GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Tlechte broeders - slechte menschen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tlechte broeders - slechte menschen

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dezer dagen las ik TertuUianus. Niet in het latijn, maar in een nieuwe nederlandsche vertaling, bezorgd door Christine Mohrmann (uitgave „Het Spectrum"). Het was een stuk uit zijn Apologetioum (39, 8 v.). Zooals de naam aangeeft, probeert TertuUianus de christenen te verdedigen tegen allerlei valsche besohuldi-.gingen.

Ik hoor, zegt hij, dat „zekere Heden" (foei, zouden de menschen vandaag zeggen) over ons, christenen, allerlei onzin aan den man brengen. Nu eens hebben ze dit, .dan _weer dat .op ons aan te merken. Ook het feit, dat

we elkaar „broeders" noemen geeft hun aanleiding tot praatjes over ons.

En wat hebben ze dan aan te merken op den broedernaam als aanspraak van christenen onderling?

Wel, zoo zegt TertuUianus, als ik me niet vergis, is het argument van onze beoordeelaars, dat zij zelf den broedemaam, en in het algemeen elke naam-vanbloedverwantschap, alleen geven „tengevolge van een geveinsde genegenheid". Zoo vertaalt Christine Mohrmann. Juist lijkt mij die vertaling niet heelemaal; niet de genegenheid was geveinsd, maar de naami). Maar dat interesseert ons ditmaal niet; liet gaat over den broedernaam naar TertuUianus' eigen opvatting. Dienaangaande zegt hij (tot die heidenen-beschuldlgers): , , Maar ook van u zijn wij broeders, volgens het recht van de natuur, die onze gemeenschappelijke moeder Is, hoewel gij niet menschen zijt in den vollen zin des woords, omdat gij slechte broeders zijt. Met hoeveel meer recht worden zij echter broeders genoemd, die met een en denzelfden Geest doordrenkt zijn".

Er zit meer aan de „kwestie" vast. Maar de opmerking over het feit, dat het mensch-zijn als deelhebben aan een onder wetten staande natuur pas concreet wordt, en „specifiek", in het broederzijn, is te interessant om ze niet even door te geven. Men zegt zoo vaak: we kunnen toch wel, al is de broederschap gebroken, teruggaan op vs^at ons in het mènschelijke verbindt? Ho, ho, roept TertuUianus, even nadenken.


1) Apud ipsos omne sanguinis nomen de affectatione simulatum est (ed. B. Rhenanus, 578).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 augustus 1951

De Reformatie | 4 Pagina's

Tlechte broeders - slechte menschen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 augustus 1951

De Reformatie | 4 Pagina's