Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 235

231

ONDEUWIJ.SQUAKSTIE.

geiioiueii

tegenover

lieef't

De

zwijgen is

zweeg daarop,

Minister

bevreemding

die

en

wil

ik

mij een oogenblik bevreemding

bij

geweken

toch

niet ontveinzen, dat dit

omgeslagen

en

dankbaarheid, toen wij den Minister in

pellatie

van

eenige

(nu

dit

den

Van

heer

Zuijlen

in

deze

beginselen, die ik voorsta, zijn:

wist

en

ik,

Maar even spoedig

wekte.

zelfs tot

De

in zijn

de Troonrede den wensch nitgedrnkt, dat de

de ondervs^ijswet mochten geliandhaafd en beveiligd wor-

beginselen van den.

Dat college had

Kamer.

Eerste

de

Antwoord op

van

Adres

in

tevredenheid, ja

antwoord op de inter-

Kamer hoorden

verklaren:

van Aii. 191

lüijzigiiuj

)iie.l

zon ik dit anders wenschen, ondershands moet

al

ik hierin wel bierusten) en de o})enl)are school

bruikbaar en toegankelijk

Intnsschen die verklaring kon den Minister in het vuur der

voor allen.

improvisatie

zonder

ontsnapt

zijn

pensee

zijn

inlinie

volledig

uit

te

drukken. Maar neen, in de Memorie van Beantwoording op hoofdstuk is

nog eens

hetzelfde

Regeering

der

l)oezem

Dit

mocht men stilzwijgend veronderstellen. Immers, geen Ministerie

laatste

kan aan de groene wet

dezen geest over de zaak was liesloten.

in

T

onder bijvoeging, dat in den

herhaald,

letterlijk

gaan

tafel

met het voornemen om de school-

zitten

Wanneer nu

vooraf te weten op welke basis.

zonder

herzien,

te

de schoolwet gewijzigd zal worden overeenkomstig de belangen der nalie,

onder

slechts

dan

allen.,

vraag ik

Ik heb daarmede volkomen vrede. ik mijnerzijds

moeten

had

de openbare sefiool bruikbaar en

éene voorbehoud, dat

dit

toegankelijk zij voor

:

Wat

?

Ik moet zelfs verklaren, dat, indien

minimum van behoud van

een

zou ik l)eter wenschen

beginselen in de schoolwet

mijn minimaal-rekening waarschijnlijk niet zoo

aanwijzen,

laag zou hebben durven gaan.

dan ondubbshinnig/ieid

Is er

uitermate

verklaring lees

en

men

er

heid,

niet zoo over.

zekere

mij

blijft,

Sommigen meenen, in

als

ik de verklaring

Maar toch algemeen denkt

enkele vraag over.

duisterheid

dat er nog zekere onbepaald-

En daarom wenschte

ligt.

Ik vind de

Ik geloof het alleszins.

Voor

duidelijk.

geen

herlees,

?

ik wel, dat de

Minister kon goedvinden alsnog een toestemmend antwoord te geven deze vraag:

Is

door u aangegeven beginsel, dat de openbare school

het

bruikbaar en toegankelijk voor allen beslaande schoolwet

Oordeelt

want

in

het niet

de

ivenschl

Minister

staatkundige

geraden

is

men

te

zij,

dat gij in de

het eenige beginsel,

maint eneeren?

van

Binneiilandsche

Zaken

intusschen

zaken geldt de eisch der voorzichtigheid op

die

geven, dan ben ik bereid den, dan bestede

oj»

dien

te

vraag nu reeds een

wachten. tijd

Maar moet

jiertinent

er toch

—

antwoord

—

'

dat te

gewacht wor-

des wachtens op doeltreffende wijs. Bij-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen