GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Separatie en Doleantie - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Separatie en Doleantie - pagina 36

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET COLLEGIALE STANDPUNT.

36

men

Dit laatste punt eischtbreeder toelichting. Indien

toch, gelijk

de

Haagsche Synode en de Burgerlijke rechter gedaan

de

rechten en bevoegdheden van kerkeraden en ,/geloovigen"

naar

uitsluitend

Reglement van 1816/52, met de daaruit

het

voortgevloeide organieke reglementen, beoordeelt, dan

komen

duidelijk, dat

om

noch de kerkeraad, noch

//de

is

het vol-

geloovigen," op

standpunt eenige de minste bevoegdheid bezaten,

Collegiale

dit

heeit,

reformatie van het plaatselijk instituut over te gaan.

tot

Immers

reglementen was duidelijk aangewezen, welke

in deze

weg moest bewandeld worden, om tot //wetsverandering'" te geraken. De vraag was dus maar, of de kerkeraden en de //geloovigen/' voor God in hun conscientie vrij stonden, om zich op

dit collegiaal-reglementaire, schijnbaar

punt

En

te plaatsen.

omdat

zoo eenvoudige stand-

nu moet ontkend. Ontkend

vooreerst,

de invoering van de organisatie van 1816 uitdruk-

bij

kelijk de

dit

waarborg

Avas gegeven, dat

aan de Drie Formulieren

van eenigheid niet zou getornd worden, en dat deze alzoo de van het instituut zouden

basis

basis door de besturen

De

afwijking van deze insti-

waardoor nooit het recht van kerkeraden of //geloovigen"

tuut,

om

kon verkort worden,

men 27

blijven.

was alzoo een vergrijp tegen het

dan ook

er

— 30

op deze basis stand

naar handelde.

te

houden

;

mits

overmits nu in Artikel

van onze Belijdenis de Gereformeerde beginselen van

kerkrecht

door in

staan aangegeven, konden de geloovigen,

duidelijk

met deze beginselen gemaakte bepalingen, nooit

strijd

van den plicht die voor hen

uit deze Belijdeni- voortvloeide, ont-

Ten liceede waren de kerkeraden in den regel

worden.

slagen

En

opgetreden na sti])ulatiën voor God en de gemeente, waarbij hun uit

zin

een

het

aloude

formulier

hun

verplichting in Gereformeerden

was voorgehouden; en uiteraard bond deze eed

voor

God

belofte, die

met

gelijk stond, alle speciale ambtsdragers in

de conscientie. Ten derden was in verreweg de meeste gevallen, bij

de bediening van den heiligen Doop, nogmaals van de „ge-

loovigen^' een belijdenis, verklaring

hen

bij

vernieuwing

aan

en belofte afgenomen, die

de Gereformeerde belijdenis en dus

ook aan de daarin vervatte beginselen van kerkrecht bond. En in

de

teering

vierde of

aan

de

liud.sle

plaats

was heel deze nieuwe reglemen-

kerken opgelegd door een geheel onbevoegde

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 73 Pagina's

Separatie en Doleantie - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 73 Pagina's