend van den volgenden dag. Maar vroeg opstaan was eisch. De terugreis van Poerwokerto naar Semarang zou per treia geschieden. Zulks ter besparing niet alleen van geld, maar ook van tijd. Bovendien zou de treinreis me in staat stellen in Pekalongan af te stappen om daar enkele broeders te bezoeken. Intusschen zag ik de reis wel met eenige spanning tegemoet. Op het baanvak Poerwokerto-Proepoek-Tegal werd de trein nogal eens lastig gevallen door benden. (Op het moment dat ik dit schrijf is de treinverbinding opgeheven in verband met de voortdurende aanvallen.) Toch was het kiezen van den trein als vervoermiddel in de gegeven omstandigheden wel verantwoord. Gewoonlijk werden alleen treinen uit de richting Proepoek beschoten om den aanvoer van legervoorraden te verhinderen. En voor het bezoeken van de jongens mag toch ook niet elk risico worden vermeden.

Mijn plaatsje in de tweede klas coupé aan het raam nam ik in toen alles nog pikdonker was. De trein vertrok te laat.

.Inmiddels was het begonnen te dagen. Dadelijk buiten Poerwokerto teekenen zich in de klare morgenlucht de scherpe contouren van den vulkaan de Slamat af. Prachtig gaat de zon op over het landschap, dat door den Slamat geheel wordt beheerscht. Ik geniet van • het gezicht. Langzaam komt van zeezijde • zich een wolkensluier over den top van den vulkaan schuiven. Het is of onzichtbare handen van de andere zijde van den berg en helder witte wollen deken over den kruin heen drukken. We naderen den berg. Dit machtige brok natuurschoon is het gevaar, dat we tegemoet rijden. Niet omdat een uitbarsting te vreezen is.

Maar omdat zijn hellingep uitgezochte schuilplaatsen bieden aan de troepen van Soekamo. De spoorlijn is zoo aangelegd, dat hij langs den voet van den berg gaat. Het gevaar tegemoet. Diep in me is weer die eigenaardige spanning. De berg heeft op zichzelf al iets dreigends in de donkerblauwe afteekening van zijn inmense massief tegen de heldere morgenlucht. We rijden ongeveer een half uur en stijgen in zig-zag lijn tegen den voet van het gevaarte op. Plotseling gilt snerpend de stoomfluit van de locomotief als een alarmkreet door den morgenvrede. Geknars en huilend gegil van remmen. Er is iets aan de hand, dat is zonder meer aan iedereen duidelijk. De spanning is nu leesbaar op ieders gezicht. Mijn hart slaat me in de keel. Het is de eerste keer, dat ik het gevaar vlak bij weet. Een tot stilstand gebrachte trein beteekent zonder meer een beschieting, dat is de praktijk. En de trein stopt onverbiddelijk, dat is duidelijk. Ik realiseer me even den ernst van de situatie: verlaat ik me op Gods genade? Geloof ik, dat God zijn werk hier niet loslaat en dat mijn vrouw en kinderen in zijn hand veilig zijn als ik geraakt mocht worden? Dit schiet in een oogenblik door m'n gedachten. Dan doe ik hetzelfde domme ding dat alle medepassagiers presteeren: we hangefl. met onze hoofden uit het raam om te zien wat er aan de hand is, en bieden onszelf zoo aan als schietschijven aan eiken vijand die maar mikken kan. Maar rustig in den trein wachten zonder te weten wat er aan de hand is, geeft zoo'n machteloos gevoel. Ik wensch bovendien niet passief te blijven.

Met een laatst gehuil van remmen staat de trein stil, een twintig meter voor groote klipsteenen, die op de lijn gestapeld zijn om de trein tot ontsporing te brengen. Die toeleg is in elk geval mislukt. Maar de trein staat stil en een beschieting kan ieder oogenblik worden verwacht. Toch hebben we dan buiten de treinbewaking gerekend. Ben ik de eenige burgerpassagier van het blanke ras, de trein heeft een dertigtal militairen, die voorin den trein zijn gestationneerd in

een wagen met zandzakken, om tegen bomscherven beschermd te zijn, als bewaking meegekregen. Nog stond de trein niet stil, of de mannen hebben hun mitrailleurs reeds in stelling gebracht. Onmiddellijk zwermen een paar verkenners uit, het voor-en zijterrein in. Die trein vervoert spoorwegarbeiders en materiaal tot herstel van een eventueel opgebrokeq ••lijn. Er is ook een installatie bij de hand om aansluiting te maken op de telefoondraden langs de spoorweg. ^ In een ommezien is verbinding met Poerwokerto gemaakt en alarm gegeven. Dit alles maakt een zeer geruststellenden indruk: we zijn niet zonder meer aan de moordenaars overgeleverd! De inheemsche spoorwegarbeiders durven echter niet uitstappen om de klipsteenen van de lijn te verwijderen. Er moet eerst een HoUandsch militair aan te pas komen, die voorop gaat en zelf de keisteenen begint te verwijderen. Dat getuigt van groote koelbloedigheid, omdat onder den steenhoop heel goed een landmijn of een. ander explosief ding verborgen kan zitten. Nu de militair echter het voorbeeld van rustige zelfbeheersching geeft doen ook de spoorwegmenschen hun plicht en maken de lijn vrij.

Maar: daar knalt een schot. Onmiddellijk liggen alle passagiers op hun buik op den vloer van den spoorwagen. Niemand denkt eraan, dat zijn schoongewasschen witte kleeren daardoor ontoonbaar worden. Zelf heb ik trouwens weer mijn khaki aan en dat kan wel tegen een stootje. De eerst geluwde spanning bereikt weer een hoogtepunt, want ieder denkt dat dit het eerste schot is dat de beschieting openen zal. In ademlooze spanning verloopen de seconden. Maar er gebeurt verder niets. Langzaam aan wagen we het op te staan en weer uit de treinraampjes te kijken. Het blijkt dat één onzer jongens geschoten heeft op een verdacht persoon, die zich in het zijterrein ophield en ijlings de beenen nam.

De trein zet zich weer in beweging, nadat de militairen hun plaats in hun met zandzakken beschermden goederenwagen weer hebben ingenomen. Maar vijftig meter verder weer alarmgegil van stoomfluit. Weer stopt de trein voor een aantal op de Ujn gestapelde klippen, die zichtbaar worden als de trein een bocht neemt. Opnieuw wordt de hindernis opgeruimd, en opnieuw zet de trein zich in beweging. Maar nu blijft een tweetal militairen voor den trein uitloopen. Een nuttige, maar van veel moed getuigende maatregel. Zij tirailleeren voor den trein uit, verkennen de lijn, telkens zich dekkend tegen de bergwanden waartusschen door de spoorlijn is uitgegraven. Als die wanden hoog oploopen beklimt één der soldaten de hoogte. Vorige week is n.l. een trein van zoo'n bergwand af met granaten bestookt. Het kordaat optreden van onze mannen moet de Soekamisten, die zich ongetwijfeld in het zijterrein ophouden, hebben geïntimideerd. Vuur durven ze tenminste niet afgeven uit angst zelf de volle laag terug te krijgen. Maar 7 kilometer lang is de spoorbaan om de vijftig meter met keisteenen versperd. Op één punt blijken de spoorstaven losgeschroefd, maar dat is gauw genoeg verholpen.

Even voorbij Boemiajoe stopt de trein weer, nu om enkele wagons af te haken en een deel der militaire treinbewaking achter te laten. Hier bij Boemiajoe is een week geleden een trein tot ontsporing gebracht en van den spoorbaan af een meter of twee naar beneden geduikeld. Het materiaal moet worden gelicht en geborgen. Dat is een heele karwei, maar het wordt aangepakt.

Het gevaar is nu geweken, want we zijn den voet van den Slamat gepasseerd. Ik deel onder de militairen sigaretten uit die ik in Poerwokerto kocht uit den oorlogsbuit van Djocjakarta. Echte vorstenlanden. Ook heb ik een blik biscuit geopend, dat ik meekreeg, ik meen van de dokter Sihombing. De mannen zelf vinden het niets bijzonders wat zij hebben gepresteerd. Militair gesproken zal het ook wel geen extra vermelding waard zijn. Maar het is toch mooi onze mannen in actie te zien en kordaad hun plicht te zien doen. Daardoor is dien morgen erger voorkomen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 september 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Op verstrooidenreis

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 september 1949

De Reformatie | 8 Pagina's