Het Christelijk onderwijs en de Unesco-Strop

We hebben herhaaldelijk de aandacht gevraagd voor de „Unesco", die, niet , , stlekum", maar wel op kousevoeten, bezig is ons „cultureel" (daar valt alles en nog wat onder) , .gelijk to schakelen". Nauwelijks had Hitler afgedaan, of de gelijkschakeling ging weer door. Die hóórt immers bij de doorbraaklieden: nauwelijks was de N.S.B, v/eggeblazen, of zij schiepen een P.S.B. De N(nationaal) was P( personalistisch) geworden. Maar verder hadden ze met twee derde van de letters wel vrede: S en B mochten blijven staan. Geen wonder: de antithese was weg. De antithese-menschen zeggen: de tegenstelling is die, welke er ligt tusschen het „God de eere geven", en het „in een niet-god uw vertrouwen stellen"; zij beweren dus: zoowel de N. als de P. is mis. Maar de anti-antithese-menschen houden staande: we zijn al heel erg gevorderd, als we de N. vervangen door een P. Overigens blijven ze bij het schepsel staan, en op het schepsel vertrouwen: de een op de , , natie", de ander op den „persoon".

Welnu, menschen van zulken geest hebben de priucipieele leer van een , , souvereiniteit bij de gratie Gods" cadeau gedaan; leveren ons daarom onbezwaard uit aan de U.N.O., die deels die souvereiniteit opslokt, laten in Brussel Spaak rebelleeren, en morgen tegen de rebellen van Moskou protesteeren. Zonder veel egards ten aanzien van een christelijke school — te onderscheiden van christenmenschenschool — beweren ze, dat de U.N.O. (organisatie der Vereende Volken) moet voortschrijden tot een U.N.E.S.C.O. (een opvoeding door organen en naar de meening van de vereende volken). Cultureel moge de een den ander pacifiek doordringen; 'n paar anti-antithetische natuurrechtsfilosofen en evolutionisten zullen dan wel ergens van een niet al te opvallend centrum uit de opvoeding van de volkeren, van hun studenten en kinderen, ter hand nemen. Als ze naar Nederland komen, in Utrecht zitten ze al, dan zullen ze natuurlijk ook daar de leerboeken wijzigen. Ze zullen de geschiedenisboekjes nivelleeren; want da volkeren moeten „begrip" voor elkaar hebben, ze moeten het chauvinisme in den ban doen, enz.

Dat beteekent dus: de strop wordt al klaar gemaakt, waar men straks zóómaar zijn hoofd in steken kan. Vreemden zullen ons zeggen, wat onze nederlandsche historie was. Willem van Oranje zal wel een plaatsje houden in de gelijkgeschakelde leerboekjes. Maar vraiag niet wat er terecht komt van God, en van geloof, en van kerk, belijdenis, verzet, in zulke boekjes. Vraag niet wat eigens een christeiyke school dan nog te vertellen heeft. Haar subsidie heeft haar afhankelijk gemaakt; ze kan niets , , eigens" meer dóen; zulke „unesco"-boekjes weigeren, meneer, dat beteekent immers: spelbreker zijn? dat ware toch extremisme? isolement? en bovendien: zaakjes van „de kerk" inbrengen in den souvereinen kring van de school? en daarom zullen ze meedoen, meedoen, en „begrip toonen".

U denkt, dat ik te donker, zie ?

Lees dan eens „Christelijk Schoolblad", 27 Juli 1950, uitgave Bosch» & Keuning, Baam. Vroeger heette het blad „Onze Vacatures". Daar wordt verteld van minister Rutten, die aan alle nederlandsche scholen een circulaire stuurde, waarin hij ten verzoeke van de Unesco, heel ons onderwijs oproept mee te werken aan een grondige schoonmaak van de schoolboeken. Omdat zij vol chauvinisme en vol wanbegrip tegenover andere volken staan.

Vervolgens komt de schrijver van het hoofdartikel (de R.) van zijn kant verhalen van „het prachtige en wijdvertakte werk, dat de Unesco doet". Leerzaam is dit citaatje:

Het staat nu eenmaal zo dat elk volk zichzelf beschouwt als de deugdzaamste, de edelaardigste, de meestverlichte natie ter wereld. De andere volkeu zijn achterlijk en zitten vol valse streken. Of, om het met een Bijbels woord te zeggen: Bij de Egyptenaren heerste drie dagen dikke duisternis, maar bij de kinderen Israels was het licht in hun woningen. Derhalve Is overal de vaderlandse geschiedenis een verhaal van strijd tussen de engelen („wij") tegen de kinderen Belials („zij").

Dat is een karikatuur — óók van den bijbel.

Ons hoofd wordt dus al vast bewogen in de richting van den strop, waaraan de Unesco ons wil ophangen, overigens zonder het zelf te beseffen. Ze heeft immers heelemaal geen Hamans-nijdigheid. Ze blaakt van welwillendheid. En het „element-van-waarheid" is er natuurlijk óók. Maar juist de welwillendste heidenen zijn de groote gevaren voor de welwillende doorbraakchristenen. Ben beetje barthianisme, een beetje P.v.d.A., een beetje Indonesië, een beetje pacifisme, en dan straks de Unesco, en daar

gédt onze christelijke school, waarvoor de arme vaders en moeders een halve eeuw geleden hun dubbeltje offerden, tenminste als ze het missen kónden.

Wie ontkent, dat er chauvinisme is?

Ik niet.

Maar-als iemand mij vertellen wU, dat wij chauvinisten zijn van klein-formaat, doch hijzelf heeft de oogen dicht voor de antithese Christus-Antichrist, en hij is dan zóómaar verliefd op de nog niet uit de grondverf gehaalde Vereenigde Naties van de Wereldfederatie, die straks wordt omgevormd tot Wereldnatie, en hij is dus — om zoo te zeggen — wereldchauvinist, nog voor heel die wereldnatie voor mekaar is, dan zal ik hèm toch mogen zeggen, dat hij van chauvinisme geen verstand heeft, en dat hij moet afblijven van onze grootere en kleinere kinderen, omdat hij de antithese niet kent, en dus van geen enkel volk de geschiedenis recht schrijven kan: acifisms — zonder Gen. 3 : 15.

Maar misschien zal hij me vertellen, dat de antithese ook al in een dissertatie van de V.U. haar congé kreeg. Ze beschermen daar, tot in schorsing-en-zoo toe, Kuyper in den kérkkring. Maar verder gaat vanwege de souvereiniteit in eigen niet-kerkelijken kring in alle andere kringen Kuyper vandaag overboord.

O ja, de minister, ten verzoeke van de Unesco, wil een „saneering" (!) van die leerboekjes. Je krijgt tegenwoordig amerikaansche schoolartsen, ook voor je ziel. En de dominees weten al, dat zij van de zaken der „dokters" 4f moeten blijven: souvereinlteit in eigen kring: een cultureele kring is geen kerkelijke. Wou de dominee (kerkeraad) toezicht hebben op de school? Om het schoolbestuur toe te roepen: houd vast aan art. 36 in de geschiedenisboekjes aangaande b.v. den 80-jarigen oorlog? Maar Zuidema vindt dat tyrannie van het kerkinstituut. En verder schrijft Baarslag naast Popma (dr K. J.) in het „Christelijk Schoolblad". En nóg verder? Zie hieronder.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen