De Christus en de sociale nooden en democratische klippen - pagina 7
vaardige wijze verworven
is,
maar
het beteekent: de Rijkdom
uls zoocküüg, die tot het ongeestehjke te rekenen
ongerechtigheid saamhangt
.
dat de Rijkdom als zoodanig
dom
is
.
De gedachte
.
iets
enmetde
is,
ten grondslag,
ligt
zondigs aan zich heeft Rijk-
het meest wezenlijke en meest tot verzoeking leidende
stuk in deze bedeeling. (Zie Olshausen.)
van
Zelfs G. Wiesen, de jongste exegeet
dit Kapittel
en die
allerminst op ons standpunt staat, geeft toe, dat „sprachlich"
wordt van geld of goed dat oneerlijk
hier niet gesproken
worven
maar van
is,
het gebruik
van
ver-
dat ons als
alle goed,
rentmeesters wordt toevertrouwd, zonder dat er gelet wordt op of niet eerlijke verwerving.
eerlijke
goed en geld
lieet:
met wat
Slechts
er over geschreven
de gelijke-
is.
wijze van voorbeeld wijzen
bij
alle
Mammon. Op Men kan twee boekenplanken
de onrecht vaardig
nis zelve zullen wij niet ingaan.
vullen
Alle geldelijk bezit, >'
we
op de jongste ver-
klaring van Wiesen.
Deze zegt: De Heer in de gelijkenis
maar
meesteren,
zichzelf gebruikt.
De rentmees-
G-od zelf.
het
geld
dat
God hem toebetrouwde voor
Nu werpt God hem
in doodelijke ziekte ter-
Daardoor voelt de ontrouwe rentmeester, dat
neer.
God
is
gegoed persoon op aarde, die voor G-od moest rent-
ter is elk
ter
verantwoording staat geroepen
waarvan
sprake
is
te
zijn zijne schulden.
hij
berouw en poogt nog goed
te
zijn
worden. De schulden
Hy
evenmensch geweest. En nu, gevoelende dat krijgt
voor
hij
is
hard voor
zijn
sterven gaat,
hij
maken wat
hij
kan,
naar God roepe, maar En zoo nu heeft ook elk gegoed persoon onder ons te doen. De Mammon is en blijft •een ongerechtige niacht, en wee onzer, indien we door die onheilige macht het geroep der ellendigen tegen ons naar God .opdat het verdrukte volk niet tegen
veeleer
nagedachtenis
zijn
doen opgaan. tigen
Wat we
Mammon
lendigen
hem
zegene.
veeleer doen
moeten
is,
dien ongerech-
zóo gebruiken, dat de nooddruftigen en de
el-
God loven en danken voor wat we ten goede aan
hen deden, en alzoo ons geen
vloek,
maar een welkom bereiden
tegen onzen ingang in de eeuwige tabernakelen.
Of deze exegese juist
meld
om
te
als de exegese
doen
is,
blijve hier onbeslist.
Ze
zij
slechts ver-
van een geestverwant van de Nederlander,
zien, dat zelfs
haar geestverwanten onder de theolo-
gen in de beschouwing over den
Mammon het met mij
eens
zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895
Abraham Kuyper Collection | 96 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895
Abraham Kuyper Collection | 96 Pagina's