Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 187
SOCIALE QUAESTIE.
den
van
belang
het
van
middel
der
Met
welk
heeft
recht
Zullen alle officieren van
Politieblad
geschikt voorkomt, ten spoedigste
aan den Minister van
Hem, den
gehad? Of mag
plaats
,
dienstig en tmor openbaarmaking door
Rijkspolitie
rechtstreeks doen geworden
op het adres, enz."
staat:
signalementen enz., welker medcdeeling hun
Algemeen
hel
Er
Justitie.
de kennisgevingen,
justitie
in
van
Minister
187
Justitie,
met aanduiding
Minister van Justitie, vraag ik derhalve
aanduiding
die
Algemeen
het
in
ten nadeele van den betrokken persoon worden aangewend
my
inzage der wet toch ieder
bij
te doen, als
Van
heer
iemand,
der Laan, nadat
is,
worden
beschouwd
een
als
officieel
Immers
worden aangehouden?
moet
die
voorwaarde
ontvlucht
hij
zal
een krankzinnige ontvlucht
men dan om den
en ontbreekt zulk een aanwijzing, welk recht heeft
;
En nu
?
toestemmen, dat de wet van 29 Mei 1841
geen enkele aanwijzing bevat wat is
Politieblad
van de wet,
ooit een legis reticentia, het zwijgen
te signaleeren als
mag
hij
misdadiger,
onder geen
die een vonnis te
zijnen laste heeft!
Ten
tiveede
vraag
of de Minister genegen
ik,
Gevaar kan
trekken?
te
in
hierbij niet
persoon, nadat het signalement
bedoelde
toch werkelijk krankzinnig
worden
en
plaatse
waar
bestaan
is,
zal
middelen
te
behoort
hij
;
is,
weggenomen
dat hier te lande over,
thans dat signalement
Immers, wanneer de
bestaan.
om hem
terugkomt en
is,
kunnen geconstateerd
alsdan te brengen ter
hem' eenvoudig op de verklaring van een enkel
geneesheer buiten het vaderland te houden, gaat in geen
Er van
is,
dit
beide
nu
mag noch iets
in
weet men :
hier,
het
uit de
bladen, een gerucht van schandaal.
waar of het
is
geval aan.
is
niet
Eén
waar. Is het niet waar, dan
noch buitenslands het vermoeden blijven bestaan, dat zoo
Nederland zou kunnen plaats grijpen; of ook, heeft het wèl plaats
dan
gehad,
dringend
het
is
noodig,
dat er zoo spoedig mogelijk een
einde aan kome, door herstelling van recht.
Hoe denkt de Minister wet van 1841? Er -werd mij straks
Dit leidt mij vanzelf tot een verwante vraag
van Justitie over een herziening der door een mijner medeleden gezegd krankzinnig.
wat ook en dat in
gebreken, zij
dunkt, Mijnheer
mij
Kamer
die
die
Die
Avet
de
op de krankzinnigen Voorzitter, als
reeds zoo dikwijls gedebatteerd
wet
ontsieren, dan zal ieder
is
men
is
zelve
opsomt,
over de leemten
moeten toestemmen,
een der ellendigste producten van wetgevenden arbeid
is,
die wij
het Staatsblad bezitten. Gold het bijkomstige quaestiën, ik zou zwijgen;
maar
bij
zesfSfen
u,
En
in deze
:
:
herziening van deze wet hebben wij allen belang. dat
Mijnheer
thans
den
heer
Van
der
Laan overkomen
de Voorzitter, of mij evenzoo overkomen.
Wat sommigen is,
kan morgen
Denk, er wordt
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's