GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 9

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 9

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

al kan worden gegrepen door hen die langs uitgezette lijntjes zwemmen en die niet zelfstandig iets willen wagen, wat dan weer begrijpelijk maakt dat heden studiebegeleiding goed valt.

scherp, maar verantwoord - monstrueuze omvang vermeden wordt en geen de toppen afsnijdende gelijkmaking zegeviert. Iemand zet een paraplu op als het regent, maar iemand kan ook van de regen in de drup geraken.

Overheid

Eeuwig leerling

De overheid zit voor de toekomst allerminst - gesteld dat zij het bij onderwijs ooit deed op rozen. Op haar komt de volle stortvloed af van de zich voor onderwijs meldende jeugd. De eisen worden steeds krasser. Voor kleuter- en lager onderwijs levert de financiering van behoorlijke gebouwen geen moeilijkheid op. Bepaalde soorten van hoger beroepsonderwijs vreten geld: een hogere technische school heeft installaties nodig die vroeger voor een universiteit niet vreemd zouden zijn geweest. Onophoudelijk zijn er behoeften aan nieuwe opleidingen: een hogere hotelschool - ter bestudering van hotelsluitingen - een hogere verpleegstersopleiding en hoger onderwijs in de informatica. Met wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, trouwens ook sommige vormen van hoger beroepsonderwijs waren oorspronkelijk bestemd voor kleinere groepen. Daarbij was het risico van een zeker getal mislukkingen te dragen en met de studieduur luisterde het niet zo nauw. De 225.000 wetenschappelijke studenten van 1980 moeten onder dak gebracht; hun onderwijs dient te worden betaald; er zal gelegenheid voor de geschikten behoren te wezen om onderzoek van meer omvangrijke aard te bedrijven. Daarnaast is er de bij het hoger beroepsonderwijs onder te brengen tweede groep van honderdduizenden. Enerzijds is het zaak dat ieder de gelegenheid ontvangt om zich te ontplooien. Of men wijs doet het wat dramatisch uitdrukkend te zeggen dat elk de keus moet krijgen zichzelf onafgebroken te verwerkelijken, betwijfel ik. Toch behoudt ook een met matiging uitgedrukt ideaal zijn goed recht. Anderzijds is er de kwestie van de bekostiging. Wie boorbijgaat aan de noodzaak tot financiering, is dwaas. Dat er op doeltreffendheid, op studiebekorting, op selectie wordt aangestuurd, dat men zoekt naar vloeiende overgangen en er op uit is in de praktijk verwerkelijkbare oplossingen te bereiken, is redelijk; sterker nog, het is plicht, wil men de zaak niet laten vastlopen. Vandaar de gedachte aan overkoepelende onderwijsinstellingen die ons wetenschappelijk hoger onderwijs, dat meestal nauw aan onderzoek gekoppeld is, meer praktisch gericht hoger onderwijs en ons op het bieden van een algemene vorming zich toeleggend hoger onderwijs zouden kunnen overspannen. Het lijkt overigens twijfelachtig of bij het scheppen van zulke grote paraplu-eenheden de eigengeaardheid van de verschillende onderwijssoorten hierbij betrokken, zal kunnen bewaard blijven, een - de uitdrukking is wat

Bij een afzonderlijke moeilijkheid van morgen leg ik de vinger. Met betrekking tot de opleidingen, waarin het komt tot inkrimpingen van de stof en van de tijd, zal zich de noodzaak van terugkeer naar de onderwijsinstelling doen gevoelen na korter of langer tijdsverloop. Het is immers uitgesloten de leerlingen van meet af alles mee te geven, wat zij nodig zullen hebben. Ook zijn er nieuwere ontwikkelingen, nieuwere vindingen, doet zich de wenselijkheid voor een verbinding te leggen met een ander veld van wetenschap of bedrijvigheid, kan het ook wezen dat iemand op latere leeftijd plotseling behoefte krijgt aan verdieping van aanwezige kennis, aan een her- of zelfs aan een omscholing omdat hij met zijn verworven geestelijk bezit en opgedane vaardigheid niet langer uitkomt. Werkelijk, men wordt thans in tal van gevallen eeuwig leerling. Straks zullen misschien examens maar een bepaalde geldingsduur krijgen voor sommige eraan verbonden bevoegdheden: er zullen niet alleen bejaarde maar ook verjaarde chirurgen, dentisten en veeartsen komen, om van 'televisietoestelmonteurs' en 'rekenmachinedeskundigen' maar te zwijgen alsmede van onderwijzers en leraren, misschien zelfs professoren die moeten worden bijgeschoold. Is er dus enkel van uitbreiding der benodigde voorzieningen in verband met voortdurende stijging van leerlingen sprake? Nog een niet vermelde andersoortig proces is volgens mij op handen. Binnen afzienbare tijd zal op vrij ruime schaal een afkeer zich openbaren van alle georganiseerd leren, van leergangen en diploma's, omdat men van een geschoold en afgericht worden genoeg krijgt. De bereidheid zich te laten inrijgen door vakkrachten, die aan het onderwijs wezen verdienen en er in slagen dankzij hun bijzondere positie grote invloed te oefenen, zal een eind nemen. Wij raken al gewend aan slagzinnen als 'die rotschool van u' en 'laat alle onderwijsinstellingen in de lucht springen'. De voorstelling wordt hier en ginds gangbaar dat de 'lerende stand' haar positie uitbuit en dat het zaak is om het onderwijs op verzoek te laten geven door hen die men dit toevertrouwt, ongeacht hun brevetten van bekwaamheid. De verwachting is redelijk dat hoewel een en ander wat minder drastisch zal verlopen dan sommigen menen er een afkeer van de hogere opleiding zal plaatsvinden. Hoe dit wezen mag, de overheid vindt zich opgescheept met een reeks van snel tot beslissing te brengen kwesties. Zij mag zichzelf niet machteloos verklaren, wanneer op het wetenschappelijk onderwijs, omdat dit meer in tel staat dan andersoortige hogere oplei-

zonnehuis amstelveen' (van de Chr. vereniging tot verpleging van langdurig zieken 'Het Zonnehuis') vraagt voor het in aanbouw zijnde verpleeghuis te Amstelveen met 300 bedden een

hoofdverpleegkundige in algemene dienst. 'Het Zonnehuis-Amstelveen' zal medio 1974 in gebruik worden genomen. Aanstelling van Hoofdverpleegkundige in algemene dienst wordt omstreeks maart/ april wenselijk geacht. Deze funktionaris zal als naaste medewerk(st)er van de verpleegkundig direktrice o.m. tot taak hebben: - het regelen en koƶrdineren van het personeelsbeleid op de afdelingen; - het regelen van dienstroosters, vakanties, e t c ; - het introduceren en begeleiden van nieuwe methoden en procedures op de verpleegafdelingen; - toezicht op voorziening van medicijnen; - het waarnemen, bij afwezigheid van de verpleegkundig direktrice. Voor de funktie is vereist: - protestants-christelijke levensovertuiging; - goede algemene ontwikkeling; - diploma A en B ziekenverpleging; - ervaring in een leidinggevende funktie. Zij, die een voortgezette opleiding hebben gevolgd of volgen, genieten de voorkeur. Aanstelling zal plaatsvinden in de rang van hoofdverpleegkundige A. Sollicitaties kunnen worden gericht aan de Direktie van 'Het Zonnehuis-Amstelveen', p/a: Postbus 13011, Utrecht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 9

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's