Acta van het Zending-Congres - pagina 31

15

Uit den aard der zaak kuimen wij aangaande den Zendingarbeid in Indië alleen in breede trekken vermelden, wat eigen aanschouwing leerde (ten deele), en verder wat de berichten van anderen daarvan mededeelen.

Wij beginnen wederom met Java. moeten wij opmerken, dat het eigenlijke Zendingwerk, buiten de Kerken om, begon in een allerbezwarendst tijdperk. De Eerstelijk

overheersching der Franschen drukte loodzwaar op land, volk en Kerk; de Kei'ken sliepen; de zeevaart was belemmerd; de Koloniën in de zoo het heette in handen der Engelschen, bewaring tegen Fransche aanslagen. De deur was voor het Evangelie gesloten. Het beleid der regeering was beslist vijandig tegen de Zending. Er bestond nog erger dan watervrees tegen dit heilig werk. Er was geen geloof meer aan het bevel: Predikt het Evangelie allen creaturen. De revolutiegeest loochende platweg de zegeningen des Evangelies voor zichzelven, en nog meer voor de onderworpen Heidenen. De voorbereiders der revolutieleer hadden, door leugenachtige berichten, de theoiie verkondigd van de gelukzalige eilanders in den Stillen Archipel, vooral daarom zoo gelukkig, omdat er ,,geen twist was over de leerstukken der zaligheid en geen wetten tegen overtreding." Men achtte de bekendmaking van de zegeningen des Evangelies onnoodig, ontijdig en gevaarlijk. Het TeijlerGenootschap had, iets later, den moed om Jacob Haafner, een phantastisch Idealist, Indisch oudgast, te bekroonen wegens een werk, dat het Zendingswerk geheel en al afkeurde. Er bestond geen Nederland meer, maar er bestond ook geen Gereformeerde Kerk meer.

—

Toen werd

1795 het Nederlandsche ZendingGenootschap door eenige godvreezende kooplieden en predikanten opgericht. Van meet af, heeft dit Genootschap nooit eene bijzondere belijdenis, en zeker niet de Gereformeerde aangenomen edoch niet uit afkeer tegen de Gerein

;

formeerde leer? Het drankgebruik schier algemeen, de verwoesting door de onkuischheid sclirikbarend. Dit alles roept tot den Hemel; deze massa zal staan en getuigen tegen het Christendom, tegen het Christenverlaagd.

meer doet dan Zijn naam belijden. meer. Wil men een juisten indruk hebben, rnen ga naar de markten, passars, te Batavia, te Soerabaya, te Amboina, te Ternate en rnen zie de menigte kettinggangers, gebannen misdadigers onder het volk rnen moet bedenken hoevele kranken, melaatschen, verlorenen daar leven in en onder dat volk. Daar zijn nog woeste, wreede, gruwelijke menschen, zeeroovers, kannivolk, dat

Daar

is

—

balen in deze landen.

;

A. O. S.

Men begon eenmaal buiten de Kerk, en deze was ook machteloos en men achtte de belijdenis minder noodzakelijk. Men wilde ,,het ware en ;

werkdadige Christendom planten in de harten nam tot devies: „Vrede door het bloed, des Kruises" met een symbool, voorgesteld door eene vrouwelijke gestalte met kelk en palmtak. Het valt in het oog, dat de woorden niet precies den aangeduiden text, CoU. 2 VS. 16, wedergeven. der inlanders," en

Men

wilde allen vereenigen, die lust en liefde

hadden

tot medewerking. De Stichters eischten instemming met de 12 artikelen des

alleen

geloofs, zonder meer.

Wat

Nederland

ten uitvoer de hulp van Engeland te verkrijgen, en wel door het groote Londensche Zendeling- Ge7wotschap. Dit Genootschap beproefde het werk der zending reeds op Java. Het Nederl. Genootschap steunde de EngeLsche BB. door hunne bijdragen. Het Londensche had het oog gericht op China. Maar de Chineesche draak bewaarde den ingang zoodanig, dat niemand toegang had tot het binnenGeen gezanten, land of zelfs tot de steden. militaire machten of kommandeurs mochten voor den keizer in audiëntie verschijnen, tenzij tuen

brengen kon,

in

trachtte

niet

men door

gezanten geblinddoekt werden in- en uitHet kon later den door de straten. beroemden Dr. Gutzlaff, den Zendeling voor China, daardoor alleen gelukken, onder dit volk te verkeeren, dat hij, eenigermate op een Chinees gelijkende, geheel en al als Chinees gekleed ging met de Tjap-i-kong en haardos, op en top als Chinees levende, doch altijd met gevaar zijns levens. de

geleid

De eerste Zendelingen van het Ned. Zend. Genootschap werden naar Afrika op hunne kosten van Londen uitgevaardigd. In 1813 vertrokken de eerstelingen naar Java, leerlingen van den vromen JiLnicke te Berlijn, Brückner Duitschers en de voorstreffelijkste de drie, Josef Kam te 's Hertogenbosch geboren. Süpper heeft slechts driejaren mogen arbeiden. Hij stierf in 181G. Hij was het, die den eersten steen heeft gelegd van het Genootschap tot Bijbel- en tractaatverspreiding. Brückner beeft 40 jaren lang voor den Heere geleefd en gewerkt in N. -Indië onder veel tegenstand, is zelfs met verbanning gedreigd. Toch gelukte het hem, eene vertaling van het N. T. in het Javaausch te Sérampore te laten drukken. Onder het Engelsche bestuur van Raf&es ging het goed maar na de teruggave en

van

Slipper,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen