Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 283
283
ONOEKWIJSQUAESTIE.
zit,
ook aangeiioiiien dat het
recht,
zeggen,
te
meerderheid van het kiezersvolk zich Vüor de
dat de
openbare school verklaard heeft, zichzeiven en deze
te stellen
De
niet
orgaan der natie voor
als het
mede
rekenen
te
daarom
en
recht
om
zeggen
te
Onze
:
oj)inie
is
noch aan gene
deze,
de opinie van de natie
nog veeleer opgemaakt moeten worden
dan
Het
beiden.
men noch aan
lieyft
iiit
leven,
het leven der kinderen, het leven
evenzeer
recht
van
zoo ver
medespreken,
om
gaat
en
zeggen:
te
,Eene
medespreken
fictie,
een minachting voor het volk, die allerminst
bare school,
nog
gehecht
gehecht
zou
!"
is
liet
uit
volk
dan spreekt
overeen te bren-
volksvertegenwoordigers aan het volk
als
Avij
hier ook van
gelijk
volgens de wet van zal
dit
1857 bestaat,
ook indien
is,
—
zeker niet
nog aan
die school
wel niemand tegenspreken
liefde, slechts
aan
een fiscalen of legalen band: door de wet en het
zil-
van een band der
er bij ontstentenis
ze
door
is
de gehechtheid der natie aan de open-
zij,
ik durf beweren, dat indien de natie
ja,
is,
zij
—
bestaat,
toegenomen;
die
liefde,
van
ook
alsof
zijn.
Maar wat
zij
recht
conscientie raakt,
hebben
hierin
kiezers
met de
;
de vermenging van
dei'
de
verschuldigd
het
die opinie
wanneer de geachte spreker
achter
gen
zijde
achter de kiezers" heeft in iedere quaestie, die het
„volk
innerlijk
Haarlem
y
het Nederlandsche
Staten- Generaal vertegenwoordigen, dacht ik,
volk,
zon
Kamer
der
zijde
ware geweest, het
aiuk'rs
steiiil)U.siesiiltHat
veren koord der schatkist, niet door het hart.
Zoo vond zonder
moet
twee praemissen. Ons sclioolonderwijs
ik dan van lieverlee verwijl
verbeterd,
verbeterd
zonder dralen; en ook op de
antirevolutionairen rust verantwoordelijkheid,
om
Welke conclusie is daaruit te trekken? Een achttal van mijn politieke vrienden de
ons
tollig
zou
zijn,
bij
spreken
tweede
gezegd wij,
:
De
Mijnheer
mij overwogen, en wij
;
praemisse eenige
in
of in het stadium, waarin deze quaestie doelloos vvierd.
brengend,
verband
zijn
hebben
we
waar de
praemissen
eerste
met
tot onszelven is
deze,
dat
Kegeering nog steeds een nevel over
schroom, maar toch met beslistheid helder
Daarop de
logische conclusie, daaruit te trekken,
antirevolutionairen,
wie
Kamer,
werken.
ook aan het debat hechten we zeer groote waarde maar
haar bedoeling laat han<?en, zelven het
dat
te
Niet alsof spreken op zichzelf over-
lieten.
we hebben onszelven afgevraagd, thans gekomen is, spreken niet de
mede
vraag voorgelegd, of wij verantwoord waren, indien we
de
het nog langer .
in deze
met
Voorzitter, heeft deze vraag zeer ernstig
hebben
daartoe
zijn
stelt
hiitiatief
moesten nemen.
wij tot de overtuiging
en
logisch
En met
gekomen,
denkt, ook voor de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's