GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vermors niet Uw tijd, noch Uw kracht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vermors niet Uw tijd, noch Uw kracht

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

OP EN OM 'T KERKPLEIN

Eenmaal weer aan 't bladeren in Huizinga's „Homo Ludens" — wellicht waren we op deze tocht langs een voor enige JEiren afgelegde route en op zoek naar bekende plaatsen, zelf zulk een „spelende mens", in 't spel verdiept (de uitdrukking zegt reeds hoe ernstig het ons bezig houden kan) — kwamen we ook weer dat hoofdstuk tegen over: „Het spelelement der hedendaagse cultuur" 1)/ Huizinga vrijst er op, dat in de laatste tientallen van jaren het spel met name in het moderne sportwezen hoe langer hoe meer door organisatie, systematisering en disciplinering aan zuiver spelgehalte inboet. De figuur van. de professional, de beroepsspeler, komt op: „Gaandeweg verwijdert zich in de moderne maatschappij de sport uit de zuivere spelsfeer, en wordt een element sui generis, niet meer spel en toch geen ernst". Hij wijst er voorts op, dat in de bord- en zetspelen immer een element van ernst aanwezig is. „De stemming van blijdschap hoort er nauwelijks thuis". Toch blijft volgens Huizinga het spelkarakter onaangetast. Anders is het, zo zegt hij, bij 't kaartspel: „Hier nu is de toenemende veremstiging buitengewoon sprekend. Van omberen en quadrille over whist tot bridge doorloopt het kaartspel een proces van stijgende verfijning, doch eerst bij bridge heeft de moderne sociale techniek zich van het spel meester gemaakt. Met handboeken en systemen, grote meesters en beroepstrainers is het een zaak van dodelijke ernst geworden" '. , , Als langdurige en algemene c r a z e ^) absorbeert het bridge dagelijks geweldige hoeveelheden geestelijke energie, hetzij tot heil of tot schade der gemeenschap. Van een edele d i a g o g e ^) in de zin, die Aristoteles aan dat woord gaf, kan men hier bezwaarlijk spreken: een volstrekt steriel kunnen, dat de geestvermogens slechts eenzijdig scherpt en de ziel niet verrijkt, kluistert en verbruikt een quantiteit van intellect en geestelijke spanning, die beter had kunnen worden aangewend maar misschien slechter aangewend zou zijn geworden".

Niet te kaarten werd vroeger in niet-gereformeer-de kring beschouwd als een van de symptomen van de bekrompenheid der gereformeerden. Thans is ook in vele christelijke kringen en in geTeformeerde de kaartclub en het bridge-avondje zo ingeburgerd, dat men uit hun midden het verwijt van bekrompenheid vernemen kan. Door ons werd zelfs de qualificatie „doperse mijding" wel gehoord. Die alzo spraken betoonden door hun taal nog oude relaties met Dr Abraham Kuyper te hebben. Van vader- of van moederszijde. Maar hetgeen ze zeiden — dat verschijnsel komt vandaag de dag meer voor — verried tevens dat ze een verbasterd kroost van Kuyper zijn. Zouden ze waarlijk nog staan in de strijd waarvoor Kuyper hun voorgeslacht eens opriep, mobiliseerde, weerbaar maakte en wapende, ze zouden voor de kaartclub en het bridge-avondje reeds geen tijd, laat staan lust hebben.

Huizinga was niet Gereformeerd. Huizinga was humanist.

Zij het dan dat aan het einde van zijn leven — naar verluidt — het hart naar Rome neigde.

Deze niet gereformeerde hoogleraar velt over het bridge het vernietigend oordeel: „een volstrekt steriel kunnen, dat de geestvermogens slechts eenzijdig scherpt en de ziel niet verrijkt". Het „kluistert en verbruikt een quantiteit van intellect en geestelijke spanning, die beter had kunnen worden aangewend". Als enige verontschuldiging voor deze vermorsing van intellect en geestelijke spanning voert hij aan, dat dit kwaad misschien nog groter kwaad mogelijk heeft verhoed.

Ik zeg niet, dat dit vernietigend oordeel een gereformeerd oordeel is.

meerd oordeel is. Maar wel, dat gereformeerde mensen, die mochten menen, dat je om „bij" te zijn toch ook de kaarten moet weten te schudden, er hun winst mee kunnen doen.

Als iemand aarzelend naar de overzijde mocht kijken, dan wete hij, dat ook „hun eigen profeten" die tijd- en energiebesteding hebben veroordeeld.

Huizinga, een van de groten uit humanistische kring, heeft dat vonnis gestreken: vermorsing van intellect en spanning, die beter hadden kunnen woren besteed.

Reeds tientallen jaren eerder sprak Schopenhauer oortgelijk vonnis: „het bankroet der gedachten". Gelukkig de man, die de HERE vreest.

Hij bidt alzo zijn dagen te mogen leren tellen, dat ij een vrijs hart bekomt. En liij leert ook „de tijd

itkopen, dewijl de dagen boos zijn".


1) Huizinga, a.w. pag. 202/3.

2) manie.

3) tijdverdrijf.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 februari 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

Vermors niet Uw tijd, noch Uw kracht

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 februari 1952

De Reformatie | 8 Pagina's