De band des verbonds - pagina 291

HET HEMELSCH PARADIJS. Handelen

287

dan achtereenvolgens: eerst van de aan-

wij

vankelijke verheerlijking na den dood, daarna van de heer-

lijkmaking zelve in de opstanding der dooden, en eindelijk van de volle heerlijkmaking in de wederherstelling van alle dingen.

II.

HET HEMELSCH PARADIJS. En

Jezus zeide tot

Heden

zult gij

hem

Voorwaar zeg Ik u

:

met Mij

in het Paradijs zijn.

Luk. 23:43.

De

aanvankelijke verheerlijking na den dood dat ons voor ditmaal bezighouden

^werp,

zal.

is

het o nder-

En daarmede

wordt gedoeld op die genade, die door God aan Zijne bondelingen bewezen wordt van af de stervensure, waarin

zij

in

worden opgenomen, tot aan den dag van het Eeuwig Oordeel, waarop de heerlijkheid in volle glorie zal geopenbaard worden. de

eeuwigheid

Nu Zoo

openbaart de Heilige Schrift dienaangaande niet veel.

de

als

rijk

genade

in

dit tijdelijk

leven beschreven

wordt, zoo breedvoerig als de heerlijkheid die

geteekend

wordt,

zoo

sober

zijn

komende

is,

de berichten aangaande

'den „voorloopigen toestand".

Ze

zijn

allengs

echter

opkwam,

dachten toch

En

als wij

genoegzaam om uit

den

zijn er in het

weg

allerlei

misverstand, dat

te ruimen.

Zonderlinge ge-

hoofd van menigeen opgekomen.

dat zeggen, dan denken

we

daarbij niet aan de

heidensche leer van de zielsverhuizing, door Egyptenaren en Indiërs

•eenen

alsof de ziel na het sterven van den den anderen mensch zou overgaan, ja zelfs

verkondigd,

mensch

in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen