Confidentie - pagina 9

wat geheel buiten mij omging, en mij

zetteu,

te

antwoording op

ver-

ter

voor wafc ik zag noch

te roepen,

las.

Eu ten andere, gewent men zich aan de slechte gewoonte, om wat door mij als lid eener redactie geschreven wordt, gelijk

Of

hoe,

nog betoog, dat men, en namens haar op

ook

het

eener

zichzelf

ge de onbillijkheid van dit

tast

eischt

worden

te

lid

woord van den op

vrije

persoon.

bedrijf!

door

met het Toch

te stellen

staanden

corporatie

Zou

treden, een deel zijner zelfstandigheid prijsgeeft?

te

zoo

afgesneden, schappij,

ook

waar

elk

een

tot

naam

in

hij

die

een

tot

het nog herinnering,

bond,

maat-

dezer coUegien en genootschappen

eigen toon

uit zijn

hoe

elk

van het persoonlijk woord

stuk

officieel

Behoeft

?

juist

daarin

dat de schrijver zoo-

verschilt,

eigendommelijkheid

veel doenlijk zijn

een

tot

tot een corporatie toetrad,

vereeniging,

steeds wilde spreken

sprak,

go^d zijn

welk terrein ook, niet voor

op

samenwerking,

aflegt,

het

hem

per-

soonlijk eigenaardige afwijst, en dat gemeenschappelijk ge-

bied zoekt, waarop ieder den tolk, het orgaan eener richting

of eener slechte

onware,

onedele,

om hem

nemen,

voor

aanvallen te

strafïen.

En

men dan van

de

aan Amerika's leven knaagt,

de

wacht?

vergadering

journalistiek,

die

door

zal

en door onkiesche gewoonte

die dit offer bracht,

wat

Geen

persoon

de

nobel

blad

in

over-

met persoonlijke niet

verdedigen

kan,

Nederland maakte zich

dusver daaraan ook schuldig, en ik beu er overtuigd van, misverstand,

slechts

miere

recht der

dikwijls

enkele

slechts

ook

onbekendheid met het costu-

journalistiek was in het spel,

betere

u bekende broeders mij

dagvaardden voor wat de redactie

soms

zelfs

zich

zoover

vergaten,

als

zoo

persoonlijk

zoodanig schreef, en

van mij tot in onzen

Kerkeraad voor het in ons blad gedrukte ter verantwoording te

roepen.

kundig,

dit

Slechts ernstig

de

wetenschap, dat

alle

man

„man que de procédé''

der zake reeds ge-

oordeeld had, eer het mij treö'en kon, bande uit mijn hart

de ,,

mismoedigheid,

slechte

manieren"

die

door

licht bij

zoo aanhoudend volgen van mij ware gewekt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen