De band des verbonds - pagina 330
DE EERE GODS.
326^
eeuwig
van dank en aanbidding als van een stemme veler wateren van de schare die niemand tellen kan. Als de kronen voor den Troon Gods worden nedergeworpen, wordt het gejubeld: „Gij, HEERE, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, en de eere, en de kracht; want Gij hebt alle dingen geschapen, en door Uwen wil zijn zij, en zijn het
loflied
Amen. De
geschapen.
lof, en de heerlijkheid, en de wijsen de dankzegging, en de eere, en de kracht, en de sterkte zij onzen God, in alle eeuwigheid. Amen."
zij
heid,
Dat
zal
den
HEERE
zvezen tot een
Naam,
tot
een eeuwig
teeken, hetwelk niet zal worden uitgeroeid. Hij wrocht alle
ding
om
wijsheid Zijne
en
der kennisse
oordeelen,
heeft den zin des
en
Hem
zij
hoe
diepte des rijkdoms, beide der
Gods! Hoe ondoorzoekelijk onnaspeurlijk Zijne
HEEREN gekend?
wegen
!
zijn
Wie
Of wie is Zijn raadsman Hem, en tot Hem zijn alle de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.
geweest? Uit Hem, dingen.
O
Zijns Zelfs wille.
en
SOLI
door
DEO GLORIA.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's