GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gewriemel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gewriemel

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie geeft ons weer eens kèrk-stijl te zien?

Onlangs heeft onze synode zich bezig gehouden met de relatie tussen onze kerken en dé christelijke gereform.eerde. De schriftelijke correspondentie tussen deputaten ter ener, en die ter anderer zijde is voor wat betreft het laatste deel nog niet gepubliceerd. Dat ligt niet aan ónze deputaten. Want zij zeggen: publiceer maar élles dadelijk. Maar dat lag aan de chr. geref. deputaten. Die hebben een brief geschreven, waarvan ze zeiden: wg vrtllen geen publicatie. Dat was o.i. verkeerd. Want publicatie was van meet af aan goedgevonden. Maar ze zeiden: wat wij In de laatste brief beweerd hebben, is maaj ©en „indruk", en als u die brief publiek maakt, zullen wij vertellen, dat die publicatie tegen ons uitdrukkelijk verlangen gepubliceerd is.

Ik crltiseer dat niet. 't Hoeft ook niet meer, naidat ik de opmerking geplaatst heb, dat deputaten geen brieven moeten schrijven, die ze niet voor publicatie willen vrijgeven, en dat ze, wat niet voor publicatie geschikt lijkt, ook maar niet schrijven moeten binnen het kader der van meet af publicabel genoemde correspondentie. Is het geen opvallende discrepantie, dat enerzijds zelfs van mondelinge samenspreking publicabele notulen worden opgesteld, en dat anderzijds van een brief, die na al die genotuleerde sameusprekingen als voorlopig resultaat geschreven wordt, geen publicatie geschieden mag?

Hoe het zij, de chr. geref. deputaten wilden — althans voorlopig — geen publicatie van hun laatste brief. Wel vonden ze het — natuurlijk — goed, dat onze deputaten aan onze synode er kennis van gaven.

Zodat dus iedereen weten kan, dat buiten ónze schuld de synode van Kampen meer weet dan ieder ander.

En nu beleven we dit merkwaardige: a) chr. geref. sprekers (ook wel uit de kring van wie publicatie van hun eigen deputatenbrief hielpen verhinderen) houden over énkele onderdelen van de niet voor publicatie vrijgegeven torief openbare redevoeringen; b) persorganen van neutrale houding geven in grote opmaak en niet zonder sensationele opschriften daarvan brede verslagen, c) een uitlating, ook uit eigen kring, neemt daar weer nota van, en verbindt er opmerkingen aan, die naar mijn mening onjuist zijn.

Maar zou men niet beter doen, een brief, waarvan de schrijvers (de chr. geref. deputaten) zelf zeggen: publiceer hem nog niet!, dan maar voorlopig buiten de openbare discussie te houden ? En een synode, die — wat haar zelf spijt — meer weet dan een amder weten mag, rustig te laten oordelen, zonder op gezag van anderen, die publicatie tegenhouden, alvast tegen haar stemming te maken?

Het verbaast me, meer en meer, dat de kerkelijke samenleving door veel „gekibbel" maar weinig „twisting" beheerst wordt. Waar de „twist des Heren" getwist wordt, verdwijnt het gekibbel der mensen. Strgders, die ter zake van de , , twisting" zeggen: publiceer onze jongste missive niet, blijven buiten de pers wat die serieuze missive betreft, maar krijgen in de pers een vette letter, als ze in die tussenperiode aan het „kibbelen" slaan. Het betekent verlies van de kerkelijke-, stfll en leidt tot gewrlemel, en klelngoed. -

Er zal nooit van z'n leven een samenvloeien van twee kerkelijke stromen komen, zonder dat tevoren een massa misverstanden op te ruimen zijn zal, zonder dat wezen-Iflke morphologische verschillen —• ontstaan mede tengevolge van het lange tijd afzonderlijk staan — geduldige bespreking en zo mogelijk vereffening hebben nodig gehad, en zouder dat minstens tvrintlg jaar degenen die om 's Heren wil samengekomen zijn, nog lang zullen „kibbelen" om des vleses wil. Als ik. me uit mijn jongensjaren herinner, hoe vurig over A-en B-kwesties (de werkelijke, m.aar ook de onwerkelijke) is gedebatteerd in woningen en op vergaderingen door vaders, wier zonen zich vandaag niets meer van die dingen aantrekken, terwijl ze toch door de BELANGSTELLING van hun vaders en moeders liefde voor de kerk hebben geleerd en behouden, dan zucht ik: hoe lang zal het nog mogelijk zijn, liefde bij de kinderen voor de zaken van de kerk te behouden, als we aUeen maar gekibbel over onwezenlijke kwesties overhouden, maar serieuze van de tafel werken? Twist mèt gekibbel, och, dat zal er altijd zijn; want we zijn maar vlees en bloed: de oude A-en B-mensen hadden hun gekibbel, maar óók wel hun serieuze „twist". Maar als we krijgen gekibbel tnplaats van twist, dan is het gauw met ons gedaan. DAN krijgen we repeterende brokkelpartijtjes, niet eens meer repeterende „breuken".

Neem nu eens dat oreren van chr, geref. m.ensen over hun bezwaren tegen wat ze hebben opgevangen over „voortgaande reformatie". Wat weten ze daarvan anders daji een hap en een snap, opgevangen uit — gekibbel? En daarna verwerkt op hun eigen manier?

Neem eens hun beoordeling van de preken van de vrijgemaakte dominees? „DE"? ? ? Ik zou hevig jaloers kunnen zijn op al die veel-wetende mensen, als Ik hun refererend georeer geloven kon; want Ik weet vast en zeker NIET, hoe er door , , DE" vrijgemaakte dominees gepreekt wordt. Ik geloof dan ook, dat die sprekers en schrijvers yan chr. geref. zijde er ook geen zuiver beeld van hebben. En voorts kan ieder weten, dat binnen de chr. geref. kerken door een enkele wel bizarre dingen op de kansel worden verkondigd, waar men officieel geen halt aan toeroept.

Zo iets is voor ons besef geen reden om te zeggen: laat ze nu maar los. Als (gelijk nog pas) een chr. geref. dominee ergens een preek houdt, waarin de bruid Rebekka als de kerk wordt voorgesteld, dan herinner ik me, dat Geesink bij ons ook zo iets gedaan heeft; dat velen het ibizonder mooi vonden, tot de litterair angehauchte jeugd toe; en dat prof. v. d. Meiden, chr. geref., op het punt van het allegoriseren begonnen is voorzichtige tegenleldlng te geven.

We horen', dat er chr. geref. redevoeringen zijn, waarin heweerd wordt (een tikje kersteniaans klinkt het wel) dat bij ons „het werk van de Heilige Geest" niet tot zijn recht komt. Voor mezelf geloof ik dat niet (behoudens, natuurlijk, het feit, dat niets ooit ten volle tot zijn recht komt), maar dat zal niemand verder interesseren. Misschien zullen enkele vragen wèl worden aangehoord.

Hier zijn ze.

Gelooft u niet, dat men onmiddellijk een redevoering houden kan over het onderwerp: komt het werk van God de Vader wel tot zijn recht, laat ons zeggen: In de chr. geref. pers (want van die preken weet Ik net zo weinig als zij van de onze) ?

Of: Tel ooft u niet, dat de H. Geest de Geest van CHRISTUS geworden is, en dat dit (historisch) element van het Geest-van-Christus-gewórden-zijn In uw pers veel te weinig aandacht heeft, zo het al opgemerkt werd (de kwestie van de heilshistorische prediking, nog wel op een uiterst kardinaal punt) ?

Gelooft u niet, dat het verband van Woord en Geest bij velen van uw kerkleden, beuevens van uw voorgangers, verkeerd gezien wordt, of dat althans van de zijde van sommige uwer voorgangers te weinig gedaan wordt tegen een verkeerde constructie van dit verband? Gelooft u niet, dat het een armzalige theologie is, die br| kwesties van tot-zijn-recht-laten-komen-van-het-werkvan-de-Geest alleen maar denkt aan de religieuze individu, en aan wat hi diens hart gebeurt, en niet aan ambt, en Woord, en kerk, en antithese, en ware synthese, en zending, en kerkvergadering, en concentratie van de gelovigen, en dogma, en reformatie, de wérkelijke, en d^n ook de voortgaande?

Gelooft u niet, dat heel wat georeer over de bevinding een puur theoretisch, bevtndingloos, en bevindlngvreemd nakauwen is van wat in tijden van verval in elkaar gezet Is als de leer van de gestandaardiseerde ideale religieuze typem.ens, een ontwerp, niet alleen vals gedacht, maar ook net zo vreemd aan „het maaksel", waaraan God indachtig Is „dat wij zijn" als een robot vreemd is aan de werkelijke mens van vlees en bloed?

Als men eens ophield met alleen maar te zuchten over de nabijheid van Christus' wederkomst, die ons naar elkaar toe moet slaan, en we nu eens nalieten, elkaar wijs te maken dat we in Geneve erg veel zoden aan „de dijk" zetten, en daarentegen begonnen te vertellen, dat „de dijk" voorlopig in ons polderland gelegd worden moet, en dat je van zoden aan de dijk zetten vuile handen krijgt, en moe wordt, maar dat het karwei haast heeft, en dat je geen dwaas gekibbel erover beginnen moet, maar je knulsten in de modder zetten moet, om straks een gebaande weg — een dijk, een dam — te hebben, zou dat niet beter wezen?

We kunnen allemaal gemoedelijk spreken over de tekst: •bereidt de weg des Heren, maakt zijn paden recht, laat de dalen (gaten) verhoogd (gestopt) worden, en de heuvelen (de bobbels op het wegdek) geslecht, maar de Koning, die straks over de gebaande weg rijden wil, zegt tot ons: denk er wel aan, dat bevel is geen oproep tot het schrijven van een handleiding over de theorie van de wegenbouw, en ook geen verlof tot het institueren van een Technische Hogeschool voor 's Heren Wegenbouw, maar het is het sein voor het aan het werk gaan van wegwerkers: binnen een ommezien kruipen ze nu over de grond, en ze krijgen vuile handen, en ze trekken de baggerlaarzen aan, en ze bedienen de krakende maclünemet-grljparmen, maar — als het fluitje er geweest is, dan hebben de arbeiders niet te kibbelen, maar op te schieten.

Wat ons betreft: liever vandaag dan morgen de stukkeu op tafel. Maar geen tussentijds gekibbel, dat de publicatie van gewichtige brieven vervangen moet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 november 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Gewriemel

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 november 1951

De Reformatie | 8 Pagina's