GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het vraagstuk van het Hooger Onder­

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het vraagstuk van het Hooger Onder­

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

wijs is en blijft, niet enkel voor Nederland, maar voor alle landen van Europa, waarin gedeeldheid van opinie bestaat, een der pijnlijkste en moeielijkste.

Zoo velerlei oplossing is mogelijk.

Zoo velerlei oplos Neem b.v. België.

Neem b.v. België. In dit niet groote land — het telt zes millioen inwoners — bestaan vier Universiteiten; doch van deze vier zijn er slechts twee die van den Staat uitgaan, die van Luik en Gent.

Daarentegen is die van Leuven eene vrije Katholieke, en is die van Brussel eene vrije Radicale.

vrije Radicale. Luik en Gent hebben dus ongetwijfeld ontzaglijk veel voor wat de financieele hulpmiddelen betreft, maar ook dit tegen zich, dat de Staat er de hoogleeraren benoemt.

noemt. Terwijl daarentegen Leuven en Brussel wel geldelijk bij beide achterstaan, maar op heur beurt het groote voordeel hebben, dat ze een eigen beginsel vertegenwoordigen, en heel het onderwijs naar den eisch van dat beginsel kunnen inrichten.

Hoe komt dit nu, dat in het ook niet groote België twee vrije Universiteiten met eere bloeien kunnen, en dat in ons land, dat slechts een derde kleiner is, één enkele Vrije Universiteit slechts even het hoofd boven water kan houden.?

Het antwoord op die vraag is uiterst eenvoudig.

eenvoudig. Dit komt eenvoudig daar vandaan, dat de Vrije Universiteiten in België volkomen gelijke rechten hebben met de Staats-universiteiten.

België eert in dat opzicht de vrijheid volkomen.

volkomen. De Staat als Staat laat tot alle betrekkingen een iegelijk toe, die aan kan toonen, i". dat hij aaneen dier vier Universiteiten den vereischten graad heeft verkregen; 2". dat hij den Academischen cursus op behoorlijke wijze doorloopen heeft; en die voorts 3". blijk geeft aan een daartoe benoemde commissie, dat hij de noodige algemeene kennis en practische bekwaamheid bezit.

Gevolg hiervan is, dat alle Roomsche ouders, die prijs op hun kerkgeloof stellen, hun zonen naar Leuven zenden; dat alle besliste Rationalisten hun zonen in Brussel laten studeeren; en dat alleen de zwevende lieden naar Luik en Gent trekken.

Leuven telt dan ook doorgaans meer dan duizend studenten; alle faculteiten zijn er vertegenwoordigd; en het onderwijs is er zóó degelijk, dat keer op keer aan de Staatsuniversiteiten kweekelingen van de Leuvensche Universiteit benoemd worden voor een der katheders. Hieruit blijkt dat de moeielijkheden, waarmede de Vrije Universiteit ten onzent te worstelen heeft, volstrekt niet liggen in het exclusieve beginsel. Immers het begin^

sel dat te Leuven heerscht, is zoo exclusief mogelijk.

Neen, de bloei van het Vrije Hooger onderwijs wordt te onzent, en ten deele ook in anderelanden, uitsluitend tegengehouden door het ongehoord privilege, dat de Overheid aan haar eigen Universiteiten verleent, door alleen aan haar diploma's te verbinden den effectus civüis.

Daarbij is een Hollander, naar zijn aard, veel makker dan een Belg.

In BelgiÊ zou zoo ongehoord privilege geen oogenblik kunnen stand houden, of heel de Katholieke wereld zou in rep en roer zijn.

Maar hier te lande gaat alles den slakkengang. Men komt er wel, maar op de manier van de trekschuit.

Zie het maar aan onze Roomsche medeburgers.

In Zuid-Brabsiat en Belgisch Limburg zou geen goed Katholiek er ooit toe te bewegen zijn, om zijn zoons naar Brussel of Gent te zenden.

Maar even de grens over in Noord-Brabant en Nederlandsch Limburg weten de goede lieden van den prins geen kwaad en zenden jaar in jaar uit, alsot er geen beginsel in stak, hun zoons naar Leiden.

Waar ligt dit nu aan ?

Toch niet aan het beginsel. Want onze Nederlandsche Katholieken zijn nog wél zoo principieel als hun geloöfsgenooten in België, En zeker ook niet aan het geld. Want hun offervaardigheid steekt aan de Belgische Katholieken de oogen uit. En bovendien voor een groep van anderhalf millioen landgenooten was het onderhouden van een Universiteit kinderspel.

Neen, het kan niet anders liggen dan aan de twee oorzaken die we noemden: i". aan het privilege der Staats-universiteit, en 2". aan de leuke makheid van onzen HoUandschen landaard.

Er ligt een dam. Die dam is vrij stevig.

En nu aarzelt men jaar in jaar uit, of men dien dam zal pogen door te steken.

Er komt wel actie.

De bisschoppen denken er wel over.

Ze zien het gevaar wel in.

Maar het gaat voetje voor voetje. Vooral niet te snel.

Of is er misschien nog een andere oorzaak van traagheid in het spel?

Voor jaren hebben wij de stelling bepleit, dat er door ons kleine Nederland duidelijk drie stropmingen liepen. Het orthodox Protestantsche beginsel, het Roomsche beginsel en het Rationalistich beginsel vertegenwoordigen drieërlei standpunt van wetenschap. Waarom, zoo vroegen we, kon het dan niet zoo gevonden, dat elk dezer richtingen ééne Universiteit te harer beschikking kreeg?

Dit denkbeeld nu verwerpen we nog niet geheel. Althans als overgangsmaatregel.

Het zou de minste stoornis aanbrengen.

En ook financieel de minste bezwaren ontmoeten.

Toch is door de oprichting van de stedelijke Universiteit te Amsterdam de uitvoering van zulk een denkbeeld reeds veel bemoeilijkt; waar dan nog bijkomt, dat Utrecht vanzelf voor de Protestantsche wetenschap zou zijn aangewezen, en de Roomschen aan Groningen niets zouden hebben.

Waarschijnlijk zal er in die richting dus feitelijk geen land te bezeilen zijn.

Maar toch laat het zich denken, dat deze oplossing van het probleem ook onze Roomsche landgenooten van beslissende stappen afhield.

Slechts doet zich de moeielijkheid voor, dat zij zich kwalijk ergens elders kunnen vestigen dan te Utrecht of in 's-Hertogenbosch.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 mei 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Het vraagstuk van het Hooger Onder­

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 mei 1889

De Heraut | 4 Pagina's