GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 23

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 23

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

MET MOND EN HART.

2

I

de menschen, dien zal Ik ook belijden voor Mijnen Vader, in de hemelen is." Met groote stelligheid wordt hier dus op het belijden van den naam des HEEREN aangedrondie

En in Luk. 9 26 lezen wij het woord dat gelden kan tegenhanger: „Zoo wie zich Mijns en Mijner woorden zal geschaamd hebben, diens zal de Zoon des menschen zich schamen, wanneer Hij komen zal in Zijne heerlijkheid." gen.

:

als

Hierbij

vanzelve

nu moet men spreekt,

ook voor het

kent,

niet vergeten,

dat de wijze

tijd,

wat trouwens ook

als

plaats en gelegenheid

Wanneer wij met een dwaas doen hebben, wiens antwoord bestaan zou in een tergend hoongelach, daar geldt voorzeker de regel van Spreuken 23 9: „Spreek niet voor het oor van een zot, want hij zou het verstand uwer woorden verachten." Ten opzichte van de goddeloozen en verkeerden van hart, die de heiligheden des HEEREN slechts door het en

spotter

ijdel

belijden.

te

:

en met voeten treden zouden, luidde het woord van den Heiland: „Geeft het heilige den honden niet, noch werpt uwe paarlen voor de zwijnen, opdat zij niet te eeniger slijk sleuren

tijd dezelve met hunne voeten vertreden en, zich omkeerende, u verscheuren." (Matth. 7 6.) :

Doch tijd

al

om

is

is

dit

het,

'neemt nooit weg, wèl te spreken, om dat

dit

belijden

grooten geloofsmoed vergt. gelies

van Christus

waar

hij

heid

een

niet,"

dat er zeer zeker ook een te belijden

en te getuigen,

menigmaal de betooning van „Want ik schaam mij des Evanroept Paulus uit (Rom. 1 16),

weet, dat het Evangelie een kracht

:

God is,

tot zalig-

iegelijk, die gelooft. Zwijgen is slechts dan eisch en roeping, waar metterdaad door dat z w ij g e n de eere Gods wordt bevorderd. Waar mystiek zelfbehagen, menschenvrees of valsche schaamte oorzaak er van zijn, daar geldt

ernstig woord: „Maar zoo wie Mij verloochend zal hebben voor de menschen, dien zal Ik ook verloochenen voor Mijnen Vader, die in de hemelen is." (Matth. 10 33.)

Jezus'

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 23

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's