Uit de Pers.

Aan de Theologische School te Kampen droeg Doe. Lindeboom het rectoraat aan Dr. Bavinck met een rede over, die tot inhoud het denkbeeld had: y> £h)/ in het Woord"

Voor veel schoons in dit stuk zijn we erkentelijk. Als getuigenis voor de Rots der eeuwen is het kloek van toon.

Toch vreezen we, dat de redenaar zich te gemakkelijk over de theologische taakheenzet, en we betwijfelen, of hij zijn zeggen, dat geheel de Theologie naar inhoud, methode en vorm uit het Woord komt, naar de wijze waarop hij dit kennelijk bedoelt, waar kan maken.

Zoo schrijft hij :

Wat dat wetenschappelijk betreft, och, wie zal zeggen, wat dat modewoord toch beduidt: hoe lang en hoe breed, hoe zwaar en hoog in kennis enz. een mensch en »een mensch Gods" wel moet zijn, om onder dat gilde gerekend te worden. Wetenschappelijke theologie noemt zich heden ten dage zelfs de naturalistischfüosofische absentie en aljductie van al wat op »leer" van den God der Openbaring gelijkt. De wetenscliapijkers en merken, vooral die zich theologische noemen, zijn tegenwoordig niet te vertrouwen. Hun is het Woord van God zoo weinig waard!

Aangenomen toch, wat we toestemmen, dat er heden ten dage een veelszins onjuist begrip van «wetenschap" heerscht, is de theoloog er dan van af met dit begrip te ridiculiseeren, of wel rust dan op hem de verplichting om kalm en rustig een juister begrip daarvoor in de plaats te schuiven? Immers ook Doe. Lindeboom veracht de wetenschappen niet;

Niemand meene echter dat de ware theologie de kennis en studie der talen, der geschiedenis i. e. w. der wetenschappen geringschat. Maar zij stelt zich er niet mede gelijk, veelmin dat zij zich zou buigen voor of onder haar kritiek. Als een koningin noodigt zij ze van de hoogte der stad, om aan liaar licht zich licht te verschaffen, aan hare tafel zich te voeden, in hare reine kleederen zich te hullen en in hare kostbare zalen te dienen. Alle wezenlijke kennis is gave van God ; ook daarvan is tot de Gemeente gezegd: -«Alles is uwe." En nooit kan een «mensch Gods" ie geleerd, te wetenschappelijk zijn, of ie schoone vormen hebben en te groote veerkracht en kloekheid. Wat zou voor »menschen Gods", voor kamerheeren des hoogsten Konings ie goed zijn ? Welke gave, welk talent zou hun mis staan ? Zullen niet alle bekwaamheden in hen een nieuwe kracht oefenen, door hen een hoogeren glans en cere vertoonen? Zij en al het hunne staan immers in het heerlijkste ambt, en gebruiken alle kracht in alle goed werk. En daarom kan aan een Theo!. School of Faculteit niet te veel zorg en offer worden gewijd : opdat zij waarlijk tot toerusting van «menschen Gods" strekke, tot toerusting van predikers, en ook van vaandeldragers op het terrein der geleerdheid. Dat elk onderwijzer des Woords althans de Heilige Schrift in haar eigen taal kon lezen en tot het eind zijner dagen daarin zich oefende en groeide, ware wel te wenschen; en van wie het kan, zal de Heere het eischen. Mannen, die dat kunnen, heeft de gemeente beslist noodig. Want voor alle deelen der theologische wetenschap en praktijk is en blijft de Schrift de eenige bron. Gezonde mtlegging van al de Schrift is daarvoor meer noodig dan het dagelijksch brood. En ten laatste heett alleen de uitlegging naar den vollen cisch van de grondtalen der Heilige Schrift beslissend gezag.

Veroorlove Doe. Lindeboom ons de vraag: Bedoelt hij nu hier zelf wel wetenschappelijk, en dan in goeden zin te spreken ? En zoo ja, veroorloove hij ons dan te vragen, of die goede zin dan kan opgemaakt uit .zijn zeggen : »De studie der talen, der geschiedenis enz., in één woord der wetenschappen? '' Is het Gereformeerd, dat de Theologie alle overige wetenschappen oproept om haar te dienen, en zelve te heerschen als koninginne? Is dit niet b. v. onderwerping van den staat aan de kerk, in den zin waarin Doe. Lindeboom dit zelf niet wil ? Immers alle staatsdienaren moeten op die wijs als mannen van staatswetenschap bij de theologie .terechtkomen, en de theologie plaatst hij geheel in de macht der kerk, na ze beroofd te hebben van alle zelfstandigheid.

Nog dit.

Is metterdaad de Heilige Schrift, gelijk hier staat, voor alle deelen der theologische wetenschap en practijk ^de eenige bronV' Put men b. v. de Kerkgeschiedenis, de Symboliek, de Patristiek, de Critiek en zooveel meer uit de Heilige Schrift ? In de vraag ligt immers het ontkennend antwoord!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen