Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 249
249
ONÜERWI.TSQUAESTIE.
Het hoogste en van
ultra- radicale
Eerste Kamer, waar
de
in
onder
partij
een
evenzeer
kerkelijke
toch
die
gij
te
een
zijn,
gezegd:
heeft
tot de
juist,
„Grij
orthodoxen in den
de
gij
geheel
zij,
kerkelijke
In
zijt
lande
richting,
diezelfde
dan
nu gaf
rede
wel niet zeer sterk gekleurd, maar
verklaring,
een
als
ook op u toepassen."
ik die titulatuur
de Minister
schoolmannen
de
richting,
daarvoor houdt; verklaart
mag
dat ik in dien zin vernam, Avas een woord
sterkste,
Regeering
de
zij
gaf
In de zitting van 12 Januari toch zeide de Regeering in de
iets.
men verbetering wil; als men iets voor de onderals men het verderfelijke schoolverzuim wil keeren
Eerste Kamer: „Als wil doen
wijzers
;
men paedagogische gebreken wat aan het gemoed der ouders
wil herstellen en tevens respecteereii
als
het dierbaarst
Dus,
dan moeten die beginselen voorzitten,"
wanneer
dit
alles
om
hij
uitdrukking
worderi''\-
tefeuille
herinnert
nog
hij,
hoadimj
levendig het debat, te vooral de
geachten afgevaardigde uit Haarlem, dat
den
van
?
^dal de minderheden
met élan
dan maar onderdrukl moeslen
tegenzin tegen de ministerieele por-
zijn
het
zou
zijn,
wanneer ik
in mij de kracht
mocht gevoelen,
dien ergerlijken tegenstand (tegen de schoolwet) te breken."
In
verband
met
scherpe
deze
door niemand weersproken
zijn,
haar adhaesie schonk, staat eeniging
de
stelle
in
de
plaats
en dat wil immers de liefde
;
een
voorstander
zij
beweging
En dan
daaraan stilzwijgend in
den
verzoek
liefde eischt
der
— om
immers,
men
dat
dat
als partij
door de Ver-
lande ik,
van de voorstanders der
te verplaatsen in anderer toestand
ikzelf
bedreigingen, die van de overzijde
zoodat
Volksonderwijs gewekt.
oogenblik
neer
zich
dan
overwinnend, uitriep: „Wanneer ik ooit dien tegenzin zou kunnen
overwinnen,
om
Maar
is
dooi' de
December over het lager onderwijs gevoerd;
bijna zeggen zou,
toen
mijn ongerustheid te stillen
minder toegenomen
niet
2*^.
is
De Kamer
dezer plaatse in
krasse
worden gedeerd; aan
en onze hoop steunen moet op het laten voor-
is,
ongerustheid
orer zijde.
der
vooraf?
gingen
beginselen zal niet
der openbare school zal niet worden geraakt.
ook deze zinsnede wel geschikt
Die
wil de gemoedsbe-
beginselen, die wijzelven hoogst bedenkelijk achten,
van
zitten
nu
welke
194 der Grondwet
Art.
hoofdbeginsel
het
Maar
beginselen.
dier
twee:
Dezelfde
men
eerbiedigen door het laten
zwaren der ouders ten aanzien der kinderen voorzitten
voor hun kinderen,
is
zich een
school
men
zich wete
zich dan af te vragen
bijzondere
school
—
vrije
was,
en
:
Wan-
dan
die
Vereeniging met zoodanig program, zonder een enkelen toon van l)armhartigheid,
waaruit
blijkt,
dat
men
ons nog als Nederlanders eert, op
zag komen, zou dan ook mij de bezorgdheid en de onrust niet
om
het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's