Noodzakelijke correctie

In nummer 24 van den vorigen jaargang van dit blad liet ik een tegenstem hooren tegen de stem van Ds Botmia, die gehoord werd in het nummer van 16 Juli 1949. In mijn tegenstem komt een passage j^oor, die berust op een gesprek, met een der ouderlingen in Semarang gevoerd. Ik zond daarom de copie van mijn brief aan dien broeder toe, met het verzoek mij omgaand te berichten of ik zijn gegevens juist had weergegeven. Mocht het antwoord negatief luiden dan kon de passage nog per telegrafisch verzoek worden geschrapt. Op den datum waarop dit uiterlijk kon geschieden had ik geen bericht van Semarang. Derhalve had ik toen de passage moeten laten vallen. In drukke voorbereidtng voor een groote verstrooidenreis over Sumatra is me dit ontgaan en dacht ik pas aan deze zaak weer, toen ik een persoonlijk schrijven van Ds B. ontving, waarin hij de juistheid van de passage ontkende. Het' verblijdt me, dat mij, na onderzoek te Semarang zelf, gebleken is, dat Ds"B. daarin recht heeft. Met betuiging van leedwezen over de gemaakte fout, die Ds B. pijnlijk heeft getroffen, neem ik deze coupure daarom nu ook pubhek terug.

Zij luidde:

„En zooveel weet ik er ook van: het was in elk geval mede, omdat Ds B. zich niet vinden kan in het oordeel der kerken in Indië, dat gereformeerde leden te velde geroepen zijn tot kerkformatie (al dan niet Institutait) en dat als vergadering van geloovigen in het bataljon niet door mag gaan de bijeenkomst van alle protestantsche militairen in het bataljon, al wordt die bijeenkomst dan ook toegesproken door een geref. veldprediker. Dat derhalve ook aJs in een bataljon een geref. predikant de geestelijke verzorging van staatswege op zich nam, kringvorming is verelscht, en dat daar dus op dient te worden aangewerkt ook door den geref. veldprediker."

Ik kan meedeelen, dat Ds B. het met de hier gereleveerde meening van de kerken in Indië wel eens is, en dat dit uit zijn handelswijze destijds te Balikpapan ook feitelijk gebleken is. Mij gaven echter de door mij blijkbaar verkeerd begrepen gegevens uit het gesprek met bedoelden broeder te Semarang, gecombineerd met een artikel, waarin Ds B. enkele besluiten van de classis Batavia bestreed, den stelligen indrulc dat Ds B. van meening veranderd was. Vandaar de hier teruggenomen passage in mijn artikel.

Nog 'dit: ik schreef dat aan de door Ds B. besproken uitnoodiging om te Semarang te spreken er minstens één vooraf ging. Ook dit is niet juist gebleken. Wel kan ik meedeelen, dat destijds de bereidheid tot een spontane uitnoodiging te Semarang bestond. Tevens, dat later slechts door 1 ouderling bezwaar werd gemaakt tegen het optreden van Ds B. Uitteraard moest daarom over dat bezwaar in den kerkeraad worden gesproken. Vandaar de „aarzeling" van Semarang.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen