Honig uit den rotssteen - pagina 19
15
Wie verder kwam en het tot een wandelen met zijn Grod (dus in het licht des Eeuwigen) bracht, wil er wel voor uitkomen, dat hij verre van gerust is. Maar wie nog dieper werd ingeleid en allengs inzag dat ook wat „zijn oprechtheid" noemde zonder dat licht niets dan donkerheid hij bidt het „Grod, wees mij zondaar genadig!" van dien Farizeër is, daarbinnen bovenal! yin. (Ce jecïïtcr tijü get ïicfdjcitren txttl ^pöse!
Wie is dan de getrouwe en voorzichtige huisbezorger, dien de Heere over zijn dienstboden zetten zal, om hun, te rechter tijd, het bescheiden deel spijze te geven? 42. Luk. 12 :
Christus,
mensch Onze
ziel
de
Immanuël,
leeft;
ze dragen kan;
—
is
de
verzorger
van onzen inwendigen
moet dus gevoed worden; gevoed met spijze die hij, onze Verlosser, is het, die aan 's menschen
en
ziel die levensspijze reikt.
Het leven van ons is die levensspijze zélf. Ons zielebrood. Alle kracht die onze ziel ooit gewerd, kwam ons toe uit zijn opstanding. Toch is het een uitzondering, indien Jezus ons die zielespij s zélf tot aan en in het hart draagt. Een hooge uitzondering, waarin slechts de allerheiligsten onder de godzaligen soms deelen. Een bijzondere genade, bijna uitsluitend voor de „vaders in Christus" bewaard. Regel is dat de Christus het levensbrood uitdeelt door den dienst van anderen^ zoo engelen als menschen. Jüij geeft het dan aan den een om het den andere toe te dienen, of wil men naar het beeld van een door Jezus gebezigde gelijkenis: Hij stelt dan bezorgers over zyn huis aan, om door hun dienst aan de zijnen „te rechter tijd het bescheiden deel spijs te doen toekomen." Zulk een door Jezus aangestelde „verzorger" is in elk Christelijk gezin de vader, en dies op u, o vaders, de schuld, indien de zielen Ja,
hij
leven.
in
uw
huis,
die
van
uw
vrouw, van
uw
kroost,
van
uw
dienstbaren,
door gebrekkige voeding, door bloedarmoê omkomen en verhongeren, doordien gij ze niet, naar Jezus' ordening, weidt met het Woord en met de gebeden, met vermaan en Christelyk exempel. Maar zulk een verzorgster is ook de moeder op haar beurt zelve, en wee over u, o moeder, indien ge de Maria voor uw hart in de
kwijnen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1880
Abraham Kuyper Collection | 257 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1880
Abraham Kuyper Collection | 257 Pagina's