GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 115

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 115

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

AVERECHTSCHE ONTWIKKELING.

(DEÏSME.)

I I

3

de zondige mensch, die, met gebrekkig bekennis van God verkrijgt, niet uit de levensopenbaring Gods in de werken der Schepping, noch Deïst

wustzijn,

nu

is

eenige

stem in het hart, maar alleen en uitsluitend door het zien op de Transcendentie, het hoog verheven zijn, van het eeuwig Opperwezen. Het beeld, waarmede men het stelsel van het Deïsme doorgaans teekent, is dat van den mechanicus, die een kunstig uurwerk heeft gemaakt, maar, na het gemaakt te hebben, het uit de handen geeft, om het voorts aan zijn lot over te laten. Zoo zou God het Heelal eenmaal geschapen hebben maar toen ook die gansche Schepping, als een te water gelaten schip, hebben laten wegdrijven, haar prijsgevend aan een onzeker toeval. Zooals het veldhoen, waarvan Jeremia spreekt (Jer. Zijn

uit

,

17

:

11),

dat

eieren legt en ze in het nest bijeen vergadert,

zoo eenigermaar ze in den steek laat en niet uitbroedt mate denkt de Deïst zich zijn God. Nieuw is deze gedachte niet. Doch daar is, met name wat de philosophie, de denkwereld aangaat, naar het woord van

Salomo, denken,

niets nieuws onder zijn er

de zon.

Mannen

die zoo

eeuw aan eeuw geweest; de wijsgeeren,

deze gedachten tot een

stelsel

die

uitwerkten, volgden elkander

De vorm

wisselt, het wezen blijft, de andere naam moet oude theorie een schijn van nieuwheid verleenen. Maar onder wat naam, of uitdrukking, of vorm ook, het is en blijft de eeuwenoude gedachte van Epicurus, waarvan het slot van Art. XIII der Confessie zegt: „En hierin verwerpen wij de verdoemelijke dwaling der Epicureën, dewelke zeggen, dat zich God nergens mede bemoeit, en laat alle dingen bij gevalle geschieden."

op.

aan de

Het Deïsme heeft in zooverre waarde, dat het een bestaan Gods gelooft en belijdt, en zich kant tegen het goddelooze Kennisse Gods.

8

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 115

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's