Radicalisme in anti-radicalisme

In het synodocr. orgaan van Gorinchem schrijft ds v. Munster:

„In 1947 was het 10 jaar geleden dat Jan Zwart, bekend organist van de N.C.R.V., overleed. Ter herdenking daarvan hield een hooggeleerd man, „onderhoudende art. 31 K.O.", voor de N.C.R.V. een lezing. * r

Het grappige was allereerst, dat hij in deze lezing zich beijverde, om een springlading te leggen onder de microfoon, waarvoor hij sprak. Thans, 2 a 3 jaar later, heeft men reeds tijd gevonden om de lonten aan te leggen. Oók de N.C.R.V. zal moeten kiezen en „art. 31" moeten gaan „onderhouden", of anders g

De gedachtengang in deze lezing was deze: alleen Christelijke muziek is echte muziek, en Jan Zwart was de enige organist, die voor Cliristelijke muziek gezorgd heeft. Want Christelijke muziek is muziek, die tot de (christelijke) massa spreekt, en niet alleen de kunstzinnige mens roert. En voor dat laatste had deze organist dan gezorgd. Hij had b.v. zijn kracht gezocht in een bewerking of paraphrase van het bekende versje: Scheepje onder Jezus' hoede.

'Denkelijk zou de heer Zwart, ware hij nog in leven, deze wat uitbundige lof zelf hebben afgewezen. Hij speelde nl. ook wel eens „klassieke" werken, die nu niet bepaald de „massa" toespraken.

Maar de luisteraar vroeg zich inmiddels geamuseerd af, of de geleerde spreker hier het spoor toch niet & l te pijnlijk bijster was. Het ging nl. eigenlijk over het probleem ener christelijke muziek, en het versje in Jcwestie mag een christelijk versje heten, maar dan toch alleen vanwege de christelijke woorden. Het is een simpel wijsje in de z.g. % maat, een z.g. dansmaat, en men denkt met schrik aan de mogelijkheid, dat iemand dit bekende „christelijke" wijsje (men lette op de aanhalingstekens) nog eens zou gebruiken als balletmuziek. Dan zou plotseling het „christelijk" karakter van iZwart's bewerking wel heel erg in de lucht komen te hangen. Of zou het christelijk karakter van Zwart's levenswerk wel tamelijk vaststaan, maar de radicale loochening van Gods „gemene gratie", die we hier aantreffen, een hachelijke onderneming zijn? f m d d w k s

Wie van „christelijke" muziek spreekt, mag niet aarzelen, ook te spreken van christelijke muziek-instrumenten. Ik wil wel verklaren, dat ik niet inzie, hoe je zonder zulk een christelijk instrument christelijke muziek zult voortbrengen. Het orgel van genoemde organist was de schepping" van een mens. De dispositie, de klankkleur, de intonatie, kortom heel de , , muziek" was door een mens bepaald. Als nu toch eens zou blijv EG i h ken dat deze mens geen christen was en niet artikel 31 onderhouden heeft! Je moet er niet aan denken!

Wie den tekst mijner hier bedoelde rede naleest (in ons lad) zal kunnen bemerken, dat deze pas door dr Wurth egen radicalisme gewaarschuwde schrijver alleen m.aar en beetje onzin van zichzelf radicaliseert, 't Geval Is ntusschen de moeite waard als specimen van het radi­ alisme in het doordraven tegen het radicalisme.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen