GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 18

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 18

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

maar voor twee jonge meisjes was het werkelijk gevaarlijk.

Vlucht We bleven de hele nacht wakker. We hoorden voortdurend het geluid van militaire voertuigen. Ze kwamen niet; alleen de motoren draaiden om het dorp in paniek te brengen: ze komen, ze komen! Soms konden we zelfs de lichten zien. Hun kamp was niet zover van het dorp. (Later in het gesprek zou Jyotsna vertellen, hoe ze zelfs in India begon te beven wanneer er een militaire kolonne passeerde.) De volgende dag stuurden we iemand naar het dorp om te proberen een wagen te bemachtigen. Hij kon een jeep krijgen van het bureau voor geboortenregeling. Met die jeep gingen we naar een ander dorp, ongeveer tien kilometer verderop. We gingen niet verder, omdat we vrienden hadden in de stad en omdat we wilden afwachten wat zij zouden doen. Mijn ouders woonden ongeveer zestig kilometer van die plaats; die van haar (Jyotsna) honderd kilometer, maar dan de andere kant op. We slaagden er niet in hen te bereiken (toen dit gesprek plaats had, hadden Nasim en Jyotsna juist bericht gekregen van thuis: hun ouders maken het goed, hun huizen zijn vernield). We bleven daar drie dagen en al die tijd konden we niet slapen. We hoorden het geluid van machinegeweren en gewone geweren. We waren de laatsten die dat dorp verlieten.

Rovers We gingen naar een ander dorp dat aan de andere kant van de- stad lag. Maar daar konden we niet blijven. Na tien dagen moesten we weer weg vanwege de rovers. In die tijd kwamen we namelijk voor het eerst rovers tegen, die probeerden vluchtelingen te bestelen. We hadden geen wapens, die hadden we moeten afgeven bij het politiebureau. We waren dus volkomen hulpeloos. De rovers kwamen van een ander dorp. Meestal kondigden ze zichzelf aan; we zijn met z'n twintigen of dertigen en we zijn allemaal gewapend. Je kunt dus niets tegen ons beginnen. We bleven dus tien dagen in dat dorp. Onze vrienden daar hadden vroeger wat land gehad, maar nu hadden ze nog maar één bamboehut, waarin je normaal niet kunt wonen. Wij zaten daar met ongeveer dertig mensen in. Het was zo koud, dat we stro moesten gebruiken. De meisjes sliepen binnen, de jongens buiten, in een soort voorraadkamertje. We moesten verder, omdat we last hadden van rovers.

Bommen Vijfentwintig kilometer verderop vonden we onderdak bij verre familie. Hoewel we

m

daar onder wat betere omstandigheden leefden, was het toch afschuwelijk. Dag en nacht hoorden we bommen en granaten inslaan. We waren vlak bij de grens tussen India en Pakistan en over de grens werd van weerskanten hevig geschoten. We bleven daar anderhalve maand en toen merkten we, dat de bevolking van het dorp begon te vluchten, vooral de Hindoes. Op het laatst hoorde ik elke dag van mensen die naar India waren gegaan. Het werd duidelijk dat we daar niet konden blijven. In mei gingen we op weg naar India. Op de weg zagen we veel dorpelingen die al hun huisraad hadden meegenomen. Dat durfden wij niet, want we wisten dat er aan de kant van de weg rovers op hun kans zouden wachten. We lieten het meeste dat we hadden daar achter. We namen alleen wat kleren mee; geld hadden we allang niet meer, want de banken gaven al anderhalve maand geen geld meer. We zagen onderweg tientallen mensen die van een sari (kledingstuk) een soort windscherm hadden gemaakt. Dat was hun enige onderdak. Binnen de paar vierkante meter die met een sari was afgeschermd.

Van de talloze vluchtelingen die vorig jaar uit Bangle Desj naar India gingen, uit angst voor het Pakistaanse leger, konden er velen geen onderdak meer vinden in de vluchtelingenkampen.

m

magazine

moesten hele gezinnen eten, baden, koken en slapen. Het was zo, dat in de dorpen het gevaar eerder van de rovers kwam dan van het Pakistaanse leger. We konden niet naar de stad vanwege de militairen, we konden niet naar de dorpen omdat we daar de kans liepen te worden beroofd. We hoorden dat in de omgeving van onze laatste verblijfplaats in Pakistan militairen waren gezien, We waren bang dat ze de richting van ons dorp zouden uitkomen. Bovendien zagen we de Hindoes naar India vluchten en werden er door rovers allerlei geruchten verspreid die inhielden dat het leger onze kant zou kunnen uitkomen. We namen een smalle, slechte weg naar India, zodat het leger ons niet zou kunnen volgen. Je zou kunnen zeggen dat we toen veilig waren.'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 18

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's