GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van irenische zijde is protest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van irenische zijde is protest

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van irenische zijde is protest aangeteekend tegen de bevestiging van een modern predikant te Genderen in het Genoot schap.

Een protest tegen tweeërlei.

Vooreerst tegen den bevestigde, dat hij, hoewel modern zijnde, de gewone vragen van het formulier met: Ja ik., van ^anscher harte l beantwoord heeft.

En ten tv/eede tegen den bevestiger, dat hij, als gereformeerd predikant, met kennis van zaken, een modern loochenaar van den Christus in den dienst heeft ingeleid.

In dit dubbele protest, dat in het Doet. Weekblad voorkwam, verheugen we ons van heeler harte.

Niets is stuitender en meer krenkend voor de Christelijke conscientie dan leugenachtig komediespel in de Christelijke kerk bij haar eeredienst te zien opvoeren.

Indien nu aan een modern predikant gevraagd wordt:

Eerstelijk vraag ik u, of gij gevoelt in uw hart, dat gij wettig van Gods gemeente, en mitsdien van Gods zelven, tot dezen heiligen dienst geroepen zijt ?

Ten tweede, of gij de schriften des Ouden en Nieuwen Testaments voor het eenige Woord t Gods en de volkomen leer der zaligheid houdt, en alle leeringen verwerpt die daartegen strijden?

Ten derde., of gij belooft, uw ambt, gelijk hetzelve voorheen beschreven is, naar deze leer getrouw te bedienen, en uwe leer te versieren met een godzalig leven ; mits u onderwerpende aan de kerkelijke vermaning, volgens de gemeene ordening der kerk, indien gij in leer of leven u kwaamt te misgaan?

En op deze drie vragen antwoordt een modern predikant: Ja ik, van ganscher harte! dan is hier leugen, dan is hier bedrog, dan is hier een lasteren van den naam des Heeren!

Een man, die met zulk een daad zijn geestelijke bediening in de kerk aanvangt, is onmachtig en zedelijk volstrekt onbekwaam, om zelfs in modernen geest den religieusen zin der gemeenteleden te verhoogen.

Hij is kerkelijk komediant.

De vraag in het Doet. Weekbl. waarom de kerkelijke besturen zulk een onzedelijken mensch niet straffen en weren, is dus volkomen aan haar plaats.

En niet minder is het die andere, of een Gereformeerd predikant zich niet schamen moet, om op die wijs een wolf in de schapenvacht ^ij de kudde in te leiden.

Slechts ééne exceptie maken we ten deze. Heeft de bevestiger geweten dat de te bevestigen predikant een loochenaar van den Christus was?

Indien, ja!; en de bevestigde beweert dat dit zoo is; dan is er ook o. i. geen verontschuldiging.

Liefst nemen we daarom aan, dat de bevestigde zich vergist en dat de bevestiger te goeder trouw kon verklaren: Ik wist niet welke uwe belijdenis is.

Ook zóó echter kunnen we zijn daad geenszins vrij pleiten.

De bevestiger is consulent, en had dus den plicht, om, eer hij tot het beroep meewerkte, zorg te dragen, dat de gemeente, bij wie hij consulent was, geen wolf in plaats van een herder riep.

Deed de kerkeraad dit, ondanks zijn waarschuwing, toch, dan had hij moeten weigeren, om tot deze daad meê te werken.

En had men hem desniettemin laten komen, dan had hij nog altoos in geen geval zich mogen leenen voor de bevestiging.

Aangenaam zou het ons daarom zijn, zoo de bevestiger zijn stilzwijgen afbrak en zich over deze zaak verklaarde of x)penlijk herriep en schuld' beleed.

Struikelen kunnen we temidden van het kerkelijk kap-en hakhout allen; maar is er gezondigd, dan moet de schuld weggenomen.

Dit mag echter niet gezegd zonder een enkel woord er bij aan het adres van het irenische blad.

Immers het bekent dan nu zelf, dat er zulk een publieke leugen in het genootschap heerscht, dat dit genootschap verlengend en innerlijk onwaar is, en dat de besturen het lijdelijk aanzien. Let wel, diezelfde besturen die tegen de Doleerenden met weêrgaloozen overmoed en hooggestoomden ijver teweer vlogen. Oordeelt het daarmee nu zijn eigen houding niet?

En ook, is het goed van het irenisch blad geoordeeld, dat het wel de kerkbesturen oproept, om aan deze onzedelijke daad een einde te maken, maar op zichzelf het ambtelijk woelen van zulk een wolf onder de schapen door de vingeren ziet.?

Als een modern predikant leugen spreekt, dan op, gij, kerlijke besturen!

Maar als die zelfde man den Christus in zijn kerk loochent en de zielen moordt, dan kunt gij het in afwachting der uitzieking geworden laten!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Van irenische zijde is protest

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's