Acta van het Zending-Congres - pagina 26

!

10

men die voor een volgend ZeudingsC on gres. Het amendement van Dr. Wagenaar wil referent overnemen, mits men hem, als bij subamendement toesta, inplaats van .gemeenschapSpare

,

pelijke belangen" te lezen

,,

gemeenschappelijke

roeping."

Nu

ontwikkelt Referent de laatste groep No. XXIII— XXVII: Over het ambt van den Zendeling. Ze luidden als volgt: XXIII. Een zendeling onder Joden of Heidenen bekleedt een ambt niet ongelijk aan dat van den Evangelist, en bedient als zoodanig wel den Heiligen Doop, maar niet het Heilig Avondmaal. Dit kan eerst bediend, nadat er een Kerk geformeerd is, en in deze Kerk de Dienst des Woord en der Sacramenten is gestellingen,

twijfeld tot de eerste tak de ministerieele. Hier onderscheidt men Profeten, apostelen, evangelisten en herders en leeraars. Buiten Markus en Lukas, kent de Schrift evangelisten, die geroepen zijn tot de verkondiging des evangelies van plaats tot plaats. Hun taak is Bediening des Woords aan ongedoopten, en niet gebonden aan eene bepaalde plaats. Onze zendelingen kunnen niet op één lijn gesteld worden met de evangelisten, die met de apostelen werkten, maar er is toch zoo groote overeenkomst, dat we hen, liever dan zendelingen, omdat deze naam den indruk geeft, dat de gewone Bedienaren des Woords geen zendelingen zijn, (wat alle goede gedachte vervalscht) Evangelisten zouden noemen, dewijl hun arbeid ophoudt met den doop en niet gebonden is aan eene bepaalde :

:

:

plaats.

regeld.

XXIV. Een zendeling, die op een plaats onder de Heidenen eenige belijders van den Christus doopte, een Kerk formeerde, en bij deze Kerk als Dienaar des Woords optreedt, houdt op zendeling te zijn. De prediking van Wet en Evangelie en de bediening van den Heiligen Doop onder de nog niet bekeerde inwoners dezer plaats geschiedt daarna, niet door hem als zendeling der Moederkerk, maar door de

Kerk

zelve te dier plaatse.

XXV.

Zijn deze nieuw gefoi-meerde Kerken nog niet in staat, geheel in haar eigen onderhoud te voorzien, dan kunnen de Moederkerken zulke Kerken tijdelijk steunen, maar de Dienaar des Woords, die geen zendeling meer is, moet niet door de Moederkerk bezoldigd worden.

XXVI. Zendelingen

in den eigenlijken zin des

woords blijven ten

Om

XXVII. zendelingen,

bij

laste der zendende Kerken. de noodzakelijkheid waai'in de, het welslagen van hun pogen,

om aanstonds als Dienaren des nieuwe Kerken op te kunnen treden, behooren zij vóór hun uitzending onderzocht en beroepbaar gesteld te worden en,

2. Is een Kerk in Indië bijv. geformeerd en houdt ze een Zendeling, dan wordt haar karakter

Kerk verloochend. Waar een Kerk optreedt draagt de zending niet de Kerk, maar deze Kerk de zending. als

Kerken, in Indië, bijv. kunnen als noodKerken door de Kerken van het moederland worden gesteund. Er mag echter geen band zijn, zooals b. v. tusschen de Luthersche Kerk en Doopsgezinde gemeente van Amsterdam met door haar ondersteunde Kerken, op wier beroepingswerk de ondersteuners invloed hebben. Dit is hiërarchie. 3.

lijdende

4. Het zou van meer energie getuigen als minder op de macht van het geld gelet werd, en minder gevraagd naar de zekerheid van het tractement. De Zendeling zegge Ik vraag niet. De zendende Kerk echter zegge en zorge: ik :

geraken zullen,

betaal

Woords

Vooral moet zorge besteed aan den lastbrief des Zendelings waarin de autoriteit nadrukkelijk beleden worde.

in de

;

behalve deze beroepbaarstelling

last,

opdracht

en volmacht namens de Kerken te ontvangen, om onder een bepaald aan te wijzen volk de Wet en het Evangelie te gaan prediken, door den Heiligen Doop de bekeerden in het Genade-

verbond

Kerken

in te

te

lijven,

en

de

;

gedoopten

tot

vergaderen.

De

toelichting was ongeveer aldus: Een wezenlijke zendeling, die met autoriteit zal spreken, moet een ambt bekleeden. 1.

^Velk ambt? Neemt men drie vertakkingen in het ambt, dan behoort dat der zendelingen, onge-

Aan de discussie, ook nu aan de orie gesteld, wordt enkel deelgenomen door Dr. Wagenaar, die een drietal bezwaren noemt en uiteenzet. Dat de Zendeling zou vallen ouder de categorie van ,, Dienaren, uitgezonden om Kerken te vergaderen" (Dordsche Kerkenorde Art. 7c.) aangezien de D. K. doelt op arbeid onder verstrooide gedoopten dat aan den naam ,, Evan;

Irvingiaansche bijReferent heeft echter duidelijk uitgesproken geen ambten uit den Apostolischen tijd te willen herstellen. Eindelijk; dat scheiding gelist" voor Zendeling een

smaak zou

zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen