Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 202
,
Van
198
het Middel der Verlossinge.
Rom. cap. 1. vs 32. Deaen Godes gerechtigheyt welcke, daer sy het rechte Godts weten, &c. d door het licht der nature V. Kan men weten welcke die gene zy, door welcken dese eenige voldoeninge geschiet is? A. Neen. d V. Soude men niet konnen weten, dat de Sone Godts die Emmanuƫl is, die voor ons betaelt heeft? A. Neen. :
,
Vrage
13.
Maer konnen wy door ons selven betalen ? Antw. In geendeiiey wijse: maer wy maken oock de schuit noch daeghlicks meerder. V. Kan ick voor mijne sonden niet betalen ? A. Neen. V. Kan ick voor uwe sonden niet betalen? b A. Neen. V. Soude den eenen mensche voor den anderen b niet konnen betalen? A. Neen. V. Bewijst dat? d A. Psalm 49. 8, 9. Niemant van hem sal sijnen broeder konnen verlossen: hy sal Gode sijn rantsoen niet konnen geven. Want de verlossinge haerder
b
ziele is te kostelick, ende sal in eeuwigheyt ophouden, b V. Kan Maria voor onse sonden niet betalen? A. Neen. b V. Heeft Maria niet voor haer eygen sonden betaelt, ende isse niet door haer selven saligh ge-
worden? c
A. Neen. V. Is Maria
niet
daer
door
behouden datse
de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's