Van de kennisse Gods - pagina 195
HET WEZEN GODS.
HET WEZEN GODS. Raad
en het wezen zijn Mijne
het verstand, Mijne
;
SPR. 8
Alsnu overgaande
tot
Ik ben
de sterkte.
is
:
14.
de behandeling van het Wezen
Gods, wenschen wij te beginnen met te verwijzen naar wat dienaangaande in artikel I der Gereformeerde Confessie
beleden wordt.
van God den HEERE, dat Hij is 9 Het ligt in eenvoudig geestelijk Wezen ons voornemen, bij de behandeling van dit hoogheerlijk onderwerp ons te houden aan de volgorde, hier door de Confessie zelve aangegeven, om, na gesproken te hebben over het Wezen Gods, achtereenvolgens te handelen over de eenigheid, de eenvoudigheid en de geestelijkheid van het
Onze
een
Belijdenis getuigt
„eenig
en
aanbiddelijk Goddelijk
.
Wezen.
onnoodig, ook afzonderlijk over de beteekenis Het van het woord Wezen te handelen. Men wete, dat met name de Remonstranten in vroeger dagen er bezwaar tegen hebben is
niet
God als van een Wezen te spreken. op den voorgrond, dat het woord „wezen" óók
ingebracht, van
Nu
sta
Kennisse Gods.
13
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's
![Van de kennisse Gods - pagina 195](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/van-de-kennisse-gods/1907/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's