Door eenige leden der kerk van Amersfoort

Door eenige leden der kerk van Amersfoort is aan den Kerkeraad dier gemeente toegezonden dit onderstaand schrijven:

De ondergcteekenden, lidmaten uwer gemeente, komen bij dezen, mede uit naam van verscheidene anderen, tot u, om voor u eene zaak bloot te leggen, welke hun zwaar weegt op het harte.

Geen uwer is onbekend, wat in den laatsten tijd op kerkelijk gebied in ons vaderland is voorgevallen; en hoe, nog duidelijker dan ooit te voren, is gebleken, dat het onmogelijk is het Koninklijk gezag van Christus te erkennen en, zoowel in de kerkregeering als in de heilighouding der Sacramenten, naar Gods heilig Woord te handelen, zoolang men staat onder eene organisatie die, als de Synodale, haar gezag stelt als het hoogste besturende, wetgevende en rechtsprekende in de kerk, en menschelijke inzettingen stelt boven het Woord Gods.

Alsnu lettende op de beloften door u allen bij de aanvaarding uwer ambten afgelegd, en op de onmogelijkheid om onder de bestaande organisatie die beloften naar den eisch van Gods Woord te vervullen, komen zij tot u met de ernstige, maar dringende vraag:

Wat denkt onze Kerkeraad te doen? Mag de gemeente verwachten, dat door de van Godswege hiertoe geroepenen de noodige stappen zullen worden gedaan om te breken met de Synodale organisatie van 1816, en weder te keeren tót de kerkenordening der Gereformeerde kerken in Nederland, laatstelijk vastgesteld in 1619 met de Formulieren van eenigheid dier kerken als accoord van kerkelijke gemeenschap, of — moet er worden ondervonden dat de reformatie der kerk naar den Woorde Gods ook hier, als helaas! in zoo menige stad en dorp onnoodig wordt geoordeeld, wat er ook geschied zij?

Zij leggen deze vraag voor uwe conscientie neder en wachten uw antwoord eer zij, krachtens het ambt aller geloovigen tot eenigen stap komen.

Mocht vóór 15 Maart e. k. geen antwoord zijn ontvangen, dan zullen zij daaruit opmaken, dat de Kerkeraad besloten heeft de Reformatie der kerk, als boven in hoofdtrekken omschreven niet ter hand te nemen.

Dat moge de Heere verhoeden, die gehoorzaamd moet worden méér dan menschen; die door zijn. Geest u den ernst der zaak, het heilige recht Gods, het duur verplichtende uwer roeping u binde op het hart, en alzoo u de genade geve om getrouw te wezen in het ambt waarin Hij u stelde.

Met deze heilbede noemen wij ons,

(w. g.) H. C. E. STAVERMAN.

» J. DE ROOS.

Amersfoort, 14 Febr. 1887.

Zoo gevoelt men allerwegen, dat het tot een beslissing moet komen. Doch gelijk Willem de Zwijger riep: On veut nous annéantir, mais nous ne voulons pas être annéantis, zoo zeggen ook wij heel het land door: „Men wil ons uitdelgen, maar wij zullen, omdat God het niet wil, niet uit te delgen zijn."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen