Officieele Berichten uit de ned. Geref. Kerken.

Vrijdag, 2 December jl., kwamen de Nederd. ereform. Kerken uit de Classen van Groningen e Wetsinge-Sauwert samen. De vergadering werd gehouden in het Kerkgebouw aldaar. Tot praeses werd benoemd Ds. Teves, tot assessor de heer W, Ornée, ouderling te Groningen, tot scriba Ds. Hulsebos.

Na het onderzoek der geloofsbrieven van dé afgevaardigden en het bespreken van den toestand der verschillende Kerken, werd gehandeld over de armenzorg, de kerkvisitatiën en het examen. Daarna werd gesproken over de nog niet ontkomen Kerken, waar de behoefte aan reformatie is ontwaakt. Broeders uit zoodanige Kerken hebben zich om advies te wenden aan Ds. J. Hulsebos te Zuidwolde of aan de ouderlingen Wi Ornée te Groningen en T. J. Boer te Zuidwolde. Nog andere commissiën werden benoemd en als deputati classis aangewezen de Br. Hulsebos van Zuidwolde en Boer, ouderling te Wetsinge-Sauwert. De volgende classicale samenkomst zal worden samengeroepen door de Kerk vanBedum,

J. HULSEBOS, Scriba.

De Kerkeraad der

Nederlandsch Hervormde Gemeente te Alkmaar,

gezien hebbende de mededeeling van de Synodale commissie der Nederl, Herv, Kerk, dat door H. Wolzak Gzn., G. Teerhuis, W. Baas en K. A. Dane, lidmaten van de Ned. Herv, Kerk te Alkmaar, aan Z. M. den Koning dato 6 November bericht is gezonden, dat zij zijn opgetreden als opzieners en armverzorgers der gemeente onzes Heeren Jezus Christus te Alkmaar; kennis genomen hebbende van het onwaardig antwoord op het vermanend schrijven van den Kerkeraad, aan genoemde lidmaten dato 25 November j. 1. verzonden, in welk antwoord H. Wolzak en G. Teerhuis, gelijk zij beweren namens den Kerkeraad der Nederduitsch Gereformeerde Kerk (door het wederrechtelijk in bezit houden der gebouwen en goederen doleerende), aan het bestuur der Synodale Genootschapskerk te Alkmaar, gelijk zij den wettigen Kerkeraad dturven betitelen, op eene ongepaste wijze te kennen geven, dat zij inderdaad als leden van eenen nieuwen kerkeraad zijn opgetreden en zich niet langer gebonden rekenen aan hunne belofte, bij het afleggen van hunne belijdenis des geloofs gedaan;

Gezien art. 3 van het Algemeen reglement voor kerkelijk opzicht en tucht; besluit: H. Wolzak Gz., G. Teerhuis, W. Baas en K. A. Dane, die met woord en daad toonen, zich van de Nederl. Hervormde Kerk af te scheiden, schuldig te verklaren aan verstoring van orde en rust, en hen derhalve te ontzetten van het lidmaatschap der Nederl. Hervormde Kerk en aan deze beschikking, wanneer zij de geldigheid eener eindbeslissing heeft verkregen, openbaarheid te geven door de afkondiging van den kansel.

Gedaan in onze vergadering van acht December 1887 in tegenwoordigheid van de broeders : L. C. Schuller tot Peursum, voorzitter, J. Bouvin, scriba, A. J. P. Oort, A. v. d. Deuren, 0. Ooijevaar, D. Balder, C. Janssen Clz, , J. J. Schrieke, J. de Graaff, F, L, van Bommel en B. Valk.

w.g. L. g. L. C. Schuller tot Peursum, voorzitter, J. Bouvin, scriba, A. J. P. Oort, A. van der Deuren, C. Ooijevaar, D. Balder, C. Janssen Clz., J. J. Schrieke, J. de Graaff, F. L. van Bommel, B. Valk.

De Kerkeraad herinnert u, dat, wanneer gij u door deze uitspraak bezwaard mocht achten, gij binnen 14 dagen in hooger beroep kunt komen. Alkmaar., 12 December '87.

Het ingezonden stuk, door Ds. Koelman de voorgaande week geplaatst, acht ik mij geroepen met een enkel woord te weerleggen. Wat de gissing omtrent den onbekenden naam betreft, dit is geheel buiten mijne schuld. Zooals mijne gewoonte van schrijven is, had ik ook dien brief onderteekend en is voor onbekenden dan wel wat onduidelijk; vandaar de verkeerde naam.

En waar de inzender] van een onpartijdig getuigenis spreekt, is mijne vraag: Handelt ZEerw. onpartijdig? ZEerw. moet niet denken, dat zijne gemeenteleden blokken zijn, om er meê te doen wat men wil. Zouden de oogen niet opengaan en zouden wij het onpartijdig en lijdelijk mogen aanzien, dat menschen, van wie wij mogen gelooven dat het kinderen Gods zijn, op zulk een droevige wijze ter wille van de waarheid uit hun ambt ontzet worden ? Het geldt hier Gods eer!

Het door den inzender bijgebrachte ter bevestiging, dat de kerkeraad wel doleerend was, gaat volstrekt niet cp. ZEerWi heeft zelf bij mij aan huis gezegd, dat de toestand der Ned. Herv. kerk allerdroevigst is, doch dat de wijze hoe daaruit te geraken, voor menigeen nog een duistere vraag is; deze zal zich in den tijd echter zelf wel oplossen.

Voorts zou een osderling een collecte willen gehouden hebben voor Ds Maan. De vraag is, hoe men tegenover de afgezette en uitgetreden broeders staat. Verkeert men in volslagen vijandschap omtrent hen, dan kan men niets dulden; doch gevoelt men zich verplicht, als één van hart zijnde in den Heere, elkanders lasten te dragen, dan behoeft men volstrekt nog niet doleerend te zijn, maar dan zijn het de geestelijke banden, die er ons toe drijven. Wanneer men wil bewijzen, dat iemand doleerend is, moet men feiten toonen en dat zijn deze niet.

Wat het overige, door den inzender bijgebracht, betreft, wil ik niet verder uitweiden. Niets neem ik terug van het vorige, door mij geschreven; en denkt de inzender, dat het onwaarheid behelst, zoo verklaar ik mij bereid, in een publieke vergadering in tegenwoordigheid der afgezette kerkeraadsleden alles te verdedigen. Alleen de brief, dien de kerkeraadsleden van het Provinciaal kerkbestuur ontvangen hebben, getuigt genoeg van de stellige ontkenningen, door dominee tegenover dat bestuur gedaan. En hierbij eindig ik verder alle geschrijf, verwachtende, dat dominee wel voor zijn eer op zal komen, door een zoodanige vergadering op te roepen. Maasland, 12, Dec. 1887.

J. VAN DER Kooij JR.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen