GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 226

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 226

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

214

wezen gebleven was, ook na de zonde, alleen in zijn natuur verdorven toen de naturalia van pura corrupta waren geworden. En het is juist op die regeneratio van de menschena de zonde had men geen pura naturalia, lijke natuur

maar

corrupta naturalia

dat de Gereformeerde Theologie

met betrekking tot het hare Scholastiek bouwde intellect. De rede was niet in puris naturalibus gebleven, was niet weggenomen, maar was verduisterd, en wordt in speciaal

de palingenesie weer v^erlicht^ de herborene heeft een ratio illuminata. De Philosophie evenzoo is niet in puris naturali-

bus gebleven, maar werd ijdel, valsch en onwaar. Doch de herboren menschheid heeft eene Christelijke Philosophie. En zoo blijft de Calvinist de pretentie handhaven van alleen de ware Scholastiek gegrepen te hebben door met de ratio illuminata en de Philosophia Christiana de cognitio insita en revelata met elkaar in verband te brengen en te ont-

wikkelen tot eene cognitio explicita, mede als eisch van zijn Calvinistisch beginsel. Tevens kan hier ook nog gewezen worden op het gereformeerd beginsel contra de Cocceianen dat we niet historisch tekst na tekst op zich zelf te verklaren te hebben, maar hebben uit te gaan, bij de beoefening der Theologie, van de analogia fidei, den doorloopenden zin van het geheel der Schrift, zooals Voetius dat breedvoerig aantoonde, gelijk we bij de behandeling van zijne gevoelens zagen.

Met een enkel woord dient

hier ook te

worden herinnerd

dat de quaestie der Scholastiek op het allernauwst samen-

hangt met het probleem van Realisme en Nominalisme. Dat probleem behelst de vraag of de universalia, de algemeene begrippen ante res of post res zijn. Van het antwoord hierop hangt de gewichtige conclusie af, of ge ook a priori over de dingen kunt redeneeren dan wel alleen a posteriori door empirie tot kennis der dingen kunt geraken. Pierson in zijn „de Realismo et Nominalismo", zegt, dat het onderscheid tusschen Nominalisme en Realisme nog al gemakkelijk te geven

is.

quinam vero Nominalistae sint facile agnoscitur. Quum enim quaeritur, utrum universale per se,

„Quinam

Realistae,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 226

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's