Acta van het Zending-Congres - pagina 135

;;

117 de schuld en den vloek weg! Hij verwierf voor Zijne gekochten het recht op het eeuwige leven. Hij vertrad voor hen allen den slangenkop en brak de boeien des duivels en des doods. Hij stond voor hen uit de dooden op en zette hen met zich in den hemel verre boven alle macht en kracht. Hij heeft ze gered. Het is volbracht! Hij heeft met ééne offerande mï eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden. Terug dus, dwaas die meenen zoudt, dat gg ééne ziel zoudt moeten of kunnen redden; dat gij ééne ziel zoudt kunnen winnen voor Jezus. Al de Zijnen heeft de Vader Hem gegeven en Hij heeft ze allen genomen. Zonder hen; zonder u. Hij heeft ze gewonnen door den prijs Zijns bloeds en niet één van hen kan verloren gaan. Slechts moet het verlossingswerk van Christus in al de Zijnen door alle eeuwen worden toeal

!

;

gepast. zij

Hun moet

toegeëigend worden, hetgeen

in Christus hebben. Zij

opdat

moeten hem worden

door het

geloof in het De Kerk, de Gemeente van den Zone Gods, moet uit het gelieele raenschelijke geslacht van het begin der wereld tot aan het einde worden vergaderd. Zoo zal dan hierin uwe zendingsroeping gelegen zijn, dat gij heidenen en joden tot het geloof 171 Christus moet brengen? Ach, ook daartoe zijt gij onbekwaam. Maar ook dat heeft de Heere God U niet toegebracht,

bezit

zij

komen van hun eigendom.

opgedragen.

Gedenkt het getuigenis van den Zaligmaker: ,, Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de gezonden' heeft, hem trekke." wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn. zal ze allen tot Mij trekken." „Wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der Waarheid, Die zal Mij verheerlijken want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het ü verkondigen. Die zal van Mij getuigen, en Hij zal de wereld overtuigen." (.Joh. 6 en 16). Het is alleen de Heilige Geest, die tot het geloof in den Christus brengt. Waar blijft dan de roeping der Kerken tegenover den nood der volken? Die roeping zou er niet zgn, of zou hoogstens bestaan in gebed. Gel., zoo het den Heere behaagde de arbeid des Heiligen Geestes in het brengen tot het geloof zonder middel te doen plaats hebben. Velen schijnen dit te meenen. Zij weten van geene roeping en stellen zich met een stil gebed gerust. Een gebed, niet naar den wil des Heeren. De Heilige Geest is in Zijn arbeid gebonden aan het Middelaarschap van den Zone Gods,

Vader,

die

,,En

Ik,

Mij zoo

;

'

als aan den Raad en het welbehagen des Vaders; gelijk Hij ook van eeuwigheid van

evenzeer

den Vader en den Zoon uitgaat. De Heilige Geest is gebonden aan het Ambt van den Christus. ,,Hij spreekt van Zichzelven niet." Daarom volbracht de Zone Gods door den Heiligen Geest den arbeid der Zending, afzonderende Zijne profeten en apostelen, opdat, waar de Heilige Geest getuigen moest, deze tnedegetmgen zouden. Zijne getuigen zouden zijn. Daarom gaf de Heere Christus Zijnen Geest in hen, opdat zij het Woord zouden spreken en schrijven, in hetwelk Christus, de Profeet, Priester en Koning door alle eeuwen heen tot Zijne Kerk sprak en spreekt door den Heiligen Geest. Waar het Woord getuigt, daar getuigt de Heilige Geest.

Waar het Woord getuigt. Ofschoon het Woord Gods, door den Heiligen Geest ingegeven, krachteloos en vruchteloos is zonder den persoonlijken arbeid des Heiligen Geestes uit den levenden Christus in degenen, die hooren en daarom ook de arbeid van Christus door den Heiligen Geest in de levendmaking van hen, die het Woord zullen hooren, aan het hooren van het Woord vooraf moet gaan en wederom op dat hooren moet volgen zoo is er toch geen hooren van de stemme des Zoons van God en geen opstaan uit de dooden zonder het Woord. Door middel van het Woord brengt de Heilige Geest tot bekeering en geloof; vervult Hij aan de Gemeente en haar zaad alle de beloften van Christus en eigent aan alle uitverkorenen toe, hetgeen zij in Christus hebben. Door middel van Zijn Woord en Geest vergadert de Zone Gods Zijne Gemeente uit het geheele menschelijke geslacht. Niet in het woord eens menschen. Maar in ZiJ7i Woord, Gods Woord, in de Heilige Schriften, die van Hem getuigen, gaf de Christus het middel waardoor de Heilige Geest Hem verheerlijken moet. En dat Woord betrouwde de Christus Zijne Gemeente toe. Hij gaf het aan Zijne Kerk, opdat deze dat Woord zou hooren het zou bewaren het aan haar zaad zou bekend maken het zou verkondigen, prediken, doen hooren. Geen dood Woord, maar een levend Woord, een klinkend Woord, een uitgaand Woord, doorgaande als een tweesnijdend scherp zwaard tot de verdeeling der ziel en des geestes en der samenvoegselen en des mergs, een oordesler der gedachten en der overleggingen des harten een Woord, dat de aarde doorgalmt ; dat de zee aan de zee en de knst aan de kusten toeroept. ;

;

—

;

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen