GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKING

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jaarboek van het Katholiek Documentatie Centrum 18 (1988).Nijmegen/ Hilversum, 1989. 370 blz. ISBN 90-70504-25-1. Prijs ƒ 39, 50.

Cadeau's worden gewoonlijk één een jarige gegeven, maar het Katholiek Documentatie Centrum, dat op 1 mei 1989 twintig jaar oud (of jong) werd, pakt het anders aan: 'relaties en begunstigers' en de overige (kerkhistorisch geïnteresseerden worden verrast met een dubbeldik jaarboek. Bovendien is deze uitgave voor de eerste maal volledig aan één thema gewijd: de geschiedenis van de katholieke pers in de negentiende en twintigste eeuw. De aanleiding daarvoor is al even feestelijk: in de loop van dit jaar wordt het eerste deel verwacht van de Bibliografie van Katholieke Nederlandse Periodieken (BKNP), dat de gegevens van 350 dag-en weekbladen zal bevatten.

Het eerste artikel van de bundel is gewijd aan dit omvangrijke project, dat sinds 1974 loopt. Otto S. Lankhorst gunt ons een kijkje in de bibliografische keuken. Hij doet dat met de nodige ironie en zelfspot, maar maakt tegelijk duidelijk hoeveel acribie, doorzettingsvermogen en sensus bibliographicus er nodig zijn om dergelijke monumentale apparaten tot stand te brengen. De toekomstige gebruikers zullen zich dat waarschijnlijk evenmin realiseren als de opdrachtgevers het vermoedden toen zij met veel optimisme het startschot losten en in één band hoopten te stoppen wat er nu vijf zal gaan vullen. Vooral de beslissing om zoveel mogelijk te werken op basis van een 'autopsie' van de beschreven periodieken - een wat morbide term; sommige leven nog! - bleek in de praktijk bijzonder veel tijd te eisen. Toch mogen we voor die beslissing dankbaar zijn. Lankhorst maakt heel duidelijk wat de gebruiker anders zou moeten missen. Dat de BKNP een grote steun zal zijn bij het toekomstig onderzoek naar de geschiedenis van het katholieke volksdeel in de vorige en deze eeuw, ligt voor de hand. Maar de invloed van het werk zal stellig groter zijn, want het geheel biedt meer dan de som der delen. Niet voor niets heeft Lankhorst zijn artikel de titel 'Verborgen geschiedenis' meegegeven.

Van de deelstudies en monografieën die we in de toekomst kunnen verwachten, geeft dit Jaarboek een voorproefje. De 22 artikelen (buiten de zojuist genoemde) zijn verdeeld over vijf thema's. Daaraan werd bijgedragen door gevestigde (pers)historid, maar ook door jonge afgestudeerden, die hun doctoraalscriptie in gecomprimeerde vorm presenteren. Bovendien hebben voor de meest recente periode enkele journalisten een terugblik geschreven. Binnen elk van de thema's worden onderwerpen verrassend belicht. Deze rijkdom brengt de recensent in moeilijkheden, meer nog dan dat gewoonlijk bij het bespreken van een artikelenbundel het geval is.

Producent en consument van katholieke kranten worden door Otto Lankhorst en Joan Hemels op de snijtafel gelegd in het kader van het thema 'Nieuws en geschiedenis'. Bij de eersten speelde de spanning tussen commercie en apostolaat een grote rol: het was dun ijs waarop een katholieke uitgever moest schaatsen, en het produkt aantrekkelijk te houden zonder de noodzakelijke goedkeuring van de clerus te verliezen, was niet eenvoudig. Uit Lankhorsts artikel lijkt de conclusie voort te vloeien dat het commerciële succes van de katholieke dagbladpers vooral rustte op de invloed van de geestelijkheid die dit roomse bolwerk met kracht verdedigde. De schrijver zelf ziet het omgekeerd: de commercie legde het fundament voor het apostolaatswerk. De ontvanger van al dat drukwerk, de roomse lezer, is volgens Hemels in veel opzichten nog een onbekende. Hij pleit dan ook voor onderzoek in die richting: wie de lezer was, maar ook: wit hij was; wat hij las, maar ook: waarom en hoe hij het las. Meer inzicht in het dynamische proces van wederzijdse beïnvloeding en bevestiging dat zich tussen 'krant' en lezer afspeelde, lijkt hem geboden en hij geeft daarvoor enkele methodologische voorzetten.

De 'Journalisten en redacteuren' vormen een tweede thema. In de negentiende eeuw waren vooral bij de kleinere kranten de heren Schaar en Lijmpot belangrijke redactieleden naast de plaatselijke geestelijkheid die gewoonlijk de pen voerde. Nog lang daarna waren katholieke journalisten in veel gevallen ongewijde produkten van groot-of klein-seminarie.

Sinds het begin van deze eeuw nam echter het streven naar professionalisering steeds meer toe, terwijl het besef groeide dat theologie en apologetiek niet het gedrukte manna vormden waar het katholieke leespubliek hongerig op wachtte. Desondanks kwam er van het streven naar een eigen journalistieke vakopleiding niets terecht. Het is jammer dat Joep Naber, die hieraan een bijdrage wijdt, in zijn conclusie niet dieper ingaat op de redenen van die mislukking Intussen konden rond 1940 de katholieke kranten zich in veel opzichten meten met de 'neutrale' pers, en voor de journalisten gold hetzelfde. Twee markante figuren, die echter beiden het slachtoffer werden van hun eigen beoordelingsfouten, zijn onderwerp van afzonderlijke artikelen. De 'Dietser* Albert van der Poel gebruikte vóór 1940 een regionaal blad als uitvalsbasis voor het scheppen van een machtspositie in de katholieke politiek en toonde zich tijdens de bezetting tot een zekere accommodatie geneigd. Door een spel van vergissingen belandde hij in het concentratiekamp en werd na 1945 ook nog weggezuiverd. Piet Kerstens trachtte in 1946-1947 via De Tijd het standpunt van de katholieke politici in de Indonesische kwestie om te buigen, zonder succes.

Binnen de thema's 'Landelijke pers' en 'Regionale pers' worden negen, chronologisch gespreide, stukken gepubliceerd. Uiteraard zijn De Tijd, De Maasbode en De Volkskrant van de partij, maar ook het christendemo-

cratische Centrum, een aantal jaren de spreekbuis van HJA.M. Schaepman. De regio is vertegenwoordigd met het diasporablad Ons Noorden, en met de pers in Gelderland, te Sittard en te Eindhoven.

De 'Week-en maandbladen' zijn als laatste onderdeel van de bundel misschien wat stiefmoederlijk behandeld. Ben Boersema constateert in een overzicht van katholieke opinie(week)bladen in de eerste helft van deze eeuw dat de apologetische bladen nauwelijks, en de maatschappijgerichte bladen al helemaal geen 'knuppels in het hoenderhok van godsdienst en politiek' zijn geweest - het gebrek aan wezenlijke conflicten met het episcopaat bewijst dat volgens hem voldoende. Hij haast zich eraan toe te voegen dat nader onderzoek naar deze stelling geboden is. Van de artikelen die aan tijdschriften zijn gewijd, valt de geschiedenis van het intellectuelenblad De Beiaard (1916-1921) van de hand van Theo Reul het meest op: in minder dan twintig bladzijden voltooit hij een gave schets van dit kwalitatief hoogstaand 'blad van Brom', waaraan overigens J.

Hoogveld, B.H. Molkenboer en Jos. Schrijnen minstens evenveel bijdroegen. Vermakelijk is de manier waarop Reul de protagonisten van het blad elkaar en anderen met welgekozen citaten venijnig laat karakteriseren.

De overpeinzingen van oud-journalisten in de bundel zijn een hoofdstuk apart. S. Zoetmulder, (de overleden) hoofdredacteur van De Volkskrant Jan van der Pluijm, Louis Frequin van De Gelderlander en Herman Pijffers, ex-Katholieke Illustratie, kijken ieder op eigen wijze terug: soms met een zekere weemoed, meestal zonder wrok, in een enkel geval - dat van Frequin - met de onwankelbare zekerheid dat het zó moest en niet anders. Met alle reserve die men tegenover dergelijke persoonlijke ontboezemingen kan hebben, zijn hun verhalen het zout in de pap van dit Jaarboek.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1989

DNK | 88 Pagina's

BOEKBESPREKING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1989

DNK | 88 Pagina's