Is er aan de publike universiteit ten onzent plaats voor eene Faculteit der Theologie? - pagina 12
Referaat voor de meeting, gehouden ter gelegenheid van de tiende jaarvergadering der vereeniging voor hooger onderwijs op gereformeerde grondslag
12
namen aandurft, ze nauwkeurig onderhun oorspronkehjken zin geklen laat.
de historische beteekenis deizoekt en in
principeel debat over de positie der Theologische faculteit aan
Een
publieke
onze
dan ook
eischt
Universiteiten
mijns inziens
dat
vooraf de zin en de beteekenis van wat een faculteit, van* wat een Theologische faculteit, en van
Op de vraag wat is
zij,
na
Denifle*)
de
het
wat onze publieke Universiteit zij, vaststa.
historisch onder het
uiterst
woord
faculteit te verstaan
onderzoekingen van Heinrich
nauwkeurige
niet langer twijfelachtig. Faculteit is hier
antwoord
den zin van bevoegdheid, de facidtas iihique docendiy om zeker vak van studie publiek te doceeren. Vandaar ging het een tijdlang over in den zin, dat facidtas dit vak van studie zelf aanduidde. Een elliptische spreekwijze, waarin facultas de verkorte zegswijze was voor de discijMna, quam docendi te
d.
nemen
i.
in
de bevoegdheid
hdbeo facultatem. spronkelijk het
vak
En
gelijk
eertijds
van studie
zelf
studium, dat eveneens oor-
aanduidde, later de
naam wierd
voor de school, waarin dit vak gedoceerd wierd, zoodat studium generale voor een athenaeum sprak, evenzoo
men van is
toen
woord facultas allengs op de scola overgedragen, Velker leden saam deze facultas of disciiplina doceerden. In deze beteekenis komt het reeds omstreeks 1250 voor in een schrijven van de Artisten van Parijs. Naar eisch van het staatsrecht der Middeleeuwen vormde nu zulk een scola een soort gilde, corporatie of hond, die niet slechts zelf doceerde, maar ook door het gradueeren van jonge mannen zich voortzette in het opkomend geslacht. Wie ook
het
door zulk een scola of faculteit gedoctoreerd wierd, trad eo ijjso als magister in die faculteit op, en bleef daartoe behooren, ook nadat hij zich elders gevestigd had. Men heeft dus de faculteit, ingevolge haar historischen
oorsprong, te
omschrijven
om
als
een gilde van geleerde
saam eenzelfde i. mannen, die het recht bezaten verleenen. te vak van wetenschap te doceeren en daarin graden Oorspronkelijk was de faculteit dan ook volstrekt niet een onderdeel *)
collegialiter, d.
Heinrich Denifle. Die Universitaten des MittelaUershisi400,
Berlijn 1885.
Tom
I.
p.
67v.v
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 44 Pagina's
![Is er aan de publike universiteit ten onzent plaats voor eene Faculteit der Theologie? - pagina 12](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/is-er-aan-de-publike-universiteit-ten-onzent-plaats-voor-eene-faculteit-der-theologie/1890/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 44 Pagina's