GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Acta van het Zending-Congres - pagina 19

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Acta van het Zending-Congres - pagina 19

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

:

V. De Vleeschwording was het komen van den Zoon tot deze wereld, om zelf, in eigen persoon, zijn zending ten uitvoer te brengen, voor wat haar eerste stadium aangaat. VI. De zending der Evangelisten en Apostelen

was

die

gelijk

niet,

der

Profeten,

plaatsver-

vangend, maar instrumenteel in de haud van den Christus, en daarin van alle latere zending onderscheiden, dat ze de oecumenische Kerk van alle plaatsen en tijden gold. VII. De Heilige Schrift als zoodanig is op aarde de duurzame en blijvende openbaring van de zending van den Christus en zijn last aan de wereld VIII. In de plaatselijke Kerken oefent de Christus, alle eeuwen door, zijn zending nit door zijn Dienaren des Woords. Deze zending richt zich tot alle gedoopten, als gedoopten, en derhalve als ingelijfden in het Genadeverbond-

Deze stellingen worden door Referent ongeveer in deze voege toegelicht la.

Uit

Gods

niet

souvereiniteit,

Gods Gods

uit

liefde of barmhartigheid, neen, hooger, uit

souvereiniteit

vloeit alle zending voort. Alle zending is (formeel) gehoorzaamheid aan Gods bevel, en ook in den inhoud der boodschap, (materieel) geen uitnoodiging, maar een bevel, een last. Niet als aanradend en vermanend, maar als lastgever zendt de Heere het bevel: Bekeert u en gelooft. Dit blijkt (formeel) uit Gods Woord aangaande de valsche profeten, Jes. 16 14: „Ik heb hen niet gezonden noch hun bevel gegeven;" en (materieel) daaruit, dat God straft, die zijne stemme niet gehoorzaam zijn geweest. Het N. T. spreekt gedurig van de ,, gehoorzaamheid des geloofs" (Rom. 1 5) aan de waarheid (Rom. 6 17). ,,Niet allen zijn het Evangelie gehoorzaam geweest" (Rom. 16 19). ,,Uwe gehoorzaamheid is tot kennisse van allen gekomen," vers 26, zie ook Hand. 16 17, 2 Thess 1 8, :

:

:

boden en inzettingen met verplichtend karakter. Ib. Zending ondevstelt zonde, verwijdering. Waar geen afstand is zendt men niet. God zendt den zich verwijderenden zondaar na. Niet naar dier en plant zendt God. In de onbewuste natuur effectueert God zelf zijne ordinantiën onmiddelijk. Eftectief zet Go.d ook het onbewuste en instinctive leven door in den raensch. De mensch is echter ook van Gods geslachte, Beelddrager Gods. Tot het menschelijk bewustzijn en den menschelijken wil zendt Cxod. Zoo ijerust de zending op de scliejyping van den mensch naar Gods beeld. Mahomedanen en pseudogereformeerden leeren, dat God in menschen werkt als in stokken en blokken. Wij belijden, dat God werkt op verstand en wil. Denkbaar is dies alleen zending naar mensch en engel, gesteld Gods souverein welbehagen had ook der Engelen bekeering gewild. Ic. De zending ligt gegrond in de belijdenis, dat de Heilige Geest uitgaat niet alleen van den Vader, maar ook van den Zoon. De werkingen des H. Geestes zijn niet alleen gebonden aan den raad en het bestel des Vaders, maar ook aan het Middelaarschap van den Zoon, en dies aan het Woord. Doordat de Vader werkt door den Geest des Zoons is er plaats voor de zending door de kerk. Het Filioque wordt door velen onzer mystieken geloochend. Daarom hebben ze geen oog en hart voor de zending. De Grieksche Kerk doet zoo goed als niets voor de zending, doch lijdt aan fanatisme, kweekt het nihilisme. Samenvattend stellen wij dus De zending heeft een hevel te brengen richt zich tot den afgevallen beelddrager Gods; en berust op de belijdenis, dat de werking van den H. Geest gebonden is aan het Woord.

:

;

:

:

:

22 enz. ook geschreven ,,Wij bidden u, alsof God door ons bade, laat u met God verzoenen," maar doet gij dikwerf niet eveneens, wanneer ge als vader tot uw kind vriendelijk iets verzoekt inplaats van het iets te bevelen? Legt ge daarmee echter uw vaderlijke authoriteit af? Immers neen en uw kind gevoelt juist dan Wanneer ik het nu niet doe, dan wordt mijne schuld van ongehoorzaamheid des te grooter. Psalm 119 geeft het algemeen standpunt aan voor de zending. ,,Uw gebod is zeer wijd." Geheel die wille Gods omtrent zijn schepsel, saamgevat in een reeks getuigenissen, zgn ge1

Petr. 1

Wel

:

staat er

:

;

:

2.

De

zending

staat

in verhouding,

niet

wezen maar ook, tot Christus legt er nadruk op,

slechts tot het Goddelijk

den Middelaar. dat hij is de Zendeling des Vaders, 't Is de usantie van alle verflauwende richtingen, om de zending van den Christus te stellen naast die der Profeten en Apostelen. Profeten en Apostelen zijn echter de o?if???'geschikten van den Gezondene des Vaders. Coccejus leerde: ,,De menschen onder het 0. T. hebben eigenlijk Christus niet gehad. Het Evangelie is pas beschreven door Mattheüs De Zoon is pas Middelaar geworden toen Hij het vleesch aannam." !

Wij belijden De stelling als Middelaar is in Gods Eeuwigen Raad! De Zoon is als Midde:

laar opgetreden dadelijk na den

kon

hij

echter

dat

val.

Middelaarschap

Eflectief

nog

niet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's

Acta van het Zending-Congres - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's