GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Er ligt in de stelselmatige

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Er ligt in de stelselmatige

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er ligt in de stelselmatige vervolging ; die door de Synodale Hiërarchie tegen de Gereformeerden wordt aangericht, voor de Gereformeerden zelven geen de minste oorzaak van droefheid.

Wie toch niet slechts „gereformeerd" heet, maar het metterdaad is, die kent geen hooger eere, dan smaad en vervolging te lijden om den Naam des Heeren.

Wel kent ook hij de oogenblikken van moedeloosheid en inzinking en dat Satan zijn ziele benauwt; maar dat zijn oogenblikken waarin niet Christus in hem leefde, maar hij zelf v> -eer opleefde uit het vleesch.

Die oogenblikken rekenen dus niet meê. Daar legt hij zelf straks de ban op. En voort, n altoos voort gaat het weer in de mogendheid des Heeren HEEREN.

Voor den Gereformeerde is het alleen maar de vraag of hij vastelijk overtuigd mag zijn, , , dat hij de vaten des Heeren draagt, " d. w. z. dat hij bepleit en voorstaat en verdedigt de wezenlijke, heilige heerlijke waarheid van zijn God. En mag dat maar bij hem vast staan, dan ligt er in dit feit dat de God van hemel en van aarde hem iets van deze heiligheden wilde toebetrouwen, iets zoo onuitsprekelijk verheffends, dat hij er niet om denkt, of hij zijn voet ook schrijne en zijn hand ook verwonde, zoo hij „die heiligheid des Heeren" er maar door draagt en niet in zijn struikelen vallen doe.

Het is en blijft daarom wel vervolging., en het is voor het vleesch wel hard; maar de Schrift zegt, dat een kind van God zich verheugen zal, zoo het schade lijden mag om 'sHeeren wil, en dat rijke wonderwoord wordt ook aan hem bewaarheid.

Metterdaad zucht hij niet en treurt niet en is niet droef gestemd; neen eer omgekeerd stroomt er onder dien smaad een vreugde door zijn hart, waarin hij roemt bij de broederschap en waar hij zijn God voor dankzegt.

En zoo ook is „de berooving van zijn goederen" voor het vleesch wel tergend en pijnlijk. Vooral zoo men ziet dat juist het minder gegoede deel der gemeente beroofd wordt, en de meer weigestelden met alles strijken gaan. Maar toch ook daarover lijdt men geen duurzatne smart, maar leert er door »geven", en dat , .geven" maakt van banden vrij; zoo komt het tot een aanvankelijke verloochening; en elke verloochening van iets van zich zelven maakt zoo zalig.

Niet genoeg kan er dan ook op aangedrongen, dat de Gereformeerden in den lande allerwegen toch de van God gewilde lijdzaamheid en offervaardigheid in deze zaak betrachten.

Mannen broeders, laat ons eeniglijk en uitsluitend den strijd aanbinden of doorzetten om het geestelijk goed van Gods heilige waarheid, en willig alles prijsgeven, wat ons van het bezit van dit geestelijk goed onzes Gods berooven zou.

Wat zijn die steenen kerkgebouwen! Ook de discipelen wezen in hun bange bekrompenheid op dien prachtigen tempel van Jeruzalem. Maar Jezus heeft er zich niet aan gestoord. En later door 's Heeren Geest gedreven zijn de apostelen er zelven uitgetogen. Met een kerkgebouw maakt ge geen geest, maar zoo ge den Geest van Hem in uw midden moogt houden, bouwt die macht des Geestes u van zelf en overal kerkgebouwen zooveel ge wilt.

Onze Heere Jezus en zijn apostelen hebben de tienden er aangegeven, en er aangegeven allen steun en alle goed; en de prediking van den Heere Jezus, de wereld ingaande, is begonnen met in kamers en zalen de geloovigen te verzamelen; heeft daarna alle tempels omgeworpen; en is geëindigd met eengansch groote menigte van kerken te stichten, die thans heel ons werelddeel overdekt.

Houdt het Woord, en dat Woord zal u uw bestaansmiddel en uw spreekplaats scheppen.

Met dat Woord komt ge er altoos.

Natuurlijk waar u het beheer over kerkegoed is toevertrouwd, moet ge als goede rentmeesters er wel over waken. Dat is uw plicht. Maar ziet wel toe, dat het uw strijd niet ongeestelijk make.

uittrek­ Liefst moeten we geheel naakt ken!

Het zou zoo schoon zijn: al het kleine volk des lands onder de banier des Heeren uittrekkende, om aan de rijken al den overgeërfden schat te laten, maar zelf rijk te zijn met den schat van hun Heer! En nu, we weten, dit kan, dit mag niet, waar gij zelven rentmeesters zijt. Men mag ook de berooving van zijn goed niet zoeken. Een martelaarschap dat gezocht wordt buiten den weg van roeping is niet uit God.

Maar als ge ^een rentmeester zijt, of anderen leggen er de hand op, treurt er dan niet om, maar weest eer dankbaar, dat deze last van u is genomen.

En bovenal, aarzelt nergens, om des noods met prijsgeving van allen aardschen schat den Heere der heerlijkheid te volgen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 april 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Er ligt in de stelselmatige

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 april 1887

De Heraut | 4 Pagina's