„Och Broeders der Chr. Geref. Kerk,

„Och Broeders der Chr. Geref. Kerk, bij name gijl, die als Br. Entingh smaad en lijden verdragen hebt, om uw handhaven der waarheid'; ' gijl. hebt toch wel jaren lang gebeden, dat de Heere nog eens wilde doorbreken in het Hervormd Kerkgenootschap en uitkomst geven aan hen, die in dat Genootschap gebonden zaten. Ziet, de Heere hoort thans het gebed zijns volks, en leidt de Kerken uit bij tientallen, uit de erger dan Babylonische gevangenschap. Hij brengt tot stand, wat niemand misschien een jaar geleden nog durfde te verwachten. Daarover verblijdt'gij u immers.' daarvoor dankt immers ook gijl. den Heere, _ onzen God.? Ook al gaat het niet zooals gijl. misschien zoudt meenen, dat het moest geschieden.' Nu dan, beantwoordt den warmen handdruk, waar u die gegeven wordt in de vreugde onzer zielen, dat de Heere ook ons genade geeft, om de hiërarchie af te werpen en tot de gebondenheid onder de Schrift terug te keeren, met nog warmer handdruk en toch nooit met koelheid. Bidt voor ons en met ons, dat de Heere ons leide, oogenblik bij oogenblik en stap bij stap, opdat zijn wil door ons volbracht worde, in dit heerlijk werk der Reformatie. En laat toch alles, in woord en daad, vermeden worden, wat aanleiding zou kunnen geven tot verwijdering tusschen Broeders, die één zijn in de Belijdenis van des Heeren Naam. Evenals gij vroeger, hebben wij thans smaad en hoon te vci'duren van „zoogenaamde reAtzinnigen in het Herv. Kerkgenootschap". Bij aanvang hebben wij thans, gelijk gij vroeger, de berooving onzer goederen aan te nemen, krachtens dusgenoemde Kerkelijke vonnissen, ten onrechte over ons geveld. Evenals vroeger over ui., schudt thans de wereld over ons het hoofd, en beschouwt ons als dompers, drijvers, enz. Doch doet gij nu niets toe tot onzen strijd en onz'é moeite^cn geeft den vijand geen reden van juichen, maar laat ons verkwikt worden door uwe liefde en broederlijke sympathie.”

Met dït roerende woord uit de Hoop, waarvoor we haar redactie hartelijk dank zeggen, vereenigen we ons van heeler harte.

Wat meer is.

We kennen geen zorge en geen vrees op dit punt.

Hing het aan menschen, o, gansch gewisselijk, dan zou Ds. Gispen en dan zou Doe. De Cock ons zeer stellig beletten saam te komen, en misschien dat er onzerzijds evenzoo spelbrekers op zouden dagen bij meer dan tientallen.

Maar deze zaak hangt niet lust van zondige menschen. aan zin of

We belijden Jezus Koningschap.

Hij regeert dus, en zijn Woord zal saimbrengen, wat én in belijdenis én in kerkenorde én in taal één, niet gescheiden kan blijven.

Alleen maar: overhaast niet, overijlt niet, schudt niet nu reeds aan den tak, zoo het ooft pas over twee, drie jaren rijp kan zijn.

De wijze kent zijn tijd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen