Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 205

205

de Wedergeboorte en goede Werken.

Van

het leven en de Godzaligheid [behoort] geschonken door de kennisse des genen die ons geroepen heeft door welke ons de grootste ende tot heerlykheid en deugd dierbare beloften geschonken zyn, opdat gy door dezelve der Goddelyke natuure deelagtig zoudt worden. Gal. 2 20. Ende ik leve, doch niet meer ik, maar Christus leeft in my: Ende het gene ik nu in het vleesch leve, dat leve ik door tot

heeft,

:

:

het gelove des Zoons Gods. Is 'er dan geen raiddelstaat tusschen herboonherboren?

Vrag.

.-,

ren, en

Antw. Geensints: want de mensch is dood of leevende hy heeft of den geest der waereld, ende des vleesches, of den Geest Gods, hy is of op den weg der zaligheid,

weg

der vervloekinge. Hier is geen middelweg, want 14. Gaat in door de enge poorte wydt is de poorte ende breed is de weg, die tot het verderf leid, ende veele zynder die door dezelve ingaan Want de poorte is enge, ende de weg is nauwe die tot het leven leid, ende weinig zynder die denzelven vinden. of op den

Matth. 7

13,

:

:

.•. Vrag. Zyn er dan in den mensch geen voorgaande geschiktheden, die uit hem zelven zyn, waar door hy tot de genade 'der wedergeboorte komt, als daar is kennisse van zyne elende, een droefheid en berouw over zyn zonde, een begeeren en zoeken van het leven der genade, enz. ?

Neen: want voor het begin der wedergeboorte dan eene enkele dood in den mensch Ephez. 2 5. Doe wy dood waren door de misdaden, heeft ons God levendig gemaakt met Christo. 2. Een kwade boom kan geen goede vrugten voortbrengen, zo kan de verdorve natuur niets opgeven "tgeene Gode aangenaam zoude zyn, of zig tot de genade der wedergeboorte bereiden, nademaal al wat zy doet zonde Antw. 'er

is

1.

niet anders

;

:

En het tegenstrydig is dat men door het kwade te doen, zig tot het goede zoude bekwaam maken.

is

:

Ook

leert de ondervinding, dat die het allerbest wedergeboorte scheenen geschikt te wezen, 'er nooit toe gekomen zyn, als bleek in die ryke Jongeling, die uiterlyk scheen onbestraifelyk van leven, en vertoonde eene liefde tot Christus, en begeerte tot de zaligheid, 22. en evenwel droevig van Christus wegging, Mare. 10: 17 Daar en tegen dat de gene, in dewelke niets ter waereld 3.

tot

de

—

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen