GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 227

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 227

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

215

a rebus seiunctum,

usquam extra nostram mentem

adsit,

qni negando respondebit, nominalista, qui affirmando,

ille,

habendus

realista

est.

Realistae igitur, qiuim sibi constare

unam tantummodo

velint,

statuant

adesse et sum-

ov<tixv

mam

qnidem, ita ut genera et species huius èv^lx: partes habeantur. Nominalistae contra unamquamque vocem alicui singulae vere existenti respondere, universalia tarnen

rei

„flatus vocis" dicenda esse contendunt."

^)

Somtijds wordt voor het Realisme naar Plato, voor het Nominalisme naar Aristoteles verwezen. Doch zoo gezegd, kan dat tot misverstand aanleiding geven, voor wat den eerste aangaat, en is het beslist onjuist voor wat den tweede aangaat. Plato was Ultra-Realist, Aristoteles was Realist, en het Nominalisme wordt in de Stoa bij de Stoïcijnen gevonden, gelijk Nitzsch in zijn „Scholastische Theologie" ^) en Scholten in zijn „Geschiedenis der Godsdienst en Wijsbegeerte" ^) terecht opmerken.

Het standpunt van Plato

is

bekend. Hij zocht de realiteit

der dingen in de ideeënwereld, in den

bestaan zoowel afzonderlijk

in

eenheid, de idee van het goede

God

laatste

maar een chanisch

De

zelf

is.

xó(xf/.og vovjrég.

[Mvoc'le:

De zichtbare

yi

of

boi^sc,

staat

wereld, de

er

als in

xyx^öv

i^sx röv

afdruksel van die ideeënwereld,

mee verbonden,

De ideeën ééne

— welke

Mo-y^oc opizróc, is

is

er zuiver

me-

dualistisch tegenover.

hoort thuis in die hoogere sfeer, is voor straf aan een lichaam verbonden, dat eigenlijk een kerker voor haar is, en waarvan af te komen als verlossing geldt. Juist dat dualisme van Plato tusschen God en wereld, lichaam en ziel

ziel,

pirie

geest en stof,

is

er oorzaak

van dat

hij

De

recht van meespreken ontzegt.

alle

aan de emziel

bestond

reeds praëexistent, kent de eeuwige ideeën a priori, en alle

kennis

is

dan herinnering, ivi,av>^cr/^. Ja zelfs zoo weiis het verband tusschen ziel en lichaam, dat zijne leer der metempsychose de vereeniging van niets

nig organisch

Plato in

')

Dr. A. PiEBSON, Disquisitio Historico-Bogmatica de Reaüsmo

^)

Hekzog,

*)

Scholten,

Real. Encyclopaedie, 1.

snb voce.

c, p. 152, 3e druk.

et

Nominalismo, p. 35, 36.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 227

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's