Tractaat van den Sabbath - pagina 33

29 rijzenis

Hij

is

iii

dien Sabbatli ingegaan,

om nimmer

„Mijnen vrede geef

uit dien Sabbathsvrede uit te treden.

Tk u," wierd gesproken uit het besef van de genieting van

den eeuwigen vrede, die

Hem

in dien

eeuwigen Sabbath voor

ontsloten was.

Maar let nu op deze parallel. God Drieëenig volbrengt zijn scheppingswerk. werk volbracht

dat dit in.

Maar

en

in

is,

door

gaat (iod de Heere in

die

Na-

zijn ruste

ruste behoudt Hij het ge-

schapene en zegent het.

En

zoo nu ook de Christus. Hij volbrengt des

schen werk,

t.

Gods. Als dit werk volbracht en voltooid hij

in

zijn

men-

w. de volkomene vervulling van de wet is,

gaat ook

ruste in en viert eeuwiglijk den eeuwigen

Sabbath. Maar ook

bij

den Christus

is

deze ruste niet

een aflaten van arbeid. Integendeel, ook door en in die ruste

hchoudl

de

Middelaar

het

werk,

dat

hij

vol-

bracht had.

„Mijn Vader werkt tot nu

toe,

en Ik werk ook!"

DE TIJDELIJKE SABBATH ONDER HET GENADEVERBOND. Geheel

Heeren

anders in

het

daarentegen

was

Genadeverbond

de

voor

schikking des

den

tijdelijken

Sabbath.

Ons dagen

menschelijk leven, dat in de opeenvolging van verloopt,

perioden

moest

de

indeeling

in

groepen of

van zeven dagen behouden. Zoolang de Tijd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen