In een repliek
In een repliek op de Dominees-Encycliek, die bij Ditmar te Utrecht het licht zag, en die, hoewel te weinig ernstig, toch met diep gevoel voor recht geschreven is, leest men op bl. 12 o. a. dit:
De predikanten schreven in hun Encycliek :
»o. Wij betreuren het met u, dat de tuchtmiddelen der Kerk moesten worden toegepast op mannen, die wij gaarne voor onze Kerk hadden behouden, terwijl wij op 't oogenblik gedoogen moeten, dat bestrijders van het Evangelie onzen kansel beklimmen".
En hierop nu vraagt de schrijver:
»Ik vraag aan ieder sterveling; ra, ra, wat is dat? Tuchtmiddelen ? Ja, de 231, die den Heer Jezus Christus zeggen te verkondigen naar de Schriften, kennen die door den Heer Jezus aangewezen tuchtmiddelen. Maar heeft de Heer Jezus Christus nu gezegd: gij moet, bij de toepassing dier tuchtmiddelen, bij de dominees en kerkeraden die den nood en de schuld der Kerk openlijk erkennen, beginnen, en de bestrijders ... ja, ziet ge, daar moet ge maar meê wachten tot tijd en wijle, dat zij ook zoo'n klein kuddeke vormen, dat gij met goed succes er den vloek over kunt uitspreken? Ik vraag u op uw geweten af, 231 leeraren! zijt gij daarin door uw bijbel onderwezen ? Is dat de taal van mannen, die het Godswoord tot regel van geloof en leven hebben ? "
Zoo is het.
Dit is en blijft de Acchilles\\\A het Synodale optreden.
Tucht wél om eigen autoriteit tegen broeders te handhaven, maar geen tucht tegen de vijanden van hun Heer.
En dat in Zijn Kerk!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juni 1887
De Heraut | 4 Pagina's