GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Contact tusschen de School in haar hoogere leerjaren en de Jeugdbeweging.

Bekijk het origineel

Het Contact tusschen de School in haar hoogere leerjaren en de Jeugdbeweging.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

III

Verblijdend is het te kunnen constateeren, dat in de schoolwereld het recht en de plaats der Jeugdbeweging thans algemeen erkend wordt, gelijk ook uit de door ons ingestelde enquête in stad en platteland is gebleken. Men staat er sympathiek tegenover; men spreekt sterker en vindt de Jeugdbeweging aan te bevelen; men vindt haar zeer noodig en nuttig, een belangrijk verschijnsel in onzen tijd. Natuurlijk worden eenige reserves gemaakt. Ze zijn deze: 1e. ouders en leiders der Jeugdvereenigingen hebben de organisaties te beschouwen als hulpmiddel. Wij gaan daarin mede, wanneer men bedoelt uit te spreken, dat de huiselijke opvoeding, ook na het 12e jaar primair blijft, en de leiders niet hebben uit te gaan van het denkbeeld, dat de jeugd er is voor de organisatie. Anderzijds meenen wij te mogen handhaven, dat de Jeugdvereeniging krachtens den aard der overgangsjaren met hun drang naar clubvorming en zelfwerkzaamheid in onze dagen, ook mede door den aard van het leven en de omstandigheden, waarin we geplaatst zijn, een noodzakelijk opvoedingsinstituut is geworden.
2e. de leiding moet in goede handen zijn. Dit geldt in het bijzonder de Knapen- en Meisjesvergaderingen, die de jeugdigen van 12-16 jaar omvatten. Niemand onzer zal het groot belang van een goede leiding, inzonderheid op deze Vereenigingen tegenspreken. Een ieder kent de kwaliteiten van de jeugd tusschen tafellaken en servet. Daar maakt de onderwijzer in de hoogere teerjaren mede kennis. Daar heeft de predikant op zijn catechisatiën soms de grootste moeite mede. Daar worstelt ook de leider en de leidster op de genoemde organisatie mede. Niet iedereen is in deze functie op de Knapen- en Meisjesvergadering op zijn plaats. Niet weinigen mislukken. En dat is | teleurstellend voor den betrokkene zelf en ongelukkig voor de knapen en meisjes, die in hun samenzijn dan niet meer doen denken aan een vergadering, maar veeleer aan een ordelooze bende. En zulke mislukkelingen vinden wij ook onder de paedagogisch- gevormden, de onderwijzers en onderwijzeressen onzer Christelijke Scholen, die veel theorie der paedagogiek uit de boeken geleerd hebben, maar in de practijk soms met de. handen in het haar zitten. Trouwens dit blijkt ook uit het feit, dat niet ieder, die op de Lagere School als „leerkracht" (een leelijk, foutief woord!) voldoet, geschikt is om op de M.Ü.L.O.-school les te geven. Het leidersvraagstuk is HET probleem voor de Knapen- en Meisjesvergadering. Voorzeker kunnen hier Leidersbladen eenigen arbeid ten goede verrichten. Niet minder leiderscursussen en leidersconferentiën, gelijk een dergelijke eerste conferentie verleden jaar met een 100 deelnemers door den Bond voor Gereformeerde Jeugdorganisatie, die leiding geeft aan den arbeid der Geref. organisaties, te Driebergen in „het Boschhuis" is gehouden, gelijk ook in weekends van de zijde van het Ned. Jongelingsverbond op de Ernst Sillemhoeve, en van de zijde van het Ned. Verbond van Chr. Meisjesvereenigingen door het geheele land leiding wordt verstrekt. Maar ook dan nog: deze arbeid is slechts aanvulling. Hier is gave een noodzakelijk vereischte. En ten slotte liever geen Knapen- of Meisjesvergadering dan een ordeloioze bende. Dan worat meer bedorven dan goedgemaakt.
3e. de Jeugdbeweging mag niet leien tot verbrokkeling van het gezinsleven, ook door bevordering der uithuizigheid. Elken avond moeten de jongelui de deur uit. Dan hiervoor, en dan daarvoor. Het is waar. Maar daartegenover zouden we eerst willen opmerken, dat vanzelf de catechisatie primair is; dat cursussen en avondscholen noodzakelijk kunnen zijn voor de maatschappelijke vorming, maar dat in de derde plaats de geestelijk-zedelijke vonning op de Jeugdvereeniging van groot gewicht is. Bovendien vergaderen de meeste Jeugdvereenigingen, vooral voor de knapen en jonge meisjes, een 11/2 uur op den Zondag. En ten tweede willen wij vragen: houden de ouders de jongelui dan 's avonds toch thuis ? En wat doen die jongelui dan en hoe houden de ouders hun kinderen dan bezig?
4e door het vereenigingsleven wordt de pedanterie van het jonge geslacht nog grooter, vooral, wanneer daarbij nog komen aparte kleeding en allerlei andere gebruiken en plechtigheden. Men overtreft al spoedig zijn ouders en zijn leeraren in beleid. Ons antwoord hierop is; dat komt later wel terecht; het is nog beter zoo, dan zich van de groote vragen des levens in het geheel niets aan te trekken; verstandige ouders zullen dien geest van geblaseerdheid, wanneer hij zich vertoont, met alle kracht hebben tegen te gaan.
5e. men heeft methodische bezwaren. Men vindt, met name in de leiding der Gereformeerde Knapen- en Meisjesvergaderingen te veel alles gemethodiseerd en verintellectualiseerd. Voor een gedeelte stemmen wij dit, wat deze organisaties betreft, toe, gezien ook het laatste Methodiekrapport in zijn opzet, hoewel de uitwerking menig bezwaar wegneemt. Meer voelen wij er dan ook voor, om wel het eerste gedeelte der vergaderingen (1 uur) te besteden aan de behandeling der onderwerpen uit de Gewijde, de Vaderlandsche en de Kerkgeschiedenis, en het tweede gedeelte der samenkomsten te wijden aan meer vrije werkzaamheden, als: vrije opstellen, vrije voordrachten, memoriseeren, handwerken, spellen, enz. In dezen, geest was ook een onlangs uitgebracht advies van den Amsterdamschen Gerefonneerden Jeugdraad. Slechts van één hoofd eener Chr. M.U.L.O.- school ontving ik de mededeeling, dat hij vierkant stond tegenover de Knapen- en Meisjesvereeniging. Deze broeder, die in onzen kring van paedagogische bekendheid is, waarschuwt altijd tegen deze organisaties. Ten eerste, omdat de kinderen geen tijd er voor hebben. De school kan niet toestaan, dat vandaag de eene en morgen de andere „vergadering" beslag legt op hun tijd. Evenmin, dat nu eens de ééne leerling zijn werk niet af heeft, en morgen een lid van een andere vergadering het zijne. De school en de examens eischen al den tijd, vooral van de minder begaafde leerlingen. Bovendien is hij van oordeel, dat kinderen van 12 a 13 jaar uiterlijk om 9 uur naar bed moeten. (Hierbij willen wij opmerken, dat de ons bekende Knapen- en Meisjesvergaderingen óf op den Zondagmiddag vergaderen, óf in den avond, waarbij om half negen de samenkomst is afgeloopen. Dit bezwaar geldt dus alleen het zoogenaamde „jaarfeest"). Ten slotte voegt hij aan zijn mededeelingen toe, dat hij' van de vereenigingen der ,,schulentlassene Jugend" meer goeds zou kunnen zeggen. Ook begunstigt hij wel de telkens opduikende pogingen om een „oudleerlingen- vereeniging" te onderhouden.

B.A. KNOPPERS.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Het Contact tusschen de School in haar hoogere leerjaren en de Jeugdbeweging.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's