Voor Kinderen.

JAG£R EN WILD.

III. (Slot.)

Bij de vervaardiging van zijn nest ki est het konijn zich een zonnig plekje uit in een heu velachtige zandige landstreek, met holen en rotsspleten en laag struikgewas begroeid. Het hol, dat het zich graaft, bestaat uit verscheiden hoskige gangen, waarvan elk in het bijzonder een eigen uitgang heeft in een dieper liggend hol. Ook in houtpakhuizen en onder groote steenhoopen nestelt het gaarne. Wanneer het hol niet door dicht begroeid struikgewas onzichtbaar is, brengt het dier stellig den ganschen dag daarin door, en gaat het eerst tegen het vallen van den avond op roof uit. Vooraf echter wordt altijd eerst goed opgelet, en waneer er gevaar dreigt met een der achterpooten rachtig op den grond geslagen, waarna alle etgezellen, die in de nabijheid zijn, in het ol vluchtene

Het konijn is een rechte planteneter, evenals e haas en gebruikt hetzelfde voedsel. Aleen dringt hij bij zgn voorliefde voor boomchors en bij zijn kleiner gestalte en zijn roetlust nog gemakkelijker in tuinen en omeinde boomgaarden door en richt veel grooter chade dan de hazen aan. Waar het zich veiig waant is het zeer stoutmoedig Men verolgt het daarom het gansche jaar, waar en anneer men kan; schiet hen loopende, veroest in den zomer hun nest om de jongen e dooden, en jaagt hen met het fret Dit laatste middel is bet beste om hen uit e roeien. In strikken en vallen begeven zij ich niet licht. Waar de kerkuil en andere roote uilen toenemen, of waar de groote weel en de marter talrijker worden nemen de onijnen af. In regenachtige zomers sterven oor de indringende vochtigheid veel jonge; n den winter bij zware sneeuw gaan veel ude .dood. vl Hun snelle toeneming is echter verbaend.

Het konijn krijgt vaak van het oorjaar tot in October 4 a 5 maal, in uidelijke landen zelfs 7^8 maal 4 tot 12 aakte, blinde jongen. Door deze sterke ermenigvuldiging zijn zij dikwijls, bijzonder in arme landen, tot een landplaag geworden. De moeder past haar jongen met veel meer orgvuldigheid op dan de hazin doet. Zij richt een igen nest voor hen in, en maakt dat met veel aren, die zij zich uit de borst en den buik rekt, zacht en warm. Hier blijven de jongen ij haar en worden door haar gezoogd, tot zij pgewassen zijn. Ofschoon zij eerst in twaalf aanden groot zijn, zoo stichten zij toch reeds ikwijls vroeger een eigen gezin.

Het vleesch der konijnen is zacht en smakeijk. Het vel wordt door de bontwerkers tot elswerk bereid, terwijl de hoedenmakers ij voorkeur de stijve haren tot het maken van oeden gebruiken.

Een wijs antwoord.

Koning Karel I van Engeland zat op zekeen dag met zijn secretaris te werken, toen t en aan de deur der kamer gekrabbel hoorde. d e secretaris luisterde en begreep dat het ge­ z id werd veroorzaakt door een van des konings d onden, van welke de koning veel hield h »Het zal Gipsy wezen", sprak Karel, »wees v oo goed hem binnen te laten."

De secretaris gehoorzaamde en weldra sprong en groote, fraaie hazewind de kamer in, en egde zich neder aan de voeten van den vorst. »Uw m.ajesteit houdt wel veel van hazewinen'' merkte de secretaris op. »Ja, " was het antwoord, »want zij hebben un meesters lief en vleien ze niet."

A4N VRAGERS.

J. M. te App. wenscht .te weten, waarom en zegt:

»De kogel is door de kerk", n wat beteekent:

«Uitzonderingen bevestigen den regel". Zonder te willen zeggen, dat wat volgt de iste verklaring geeft zou ik hierbij opmeren, dat het bij belegeringen van steden vaak oorkwam, dat men den belegeraars verzocht iet op het hoofdgebouw, de kerk, te schieten, den regel toch was dit een fraai gebouw n voor verdediging diende het toch niet. Zulk en overeenkomst was o. a. gemaakt tijdens et beleg van Straatsburg door de Duitschers 1870. De schoone Dom is toen gespaard geleven.

Nu kon het echter vaak gebeuren, dat de elegerden vergaten of verzuimden den vijand ulk een voorstel om de kerk te sparen te oen. Dan schoot hij er op los, en men had laat spijt en berouw als »de kogel door de erk was.'

De uitdrukking wil dan ook zeggen: Er is et meer aan te doen. Er is verzuimd bijtijds .1 waken. Nu valt er niet meer aan te verderen.

Wie een betere uitlegging weet mag het ggen.

Wat nu het tweede betreft, dat is duidelijk: Als in een veld allerlei bloempjes staan en vind daar onder anderen een viooltje, dan em ik dat geen uitzondering, want ik weet ; : ik allerlei bloemen kan vinden, dus ook oltjes.

Maar als nu iemand bij my komt en ik be-hemerk, hem aanziende, dat hij ée'n bruin en één blauw oog heeft - het laatste, wel te verstaan, niet in een gevecht opgeloopen - dan noem ik dat •wel een uitzondering. Want de regel is, dat beide oogen één kleur hebben. Er kunnen dus geen uitzonderingen zijn, waar geen vaste of gewone regel is en daarom »bevestigen uitzonderingen den regel " Men moet daarvan echter geen misbruik maken, zooals de luie jongen, die elf uren sliep, en toen men hem zei, dat niet meer dan acht uur regel was, antwoordde: »Ja, maar uitzonderingen bevestigen den regel." Toen hij dat zei, was hij echter zeker wel wakker.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen