Tractaat van den Sabbath - pagina 169

AANHANGSEL. van Calvijn op Genesis 2:

TJitlegging

^En God zegende den zevenden dag

]:>Q^mAi^ „dat

3»

God

dezen dag met liefde omvangen heeft, opdat op dezen

dag

uitnemendheid

de

en

zou worden verheerlijkt.

Mozes

de

waardij van zijn

Overigens twijfel ik

werk of

niet.

heeft door het Avoord heilig dit terstond willen

zoo immers verdwijnt elke denkbeeldigheid,

uitdrukken;

doordien het tweede woord de uitlegging geeft aan het

Want

eerste. uil

2^^p beteekent bij de

gewone

hel

getal.

geheiligd,

daar

verklaart,

opdat

hij

Den zevenden dag door

hij

gezegd,

hoe

er

een

dagen

alle

andere

eigen recht boven de

Waaruit tevens

gebruikt

hoe God

blijkt,

Boven heb

met den mensch houdt. zes

God dus

heeft

hem uitnemend boven

andere zou uitblinken. altoos rekening

Joden afzondering

waren

ik

voor de

schepping der wereld, niet alsof God zelf deze opeenvolging jaren

van

voor

tijden

hem

zijn

had als

noodig gehad, één dag

;

trekken zou tot de bewondering van zelfde

doel

beoogt

hij

ook met

daar duizend

maar opdat zijn

zijn ruste

heeft deze éénen dag van de andere

Hij ons

werken. Dat;

want

Hij

afgezonderd voor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen